Dr. Gérard Donnadieu - Teilhard en de rooms-katholieke Kerk


Dit artikel verscheen in het blad Teilhard Aujourd'hui, nr. 62, juni 2017, p. 40-45
en in: Gammadelta, jrg. 4 nr. 6 - september 2017

Het is bekend, dat Teilhard tijdens zijn leven veel onbegrip van de kant van de Kerk en problemen met het gezag in Rome ervoer. Het werd hem namelijk verboden zijn geestelijk en religieus werk te publiceren. Dit bleef hem tot aan zijn dood pijnlijk achtervolgen.

Zeker, de ideeën van Teilhard waren te nieuw om zonder meer te kunnen worden aanvaard op de manier, waarop hij ze in de eerste helft van de 20ste eeuw schreef. De Kerk kwam toen ook net uit de crisis rond het modernisme en wantrouwde de toevloed van nieuwe ideeën, die op de theologie afkwamen: de wetenschappelijke benadering van de Bijbel, de evolutietheorie, de opkomst van de menswetenschappen, de interreligieuze dialoog.
Al met al was het een zorgelijke tijd voor christelijke denkers en theologen. Ondanks dit alles bleef Teilhard heldhaftig trouw aan zijn orde en aan zijn Kerk. "Hindernissen overwin je door gehoorzaam te zijn aan het gezag," zei hij al na zijn eerste aanvaring in 1924 met de Romeinse autoriteiten naar aanleiding van een eenvoudige kanttekening, die hij zonder verdere bedoeling had gemaakt bij een stuk over de erfzonde.

Zijn laatste secretaresse, Jean Mortier, erfde Teilhards manuscripten na zijn dood in 1955. Toen deze door haar gepubliceerd werden, was het direct een geweldig succes. Dit echter niet zonder de argwaan op te roepen van de curie in Rome en van de groep, voor het merendeel Franse theologen en neothomisten onder de filosofen, waarmee hij verbonden was.

Achterdocht tijdens Vaticanum II
Er waren nogal wat Franse leden van de curie, die zijn werk kleineerden en verlangden, dat het werd veroordeeld. De theoloog en jezuïet Henri de Lubac verdedigde de goede naam van zijn vriend en wees daarbij op zijn rechtzinnigheid als christen. Hij publiceerde in april 1962 op verzoek van zijn meerderen een boek onder de titel: La pensée réligieuse de Père Teilhard de Chardin. Door zijn sterke argumenten tegen de venijnige aanvallen op Teilhards werk, voorkwam hij daarmee ongetwijfeld een rechtstreekse veroordeling ervan.
De leden van de curie, die ertegen gekant waren, moesten zich tevreden stellen met de uitgave door het Heilig Officie op 30 juni 1962 van een zogenoemd monitum. Dit was een eenvoudig rondschrijven, waarin seminaries en kloosters werden gewaarschuwd voor het verspreiden van de werken van Teilhard. Hun werd verzocht ze uit hun bibliotheek te verwijderen.
Dit monitum was echter zonder de goedkeuring van paus Johannes XXIII uitgevaardigd. Hij toonde zich naar het schijnt daarover nogal verbolgen. Zoals kardinaal De Lubac in zijn dagboek onderstreept, werd de belangrijkheid van dit monitum door tegenstanders van Teilhard kennelijk overdreven. Na afloop van het concilie werd er niet meer over gerept.

Tijdens het concilie Vaticanum II werd Teilhard nooit expliciet geciteerd, maar in heel wat teksten wordt duidelijk naar zijn denkwereld verwezen. Dit geldt in het bijzonder voor de omvangrijke Constitutie over de Kerk in de hedendaagse wereld, genaamd Gaudium et Spes. Grote delen van zijn gedachtegoed werden daarin opgenomen. Zoals dat tevens gebeurde in de Constitutie over de Openbaring, genaamd Dei Verbum (die wat minder bekend is), en zelfs in de Constitutie over de Kerk, Lumen gentium, en in de Declaratie Nostra Aetate, welke de voorwaarden voor een interreligieuze dialoog definieert.

