De wisselwerking tussen persoonlijkheid en levensgebeurtenissen


Door de eeuwen heen hebben mensen van over de hele wereld de betekenis van dit bestaan willen zien in het licht van de eeuwigheid, in het licht van de geestelijke wereld; maar het enige wat hier van die geestelijke wereld onmiddellijk ervaarbaar is, ben je zelf als menselijke geest.

De aarde als leerschool
De ervaarbaarheid van jezelf als menselijke geest is mogelijk door de werkzaamheid van je geestelijke vermogens in jezelf te herkennen en te beleven. Dat is het enige, wat hier van de geest ervaarbaar is en dat is ook het enig juiste uitgangspunt om de betekenis van dit bestaan te beoordelen.
Wij als die menselijke geest zijn godenkinderen, die in schijnbare eenzaamheid, schijnbaar aan onszelf zijn overgelaten in de leerschool, die dit tijdelijke, stoffelijke bestaan voor ons is. De aarde is een oefenschool voor die geestelijke vermogens, een school om ze bewust en beheerst te leren gebruiken. Door verwerking van de hier opgedane levenservaringen, waarvoor je je geestelijke vermogens moet gebruiken en ze daardoor steeds beter leert beheersen, ontstaat een groei naar geestelijke zelfstandigheid.
We zien in dit bestaan daardoor een weg, een ontwikkelingsweg die de mens begaat - de levensweg, die door de 'levensbeschrijving' wordt beschreven. Dat is een beschrijving van de menselijke geest, de persoon, die wordt gekenmerkt door een leerpersoonlijkheid (het geheel van kenmerken van die persoon in dit bestaan) en door de levensgebeurtenissen, die die persoon hier meemaakt.

Hoewel Gods wegen ondoorgrondelijk zijn, doordat wij hier in een toestand van onwetendheid verkeren, heeft alles wat ons in dit tijdelijke bestaan overkomt een diepere betekenis voor ons, die wij echter pas leren kennen als we weer thuis zijn.

Persoonlijkheid en omstandigheden
1. De tijdelijke leerpersoonlijkheid voor dit bestaan wordt gekenmerkt door een zekere eenzijdigheid die zodanig is, dat je datgene kunt beleven en leren, wat nu voor je groei naar latere heelheid nodig is.
2. Tegelijkertijd zijn hier de aardse levensomstandigheden zodanig, dat er een wisselwerking bestaat tussen jouw persoonlijke eenzijdigheid en die omstandigheden en gebeurtenissen, die met die eenzijdigheden samenhangen. Door die wisselwerking kun je leren, want zij dwingen je ongemerkt om bepaalde vermogens bewust te gebruiken, waardoor je toeneemt in de beheersing van dat vermogen. De geestelijke ontwikkeling die daardoor ontstaat, gaat heel geleidelijk door de voortdurende wisselingen van levensomstandigheden die wij hier moeten meemaken.

Dit is het uitgangspunt van geestkunde als levensbeschouwing en wereldbeschouwing. Het gebruik dat we van onze vermogens maken is door inkeer in jezelf onmiddellijk ervaarbaar als je beseft je bewust te zijn (waarnemen) van de gedachten die je vormt (denken) en de gemoedstoestand die je ervaart (voelen). Ook de geestelijke groei die we doormaken door met die vermogens onze levenservaringen te verwerken en er een houding tegenover aan te nemen, is ervaarbaar door te kijken naar hoe je vroeger met ervaringen omging en hoe je dat nu doet. Meestal neemt de wijsheid in de loop der jaren toe.
Die ervaarbaarheid is het bewijs van de geestelijke waarde en van de zin van de leerschool die dit bestaan voor ons is als menselijke geest.

Begeleiding
In die leerschool worden wij begeleid, zij het op onmerkbare wijze, vanwege onze persoonlijke vrijheid en vanwege het feit, dat zelfwerkzaamheid het meest wezenlijke is van jezelf als geest. Die zelfwerkzaamheid heeft als bijzondere eis dat je die ook op eigen kracht tot ontwikkeling brengt, want alleen dat, wat je zelf hebt bewerkt, kan jouw blijvende eigendom worden en dat geldt in het bijzonder voor de eigenschap van zelfwerkzaamheid. Het leven zet je daarom ertoe aan uit jezelf in beweging te komen.

