Jozef Rulof - Tussen leven en dood

Les in concentratie


Jozef Rulof
Buiten gekomen voelde ik, dat Dectar zich geheel had afgesloten. Naast mij liep mijn meester en ik was zijn leerling. Dectar bracht mij naar een vogelkooi waarin verschillende soorten vogels zaten opgesloten. Toen wij daar naar binnengingen, zei hij tegen mij:
"Je moet nu trachten, Venry, één van die vogels naar je toe te laten komen. Kijk, ik zal het je voordoen."
Dectar stelde zijn concentratie in op een klein vogeltje en onmiddellijk vloog het diertje naar zijn uitgestoken hand, waar het rustig op ging zitten.
"Zie je, Venry, het diertje gehoorzaamt mij."
"Waarvoor is dit nodig, Dectar?"
"Je moet leren je goed te concentreren, Venry. Wanneer je straks tussen leven en dood leeft, moet je gereed zijn. Je moet je op verschillende manieren kunnen concentreren en daarin moet je heel sterk zijn. Probeer het eens, ik zal je helpen."

Ik voelde dat Dectar het diertje vrijliet en het vloog dan ook dadelijk weg. Nu stelde ik mijn concentratie op het diertje in, maar het wilde niet komen en bleef waar het was.
"Je denkt niet goed, Venry. Je moet het innerlijke leven volgen, niet het diertje dat je kunt zien, maar zijn innerlijke leven. Zodra je dat leven in je voelt, ga je denken en dan voel je jezelf als een vogel en ben je er ook helemaal één mee. Dan zou je willen vliegen, want dat gevoel is in je en dan ben je ook als dat diertje. Daarna ga je denken, eerst heel rustig, vervolgens sterker en bewuster, steeds krachtiger denken, waarna je plotseling je wil instelt en dan zal het diertje doen wat je wilt. Ook dan volg je het, spring je mee van tak tot tak en breng je het dier naar de plaats die je van tevoren hebt vastgesteld.
Dus eerst éénmaken, geheel éénzijn en daarna je instellen op dat wat je wenst. Je kunt het heel rustig doen, maar ook in korte tijd, plotseling dus. Dan wil je alles ineens beleven. Het diertje komt dan naar je toe. Kun je mij voelen, Venry?"
"Ja, Dectar, ik zal mijn best doen."
"Je kunt het; in jou is die kracht; ik weet het."

Dus stelde ik mij opnieuw in, maakte mij voorzichtig één en verscherpte mijn concentratie. Ik wilde dat het diertje zou rondvliegen en daarna op mijn schouder zou gaan zitten. 70 Ik dwong nu het vogeltje dit te doen en het vloog met een ruk op van de plaats waar het zat en ging in het rond vliegen.
Dectar, die mij volgde, zei: ,,Prachtig, je ziet het, het diertje luistert en zal nu naar je toe komen."
Warempel, het vogeltje ging op mijn schouder zitten. Toen het naar mij toevloog, zag ik een ander gekleurd vogeltje en volgde nu dát diertje. Onmiddellijk voelde ik, dat het contact verbroken werd. Het vogeltje vloog op en keerde weer naar zijn plaats terug.
"Niet goed, Venry, je moet maar aan één ding tegelijk denken; er mogen geen andere gedachten in je zijn. Je hebt het gezien, nu nog eens en beter opletten."
Ik voelde mij doodmoe van dat concentreren en vroeg: ,,Waarom word ik daar zo moe van, Dectar?" "Je bent niet gewend op volle kracht te denken. Mensen die op volle kracht denken en voelen, zijn spoedig uitgeput. Al die andere mensen leven op halve kracht, dat is het halfwakende bewustzijn en daarover heb ik je al verteld. Nu leef je op volle kracht en is je wil op één doel ingesteld en daardoor ben je zo moe."

"Voor vandaag is het voldoende, Venry. Nu voel je meteen, hoe moeilijk het is je met de natuur één te maken, één te voelen. Kom, wij gaan hier vandaan."
"Is de ingestelde wil zo krachtig, Dectar?"
"Indien ik de kracht bezat, maar dan volledig bewust en ik wilde dat dit gebouw zou instorten, dan stortte deze tempel ook in, hoe machtig en sterk de fundamenten van dit gebouw ook zijn. Maar ook ik kan nog niet denken, ook ik ben daarin nog heel nietig."
Wij wandelden door de tuinen en volgden het planten- en bloemenleven. Dectar vertelde mij over de tempel en de hogepriesters. Zo ging de dag voorbij en volgden de weken en maanden elkaar op. Ik maakte grote vorderingen. Toen naderde het ogenblik, dat mij de eerste proeven zouden worden afgenomen. 71


terug naar het literatuuroverzicht






^