Emanuel Swedenborg - Hemelse verborgenheden

Deze tekst is samengesteld en welwillend toegezonden door de Digitale Swedenborg Bibliotheek.

Dit tekstdeel handelt over Genesis 1-26:27


Emanuel Swedenborg (1688-1772)
wetenschapper, staatsman,
filosoof, theoloog en ziener
50. Wat de Oudste Kerk verstond onder het beeld van de Heer, bevat meer dan gezegd kan worden; de mens weet helemaal niet dat hij van de Heer wordt geleid door engelen en geesten, en dat bij iedere mens tenminste twee geesten en twee engelen zijn.
Door de geesten geschiedt de gemeenschap van de mens met de wereld van de geesten en door de engelen met de hemel.
Zonder deze gemeenschap van de mens door de geesten met de wereld van de geesten, en door de engelen met de hemel, en zo door de hemel met de Heer, zou hij niet eens kunnen leven.
Zijn leven hangt geheel en al af van deze verbinding; als de geesten en de engelen zich zouden terugtrekken, zou hij onmiddellijk te gronde gaan.

Zolang de mens niet is wedergeboren [zichzelf als geest heeft verwerkelijkt, Freek], wordt hij op geheel andere wijze geleid dan wanneer hij is wedergeboren.
Wanneer hij niet wedergeboren is, zijn boze geesten bij hem, die hem dermate beheersen, dat de engelen, hoewel zij bij hem zijn, nauwelijks iets kunnen uitrichten; zij kunnen hem alleen leiden, zodat hij zich niet in het uiterste kwaad stort, en hem buigen tot iets dat enigszins goed is, en wel tot het goede van zijn eigen begeerte en tot het ware door de drogbeelden van zijn zinnen.
In dat geval heeft hij door degenen die bij hem zijn, gemeenschap met de wereld van de geesten, maar niet met de hemel, omdat de boze geesten heersen en de engelen slechts afwenden.

Maar wanneer hij is wedergeboren, dan heersen de engelen en geven hem al het goede en al het ware in, en tegelijk een afgrijzen en een vrees voor het boze en het valse.
De engelen leiden wel, maar alleen als dienaren, want het is enkel en alleen de Heer, die de mens door engelen en geesten regeert; en omdat dit gebeurt door de dienende bijstand van de engelen, wordt hier eerst in het meervoud gezegd: "Laat ons mensen maken naar ons beeld". Maar omdat Hij alleen alles regeert en schikt, wordt in het volgende vers in enkelvoud gezegd: "God schiep hem naar Zijn beeld".
[...] De engelen zelf erkennen ook, dat niet de minste macht bij hen is, maar dat zij uit de Heer alleen handelen.


terug naar het literatuuroverzicht






^