De invloed die uitgaat van de constitutie Dei Verbum is slechts indirect en toe te schrijven aan de opzet van de redacteuren Henri de Lubac, Karl Rahner en Joseph Ratzinger, die uitstekend waren ingevoerd in het denken van Teilhard.
Deze tekst behandelt namelijk de door Teilhard in zijn essay 'Le Christ toujour plus grand' zo gewenste terugkeer van de christologie in het centrum van ons denken.

Bij Lumen gentium wordt de invloed van Teilhard zichtbaar in de rol, die bij uitstek aan leken in de Kerk wordt toebedeeld, alsmede aan de plaats daarin van Maria, de Moeder van de Kerk, hetgeen wordt weerspiegeld door het prachtige dichterlijke jeugdwerk van Teilhard 'L'Eternel Féminin'. Voor Nostra Aetate tenslotte geldt, dat de interreligieuze dialoog erin overeenkomt met hetgeen Teilhard zegt over de convergentie van religies en de voorwaarden voor een dialoog. Monseigneur Lefebvre, die zich van de kerk zal losmaken en geëxcommuniceerd werd, had geen ongelijk, toen hij de geest van het concilie omschreef als 'teilhardiaans'.

De eerste tekenen van een opening
In de loop van 1968 zal de vrijzinnige en nihilistische tegencultuur, die zich in het gehele westen manifesteert, het gedachtegoed van Teilhard als verouderd gaan bestempelen. Te zeer open voor universele waarden, te zeer vertrouwend op de rede, op de waarden van de wetenschap, op de toekomst van de mens, op de krachten van de geest, onvoldoende rekening houdend met polemiek en kritiek, kwam dit denken frontaal in botsing met de heersende individualistische, vrijzinnige, alles tolererende en op genot gerichte instelling.
De eerste tekenen dat de libertaire golf haar hoogtepunt voorbij was, moesten worden afgewacht, voordat in de loop van de jaren negentig (1990 e.v.) onder de druk van de omstandigheden de kracht en het unieke karakter van de teilhardiaanse synthese kon worden herontdekt. Het is heel frappant, dat men sindsdien met name in de VS geholpen heeft om stukken, die vanuit de universiteit aan de beroemde jezuïet zijn gewijd, te verbreiden.

Vanaf 1981 vond in de katholieke Kerk een voorzichtige omslag plaats. Het was het jaar, waarin bij de UNESCO werd herdacht, dat Teilhard honderd jaar daarvoor werd geboren. Dit gebeurde in aanwezigheid van de pauselijke nuntius als vertegenwoordiger van het Vaticaan. De Kerk gaat dan erkennen, dat het gewettigd, ja zelfs noodzakelijk is om met nieuwe wetenschappelijke inzichten rekening te houden, teneinde de taal van de theologie te vernieuwen.
Op 1 juni 1988 verklaart paus Johannes Paulus II het volgende: "Zoals de aristotelische filosofie uiteindelijk ten grondslag ligt aan enkele van de meest fundamentele uitspraken van de theologische leer, waarom zouden wij dan niet kunnen verwachten dat de wetenschap thans, met alle mogelijke kennis over de mens, dit deel van de theologie versterkt en informeert, dat stoelt op de betrekkingen met de natuur, de mensheid en God?"

En staande voor een uitgelezen gezelschap van wetenschappers uit de gehele wereld, verklaarde paus Johannes Paulus II op 22 oktober 1996 zonder aarzeling: "Thans moeten we door nieuwe inzichten wel erkennen, dat de evolutieleer meer is dan alleen een hypothese. Het is inderdaad opmerkelijk, dat deze theorie zich steeds meer in de geest van de onderzoekers heeft genesteld op grond van een aantal ontdekkingen in de diverse takken van wetenschap."

