2 Koen - Het ontvangende; Kun - Reageren

Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang  Afdeling 1


Wilhelm Huang
䷁  2 Koen - Het ontvangende ䷁  2 Kun - Reageren
Vermengde tekens
Het ontvangende is week
De volgorde
Nadat hemel en aarde zijn ontstaan, worden ontelbare wezens geschapen.
Het oordeel Het oordeel
Het ontvangende bewerkt verheven welslagen, bevorderend door de standvastigheid van een merrie. Reageren. Verheven voorspoedig en probleemloos. Gunstig met de standvastigheid van een merrie.
Heeft de edele iets te ondernemen en wil hij vooruit, dan verdwaalt hij; doch als hij volgt, dan vindt hij leiding. Superieur mens kan ergens naar toe. Vooraf bepalen verliest. Volgen verkrijgt een meester.
Bevorderlijk is het in het westen en zuiden vrienden te hebben in het oosten en noorden vrienden te ontberen.
Gunstig in het zuidwesten: vindt vrienden. In het noordoosten: verliest vrienden.
Rustige standvastigheid brengt heil. Wees bedaard en tevreden.
Standvastig en rechtschapen zijn: voorspoed.
Commentaar op de beslissing Commentaar op het oordeel
Volkomen voorwaar is de verhevenheid van het ontvangende. De grootsheid van reageren is perfect,
Alle wezens hebben hun geboorte eraan te danken, daar het vol overgave en toewijding het hemelse ontvangt. ze geeft leven aan alle wezens en aanvaart de bron van de hemel.
Het ontvangende draagt in zijn rijkdom alle dingen. Zijn aard is in overeenstemming met het grenzeloze. Met haar rijkdom steunt reageren alle wezens, haar deugd is onbegrensd in harmonie.
Het omvat alles in zijn wijdheid en verlicht alles in zijn grootte. Haar potentieel is uitgestrekt, haar helderheid is groot.
Door zijn toedoen komen alle afzonderlijke wezens tot welslagen. Dankzij haar bereiken alle wezens hun volle ontwikkeling.
Een merrie behoort tot het geslacht van de aarde, zij loopt op de aarde zonder grens. Een merrie is een schepsel met een aardse natuur. Haar beweging over de aarde is oneindig,
Week, toegewijd, bevorderend door standvastigheid: zo heeft de edele een richting voor zijn levenswandel. wijkend en onderdanig, nuttig en standvastig. De superieure mens begrijpt haar manier van leven:
Vooruitgang leidt tot verdwalen, daar men de weg verliest. Volgen in overgave, zo verkrijgt men een duurzame positie. de leiding nemen veroorzaakt verwarring, ze raakt de weg kwijt. Volgend en ontvankelijk, vindt ze de normale route.
In het westen en zuiden krijgt men vrienden, zodat men met zijns gelijken samengaat. Vindt vrienden in het zuidwesten, gaat verder met mensen van hetzelfde slag.
In het oosten en noorden moet men de vrienden ontberen, opdat men eindelijk heil verkrijgt. Verliest vrienden in het noordoosten, op het eind zullen gelukwensen arriveren.
Het heil van de rust en de standvastigheid berust daarop, dat men in harmonie is met het grenzeloze van de aarde. Voorspoed ontstaat door standvastig te blijven. Het komt overeen met het oneindige potentieel van de aarde.
Het beeld Commentaar op het beeld
De toestand van de aarde is de ontvangende overgave. De natuur van de aarde is uitbreiden en reageren.
Zo draagt de edele de buitenwereld in de wijde ruimte van zijn wezen. In overeenstemming hiermee verrijkt de superieure mens haar deugd om alle wezens te steunen.
De afzonderlijke lijnen Yao-tekst
In het begin een zes:
Trapt men op rijp, dan is het vaste ijs nabij.
1. Begin zes
Wandelen op rijp, dik ijs zal komen.
Als het donkere eenmaal begint te verstarren en op deze wijze voortgaat, dan wordt het vast ijs. Wandelen op rijp: een teken dat dik ijs komt. Yin-energie condenseert. Deze natuurlijke volgorde volgen, dik ijs is in aantocht.
Zes op de tweede plaats:


De beweging van de zes op de tweede plaats is recht en daardoor rechthoekig.
2. Tweede zes
Recht, vierkant en groot. Niet door studie. Niets is ongunstig.
De beweging van de tweede zes is recht door zijn rechtschapenheid.
Zonder opzettelijkheid is er niets, wat niet bevordert wordt; Het is spontaan en moeiteloos te werk gaan, niets is ongunstig.
want in de aard van de aarde ligt het licht. Het licht van de aarde zet zich voort.
Zes op de derde plaats:
Verborgen lijnen.
Men vermag standvastig te blijven. Men moet ze op tijd laten lichten.
3. Derde zes
Uitmuntendheid verbergen.
Toepasselijk om standvastig en rechtschapen te zijn.
Mocht je in dienst zijn van de koning (zoek dan geen werken, maar volbreng):




dat toont aan, dat het licht van de wijsheid groot is.
Waarschijnlijk een koning dienen, maak geen aanspraak op lof, zaken voltooien tot hun einde. Haar uitmuntendheid verbergen, toepasselijk om standvastig en rechtschapen te zijn. Ze zal ontdekt worden wanneer de tijd rijp is. Waarschijnlijk de koning dienen, groots is de briljantheid van deze wijsheid.
Zes op de vierde plaats:
Toegebonden zak.
Geen blaam.
4. Vierde zes
Bindt een zak dicht.
Geen blaam, geen lof.
Door voorzichtigheid blijft men vrij van schade. Door behoedzaamheid zal er geen letsel zijn.
Zes op de vijfde plaats:
Geel onderkleed brengt verheven heil.
5. Vijfde zes
Een geel onderkleed. Opperste voorspoed.
De schoonheid is inwendig. Er is schoonheid van binnen.
Bovenste zes:
Draken vechten op het veld.
6. Bovenste zes
Draken vechten in de wildernis.
Hun bloed is blauw-geel.
De weg loopt ten einde. Een dood punt is bereikt.
Alle lijnen zijn zessen:
Eeuwige bestendigheid.
7. Allemaal zessen
Gunstig om volhardend standvastig en rechtschapen te zijn.
Het eindigt in grootheid. Groots zal het einde zijn.
Commentaar op de tekstwoorden
(Wen Jen)
Wen Yan (Commentaar van Confucius op de tekst)
Bij het gehele teken
Het ontvangende is volkomen week en in zijn beweging toch vast. Kun is uiterst zacht, maar in actie is ze stevig.
Het is volkomen stil en in zijn wezen toch rechthoekig. Ze is uiterst kalm, maar van nature vierkant.
Als hij volgt vindt hij leiding en krijgt aldus iets duurzaams. Door te volgen krijgt ze haar heer, maar behoudt toch haar wezen en kan zich handhaven.
Het omvat alles en zijn omvormingsmogelijkheid is lichtend. Ze bevat alle wezens en is schitterend in de transformatie.
De weg van het ontvangende,
hoe vol overgave en toewijding!
Het neemt de hemel in zich op en werkt te zijner tijd.
Dit is de weg van Kun:
hoe gedwee is zij,
die de hemel torst en beweegt met de tijd.
Commentaar op de lijnen
Bij de beginzes:
Een huis dat goed op goed stapelt, heeft stellig overvloed van zegen.
Een huis dat kwaad op kwaad stapelt, heeft stellig overvloed van kwaad.

Het gezin dat goedheid op goedheid stapelt, ontvangt zeker overvloed aan zegeningen. Een gezin dat kwaad op kwaad stapelt, krijgt zeker overvloed aan ellende.
Waar een dienaar zijn heer vermoordt of waar een zoon zijn vader vermoordt, daar liggen de oorzaken niet tussen de morgen en avond van een dag. Dat het zover kon komen, is heel geleidelijk gegaan. Het kwam doordat men niet vroeg genoeg een eind maakte aan dingen, waar men een eind aan had behoren te maken. Moord op zijn heerser door de minister of op zijn vader door de zoon, ontstaat niet na een enkele dag en nacht. De oorzaken hebben zich stukje bij beetje opgehoopt, door het ontbreken van tijdige waarneming.
In het boek der veranderingen staat:
Trapt men op rijp, dan is het vaste ijs nabij. Dat toont aan hoe het gaat, wanneer men de dingen op hun beloop laat.
De I luidt:
Wandelen op rijp, dik ijs zal komen. Het toont de natuurlijke orde van oorzaak en gevolg.
Bij de zes op de tweede plaats:
Rechtheid beduidt juist handelen, rechthoekig beduidt plichtsbetrachting.

