20 Kwan - De beschouwing, de aanblik; Guan - Gadeslaan

Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang  Afdeling 1


Wilhelm Huang
䷓  20 Kwan - De beschouwing, de aanblik ䷓  20 Guan - Gadeslaan
De volgorde Volgorde van de gua
Als de dingen groot zijn, kan men ze goed zien. Wanneer de dingen groot worden, vereisen ze zorgvuldige aandacht.
Daarom is het volgende teken: de beschouwing. Na naderen volgt derhalve gadeslaan.
Vermengde tekens
De betekenis van de hexagrammen toenadering en beschouwing is, dat zij enerzijds geven, anderzijds nemen.
Het oordeel Oordeel
De beschouwing. De wassing is geschied, Gadeslaan. Handen worden gewassen.
maar het offer is nog niet gebracht. De offergaven zijn nog niet aangeboden.
Vol vertrouwen zien zij naar hem op. Oprecht en eerlijk zijn, eerbied verschijnt.
Commentaar op de beslissing Commentaar op het oordeel
Een groot schouwspel is boven. Toegewijd en zachtmoedig. De grote deugd die moet worden gadegeslagen, is boven. Goedaardig en gehoorzaam.
Centraal en correct is hij en voorbeeld, waar de wereld naar opziet. In de centrale positie en de correcte plaats toont hij zijn deugd aan eenieder onder de hemel.
De beschouwing. De wassing is geschied,
maar het offer is nog niet gebracht.
Gadeslaan. Handen worden gewassen.
De offergaven zijn nog niet aangeboden.
Vol vertrouwen zien zij naar hem op. Oprecht en eerlijk zijn, eerbied verschijnt.
De ondersten kijken naar hem en worden getransformeerd. Op deze wijze ondergaan degenen die onder hem zijn een transformatie.
Hij laat hen de goddelijke weg van de hemel aanschouwen De heilige Dao van de hemel gadeslaan.
en de vier jaargetijden wijken niet af van hun regel. De vier seizoenen gaan zonder mankeren door.
Zo maakt de heilige gebruik van de goddelijke weg om leringen te verstrekken De heilige wijze geeft instructies op basis van de heilige Dao.
en de gehele wereld voegt zich naar hem. Iedereen onder de hemel onderwerpt zich aan hem.
Het beeld Commentaar op het beeld
De wind waait over de aarde: het beeld van de beschouwing. De wind waait over de aarde. Een beeld van gadeslaan.
Zo bezochten de oude koningen de streken van de wereld, In overeenstemming hiermee onderzocht de oude koning diverse gebieden,
zij beschouwden het volk en onderrichtten het. om het volk te observeren en instructies te geven.
De afzonderlijke lijnen Yao-tekst
Beginzes:
Jongensachtige beschouwing.
1. Begin zes
Gadeslaan met de blik van een jongen.
Voor een man van geringe betekenis geen blaam. Voor een edele beschamend. Inferieur mens: zonder blaam. Superieur mens: vernedering.
b. Het jongensachtige beschouwen van de beginzes is de weg van onbetekenende mensen. Gadeslaan met de blik van een jongen. Het is de weg van de inferieure.
Zes op de tweede plaats:
a. Aanblik door de deurspleet. Bevorderlijk is de standvastigheid van een vrouw.
2. Tweede zes
Gadeslaan door een kier. Gunstig voor de kuisheid van een vrouw.
b. De aanblik door de deurspleet is zelfs bij de standvastigheid van de vrouw nog beschamend. Gadeslaan door een kier. Het is de kuisheid voor een vrouw. Het is lelijk voor een man.
Zes op de derde plaats:
a. Beschouwing van mijn leven beslist over voortgang of terugtocht.
3. Derde zes
Zijn eigen leven gadeslaan. Naar voren gaan of terugtrekken?
b. Beschouwing van mijn leven beslist over voortgang of terugtocht.
De rechte weg is niet verloren.
Zijn eigen leven gadeslaan. Naar voren gaan of terugtrekken?
Men moet zijn eigen weg niet kwijtraken.
Zes op de vierde plaats:
a. Beschouwing van het licht van het rijk. Bevorderlijk is het als gast van een koning werkzaam te zijn.
4. Vierde zes
De schittering van het koninkrijk gadeslaan. Gunstig om een gast van de koning te zijn.
b. Beschouwing van het licht van het rijk.
Men wordt als gast geëerd.
De schittering van het koninkrijk gadeslaan.
De koning eert de gast.
Negen op de vijfde plaats:
a. Beschouwing van mijn leven.
De edele treft geen blaam.
5. Vijfde negen.
Zijn eigen leven gadeslaan.
Superieur mens: zonder blaam.
b. Beschouwing van mijn leven, dat wil zeggen: beschouwing van het volk. Zijn eigen leven gadeslaan door andermans leven gade te slaan.
Bovenste negen:
a. Beschouwing van zijn leven.
De edele treft geen blaam.
6. Bovenste negen
Het eigen leven wordt gadegeslagen.
Superieur mens: zonder blaam.
b. Beschouwing van zijn leven.
De edele treft geen blaam.
Het eigen leven wordt gadegeslagen.
Zijn geest kan geen rust krijgen.

terug naar de hexagrammen






^