Welnu, is het niet zo, dat Teilhard juist langs de rode draad van de evolutieleer zijn visie op de wereld heeft ontworpen? Dat hij heeft kunnen aantonen, dat daarin een grote plaats werd ingenomen door de dimensie van de geest? En dat de christen daarin de werkzaamheid van God kan onderkennen?

Teilhard, een christelijk denker
Wie midden in de katholieke Kerk als instituut stond, kon door een aantal zwakke signalen op het idee komen, dat er aan de top iets door de tijdgeest aan het veranderen was. En ook door de vertrouwelijke mededeling van kardinaal Poupard. Deze was in de jaren 1970 als jonge priester in opleiding op het Gregorius-Instituut. Hij maakte deel uit van intieme kring rond paus Paulus VI.
Deze had hem op een dag in vertrouwen een boek gegeven, waarin hij heel wat notities had gemaakt. Hij raadde mij aan, aldus Poupard, om het zorgvuldig te lezen, want het betrof volgens hem het meest spirituele werk van de 20ste eeuw. Wie schetst zijn verbazing, toen hij het opendeed? Het betrof 'Le Milieu divin' (Het goddelijk Milieu), dat hij vanwege het monitum tijdens zijn verblijf op het seminarie in Frankrijk niet had mogen lezen.

In 1996 schreef paus Johannes Paulus II ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van zijn priesterwijding een mooie spirituele tekst Don et Mystère. Hierin refereerde hij aan 'La messe sur le Monde' (De mis op de wereld) van Teilhard om zijn eigen gevoelens naar voren te brengen. Wij citeren: "'De eucharistie wordt gevierd om op het altaar van de aarde het werk en de zorgen van de mens aan te bieden,' zoals Teilhard de Chardin dat zo prachtig uitdrukte." En in 2003 zal hij in zijn encycliek Ecclésia de Eucharistica over de mis zeggen, dat deze een kosmisch karakter heeft. "Jawel, kosmisch! Want zelfs als deze op een klein altaar in de provincie wordt opgedragen, dan nog wordt de eucharistie in wezen altijd op het altaar van de wereld gevierd."

Het grote internationale colloquium, dat van 21-24 oktober 2004 in Rome werd gehouden, vormde het hoogtepunt van deze uiteindelijke erkenning door de Kerk van zijn vermaarde zoon. Het vond plaats op de pauselijk Gregorius-Universiteit onder voorzitterschap van kardinaal Paul Poupard uit naam van Johannes Paulus II en in tegenwoordigheid van pater Kolvenbach, de overste van de jezuïeten.

Ten overstaan van 200 wetenschappers, theologen en filosofen, die uit de hele wereld waren bijeengekomen om de wetenschappelijke, theologische en filosofische erfenis in kaart te brengen, welke door pater Teilhard was nagelaten en die 50 jaar na zijn dood nog volop leefde, verklaarde kardinaal Poupard op het einde van zijn openingstoespraak op het colloquium: "Op zijn eigen, unieke wijze leert Teilhard ons, zoals Johannes-Paulus II in de aanhef van zijn 'Fides et ratio', dat het geloof en de rede zijn als de twee vleugels, die het de menselijke geest mogelijk maken op te stijgen, teneinde de waarheid te aanschouwen."

De verkiezing van Benedictus XVI in 2005 zal deze omslag in het klimaat bevestigen. Als Joseph Ratzinger al had hij in zijn hoedanigheid van professor in de theologie meermalen in lovende bewoordingen naar Teilhard verwezen. In het bijzonder erkende hij diens verdienste te hebben bijgedragen aan de vernieuwing van de christologie. Zo schreef hij in zijn handboek voor theologie, dat voor het eerst in 1968 in Duitsland verscheen: "Wil de mens volledig mens worden, dan zal God mens dienen te worden... Deze is de mens in optima forma... die niet alleen met de Oneindige in verbinding komt, maar die als Jezus Christus één is met hem. In hem is het proces van menswording (hominisatie) letterlijk waarheid geworden.
Het is de grote verdienste van Teilhard de Chardin dat hij deze verbinding met Christus, de mens opnieuw heeft doordacht, toen hij de wereld beschreef vanuit het huidige beeld, dat wij ervan hebben, en ze terecht in hun onderlinge verbondenheid begreep en opnieuw toegankelijk maakte."