Die geestelijke begeleiding is merkbaar door de geesteswetenschappen: numerologie, astrologie, Tarot en I Tjing. Door hen krijg je antwoorden van je begeleiders op vragen... maar de uitleg daarvan vereist toch ook weer die nodige zelfwerkzaamheid.
In deze geesteswetenschappen zijn de kenmerken van onszelf als geest herkenbaar: aan de ene kant de geestelijke vermogens die de tijdelijke leerpersoonlijkheid vormen en aan de andere kant de leerzame levensomstandigheden en levensgebeurtenissen: de lessen die we moeten leren door die gebeurtenissen te verwerken.

Geesteswetenschappen
Numerologie (vroegere naam: transcendente rekenkunde, ontwikkeld door Jamblichus in de 2e eeuw, gestoeld op de getallenleer van Pythagoras): de letters van de geboortenaam komen overeen met cijfers (a is 1, b is 2 enz.); door die volgens de 'gereduceerde cijfersom' op te tellen, verkrijg je een getal van 1 t/m 9; dat getal is een weergave van je tijdelijke persoonlijkheid;
door de cijfers van de geboortedatum volgens de gereduceerde cijfersom op te tellen, verkrijg je een getal van 1 t/m 9, dat een aanduiding is van je levensloop, je levensbestemming, je lot.

Astrologie: de planeten in de tekens van de dierenriem in je horoscoop en hun onderlinge verhoudingen, geven een beschrijving van je tijdelijke leerpersoonlijkheid;
de stand van de planeten in de huizen van de horoscoop geven je levensloop weer.

Tarot kaarten: in de grote arcana zijn de kaarten 1-9 een weergave van persoonlijkheidskenmerken; de andere kaarten (10-24) geven de levensomstandigheden weer;
in de kleine arcana zijn het de kaarten van het koninklijk gezin (16), die een aanduiding zijn van je leerpersoonlijkheid, terwijl de andere kaarten (40): levensomstandigheden weergeven.

Handlijnkunde: de levenslijn (waarnemen, willen), de hoofdlijn (denken) en de hartlijn (voelen) duiden de persoonlijkheid aan;
de lotslijn, de heuvels en de kleinere lijntjes zijn een aanduiding van je lot, je levensbestemming.

Jesaja 49:15-16
Maar kan een vrouw haar zuigeling vergeten of harteloos zijn tegen het kind dat zij droeg?
Zelfs al zou zij het vergeten, ik vergeet jou nooit.
Ik heb je in mijn handpalm gegrift, je muren staan mij steeds voor ogen.

De 'muren' betekenen 'je huis'; in de dieptepsychologie van Jung geldt dat 'je huis' een zinnebeeld is van de eigen persoonlijkheid. Dus: de persoonlijkheid van de mens staat in Gods handpalm gegrift. Omgekeerd kan de mens als kind Gods zijn persoonlijkheid in de eigen handpalm terugvinden.

I Tjing: in de I Tjing gaat het om de edele (degene die de I Tjing als psychodiagnosticum raadpleegt) en zijn lotgevallen, zijn levensomstandigheden en levensgebeurtenissen. De 'Voorwereldlijke rangorde' (Tweede Boek) geeft een beschrijving van de 8 hexagrammen als de eigenschappen van de vermogens van de menselijke geest, de persoon;
terwijl de 'Binnenwereldlijke rangorde' beschrijft hoe de eigenschappen van die vermogens als het ware zijn uitgerold over het pad, dat die persoon op aarde begaat. Daardoor is er een wisselwerking tussen de persoonlijkheid van de mens en diens levensomstandigheden. Beide worden door de I Tjing in nauw verband met elkaar beschreven.

Runestenen: het Germaanse alfabet in de vorm van de runestenen kan zowel worden gebruikt om ermee te schrijven, alsook als psychodiagnosticum. Zij beschrijven vooral de levensomstandigheden en geven raad, hoe in die omstandigheden te handelen. Maar ook daarin is een geestelijke ontwikkeling te herkennen, die bij Odin (Wodan) eindigt.

Psalm (van David) 25:1-4
Mijn verlangen gaat uit naar U, Heer,
U bent mijn God. [...]
Leer mij uw wegen kennen, Heer,
maak mij wegwijs op uw paden...
Psalm 82:6
Ooit heb ik gezegd: "Jullie zijn goden,
zonen van de Allerhoogste, allemaal."

Jesaja 41:10
Vrees niet, want Ik ben bij je, wees niet bang, want Ik ben jouw God.
Ik maak je sterk en help je, en ondersteun je met de heilzame kracht
van mijn rechterhand.


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^