Recht wijst op correctheid, vierkant wijst op rechtschapenheid.
De edele is ernstig om zijn innerlijk recht te maken; hij doet zijn plicht om zijn uiterlijk rechthoekig te maken.

Waar ernst en plichtsbetrachting vast staan, daar wordt het karakter niet eenzijdig.
De superieure mens respecteert zichzelf door haar innerlijke leven recht te houden en verbetert zichzelf, door haar uiterlijke handelingen vierkant te maken.
Wanneer respecteren en verbeteren zijn vastgesteld, zal vervolmaking van deugd vrij zijn van afzondering.
Recht, rechthoekig en groot: zonder opzettelijkheid is er toch niets, wat niet bevordert wordt; want men verkeert nooit in twijfel over wat men te doen heeft. Recht, vierkant en groot. Niet door studie. Niets is ongunstig.
Hieruit blijkt dat ze niet twijfelt bij wat ze doet.
Bij de zes op de derde plaats:
Alhoewel het donkere schoonheid bezit, verhult het deze. Zo moet men zijn, wanneer men in dienst van een koning treedt.

Hoewel yin schoonheid bezit, is het verborgen. Gaat in dienst bij een koning, maakt zelf geen aanspraak op lof.
Men mag er zich niet op laten voorstaan, wanneer het werk voltooid is. Zo is de weg van de aarde, van de vrouw, van de dienaar.
Dat is de Dao van van de Aarde, de Dao van een echtgenote en de Dao van degene die de koning dient.
De weg van de aarde is, geen gereed gekomen werk te tonen, maar plaatsvervangend alles tot een goed einde te brengen. De Dao van de Aarde is: niet op eigen houtje aanspraak maken, maar alles tot voltooiing brengen.
Bij de zes op de vierde plaats:
Als hemel en aarde scheppend bezig zijn met verandering en omvorming, dan gedijen alle kruiden en bomen,

De verandering en transformatie van hemel en aarde brengen alle bloeiende planten voort.
als echter hemel en aarde zich sluiten, dan trekt de bekwame man zich in het donker terug. Als hemel en aarde hun werking zouden onderdrukken, dan zou een capabel mens zich terugtrekken uit het licht.
In het boek der veranderingen staat geschreven: Toegebonden zak.
Geen blaam, geen lof.
De I luidt:
Bind een zak dicht.
Geen blaam, geen lof.
Dat maant tot voorzichtigheid. Hij raadt aan behoedzaam te zijn.
Bij de zes op de vijfde plaats:
De edele is geel en houdt maat, en daardoor werkt hij verstandig in op het uiterlijke.

Een superieur mens zou de eigenschappen van de aarde moeten hebben - geel is centraal en gematigd, begrijpend en attent.
Hij kiest de juiste plaats en verwijlt in het wezenlijke.
Corrigeert haar positie en perfectioneert haar daden.

Zijn schoonheid is innerlijk, maar ze werkt bevrijdend op zijn ledematen en openbaart zich in zijn werken. Dat is de hoogste schoonheid. Haar schoonheid ligt van binnen. Het doordringt haar hele wezen en manifesteert zich in al haar daden. Dat onthult de perfectie van schoonheid.
Bij de bovenste zes:
Als het donkere net zo wil doen als het lichte, is er onvermijdelijk strijd.

Wanneer yin wedijvert met yang, is een krachtmeting zeker.
Opdat men niet zal denken, dat er nu geen licht meer is, wordt hier de draak genoemd. Aangezien yang buiten beschouwing blijft, is er sprake van een draak.
Om echter ook weer niet af te laten van de soort, wordt tegelijkertijd het bloed ter sprake gebracht. Aangezien geen categorie verandert, vermeldt men bloed - een yin symbool.
Zwart en geel is hemel en aarde door elkaar.
De hemel is zwart, de aarde geel.
Blauw en geel zijn hemel en aarde die samensmelten.
De hemel is blauw, de aarde is geel.

terug naar de hexagrammen






^