Was hij deze uitspraak vergeten, toen hij eenmaal paus Benedictus XVI was geworden? Het antwoord daarop werd voor het eerst in 2006 gegeven op de avond voor Pasen. In een preek, waaruit verbazingwekkend de geest van Teilhard sprak en hij de universele, kosmische dimensie van de opgestane Christus belichtte: "Als wij een keer de taal van de evolutieleer mogen gebruiken, dan is de verrijzenis van Christus de grootste 'mutatie', de stellig meest beslissende sprong... die ooit in de lange geschiedenis van het leven zal zijn voorgekomen: een sprong van een volstrekt nieuwe orde, die ons en met ons de hele geschiedenis betreft."

Tijdens een geïmproviseerde preek in de kathedraal van Aosta op 27 juli 2009 noemde hij de ontvangen eucharistie een geschenk van de wereld aan de liefhebbende en levende God. Daarbij aarzelde hij niet als nagalm op 'La messe sur le Monde' van Teilhard, deze expliciet te citeren: "Het is de grote visie, die Teilhard eveneens had: uiteindelijk zullen we een werkelijk universele liturgie hebben, waarbij het universum de levende hostie zal worden."

Tenslotte gaf hij in zijn werk 'Lumière du monde', als antwoord op de vraag naar de geloofwaardigheid van het verhaal uit het evangelie en met name over de verrijzenis van Christus: "God heeft door de verrijzenis een nieuwe dimensie aan het bestaan kunnen geven. Hij heeft achter de biosfeer en de noösfeer, zoals Teilhard dat zegt, nog een nieuwe sfeer doen ontstaan, die de mens en de wereld alleen met God kunnen betreden." Kan men zich een betere definitie indenken voor wat Teilhard terecht 'de christosfeer' heeft genoemd, waarin 'God alles in allen zal zijn'.

Teilhard en de moderne evangelisatie
Tenslotte de laatste en meest veelzeggende ontwikkeling: het tweede Teilhard de Chardin-colloquium, dat van 9-11 november 2012 in Rome plaatsvond. Eveneens op de pauselijke Gregorius-Universiteit en onder voorzitterschap van kardinaal Poupard. Daar, waar het colloquium van 2004 ging over de erkenning van Teilhard als denker en als christen, kwam dat van 2012 ertoe, zijn persoon of liever zijn denken te zien als een instrument voor de moderne evangelisatie; het verdient daarvoor de kwalificatie 'colloquium van de bevestiging'.
Niet langer gaat het erom, dat men de orthodoxie van diens werk erkent, maar ook dat men er in de moderne geloofsverkondiging iets mee doet en het als troefkaart inzet in de spirituele strijd, die zich aandient om onze eeuw de extra-geest-kracht te geven, waaraan het haar zozeer ontbrak. Dat is hetgeen voortvloeit uit de debatten van dit colloquium en van de tientallen gesprekken op hoog niveau die daar werden gehouden. En dan was er tenslotte nog het ongetwijfeld zeer aangrijpende moment, waarop de heilige vader de deelnemers aan het colloquium zijn apostolische zegen gaf. Benedictus XVI zal daarmee de eerste paus zijn geweest, die Pierre Teilhard de Chardin zo uitvoerig heeft geciteerd om zich op hem te beroepen en hem te eren.

En paus Franciscus dan, zult u zeggen! Wat heeft hij sinds zijn uitverkiezing in 2013 over hem gezegd?

Laat ik allereerst dit opmerken: al zijn uitspraken en standpunten kunnen worden gelezen als volmaakt passend bij de algemene gedachtegang van de grote jezuïet Teilhard, zoals ik al eerder in een klein artikel eind 2013 aangaf. Vervolgens, ja, hij heeft zich positief over Teilhard geuit: in zijn grote encycliek Laudato Si over ecologie van 25 mei 2015, als hij teruggrijpt op de grondslagen van de christelijke scheppingstheologie in hoofdstuk 2 (§ 83), schrijft hij: "Het welslagen van de gang van het universum ligt besloten in de volheid van God, die is bereikt door de verrezen Christus, de as, waarlangs het tot rijping komt."
En ziedaar, wat een verrassing! Onder aan de pagina bevindt zich een voetnoot, die expliciet uiteenzet: "De bijdrage van P. Teilhard de Chardin ligt op dit vlak ...", waarbij de paus er vervolgens aan herinnert, dat zijn drie voorgangers Paulus VI, Johannes-Paulus II en Benedictus XVI eveneens achter deze paulijnse en teilhardiaanse visie stonden.

Zo wordt, zoals u ziet, het geniale werk van Teilhard de Chardin, dat aanvankelijk werd miskend, aangevochten en onderbelicht door een Kerk, waaraan hij desalniettemin tot aan zijn dood heroïsch trouw is gebleven... Dit werk wordt vandaag de dag erkend en voluit aanvaard door diezelfde Kerk, en wel op het hoogste gezags-niveau. Daar waren wél meer dan vijftig jaar voor nodig. Maar is dat niet het lot van alle grote voorgangers en baanbrekers!

Wat staat ons dus verder te doen? Welnu, we moeten er eenvoudigweg voor zorgen, dat deze visie op alle niveaus in onze Kerk wordt uitgedragen. Te beginnen door de bisschoppen, de priesters, de diakenen en de leken, die een pastorale taak op zich hebben genomen. En uitgedragen dan ook aan alle christenen. Immers, de visie is dermate bevrijdend, getuigt zo van dynamiek en verantwoordelijkheidsgevoel en is werkelijk hart- en geestverheffend. Maar helaas, we zijn daar vandaag nog ver van af.
De ontwikkelingen gaan veel te traag, de regels zijn verouderd en praktijken van vroeger staan onze oude Kerk dikwijls nog in de weg. Om resoluut over te gaan tot het christendom van het derde millennium, moeten we met zachtheid proberen te overtuigen, snoeien zonder iets kapot te maken, corrigeren zonder aanwending van geweld. Ofwel, zoals Teilhard dat zo bondig uitdrukte: "En avant et vers le haut." Vooruit en omhoog!

Biografie Gérard Donnadieu
Gérard Donnadieu werd op 12 maart 1935 geboren. Na een doctoraalstudie natuurwetenschappen werd hij in de jaren 1970 leerling van de grote econoom François Perroux, die ook een van zijn boeken van een voorwoord heeft voorzien. Gedurende meer dan dertig jaar heeft Donnadieu ervaringen opgedaan, allereerst in een groep leidinggevenden bij de petrochemische industrie later als studie-directeur van het l'Institut Entreprise et Personnel. Hij was van 1979-1984 lid van de Economische en Sociale Raad (Conseil Economique et Social) en is eveneens als professor in Parijs (Université Panthéon-Sorbonne) verbonden geweest aan het IAE.
In de jaren '90 studeerde hij aan het Instituut Catholique te Parijs, alwaar hij achtereenvolgens afstudeerde als master en doctor in de theologie. Vanaf 1999 geeft hij les in de godsdienstwetenschappen en theologie aan l'Ecole Cathédrale de Paris. Thans is hij algemeen secretaris van de AFSCET (de Franse vereniging voor systeemwetenschap) en voorzitter van de Association des Amis de Pierre Teilhard de Chardin.
Naast diverse artikelen schreef hij twee boeken: 1) Les religions au risque des Sciences humaines; 2) Théologie et philosophie/Essais
Zie verder:
www.collegedesbernardins.fr/intervenants/donnadieu-gerard


terug naar het literatuuroverzicht






^