het uitgekeerde denken


Het denkvermogen is in het algemeen de zin voor inzicht en waarheid, juistheid en rechtvaardigheid. Als het denken op eenzijdige wijze in de persoonlijkheid tot ontwikkeling komt samen met de uitgekeerde instelling, dan is de geestelijke werkzaamheid gericht op het overdenken van begripsmatige onderwerpen en zaken, die zich in de buitenwereld en in de maatschappij bevinden. Het uitgekeerde denken is het denken voor de ander.

De uitgekeerd denkende persoon: is verstandig, zakelijk en heeft een rijke, scheppende verbeeldingskracht; kan goed gedachten onder woorden brengen; spreekt de voortbrengselen van het denken, de gedachten, voortdurend naar buiten toe uit in de vorm van verstandelijke oordelen, overtuigingen en meningen; streeft ernaar die gedachten ingang te doen vinden bij anderen; strijd voor rechtvaardigheid en het overwinnen van de waarheid; neemt in vergaderingen meteen het woord om het eigen standpunt te verdedigen en dat van anderen zo nodig aan te vallen; geniet ervan ergens tegen in te gaan en het laatste woord te hebben; streeft naar het besturen van anderen door regels voor hen op te willen stellen; brengt niet alleen de eigen oordelen op strijdbare wijze onder woorden, maar streeft er ook naar het oordeel van anderen uit te lokken door prikkelende opmerkingen en het gebruik van krachttermen, vanwege de behoefte ook anderen tot denken aan te zetten; wijst denkbeelden van anderen bij voorbaat af en weet het altijd beter; streeft met volharding naar wetenschap door verbreding van kennis; is een wetmatige denker (de vader, gezagsdrager, wetgever, politicus, ambtenaar, manager, natuurwetenschapper).

Van de overige vermogens kunnen het waarnemen en willen ook ontwikkeld zijn, maar zij worden gebruikt voor de verstandelijke doeleinden van de uitgekeerd denkende persoon.

De tegendelen van het uitgekeerde denken, het voelen en de ingekeerde instelling komen het minst tot ontwikkeling, zijn min of meer onbeheerst gebleven, waardoor de uitgekeerd denkende persoon ook: kan worden gekenmerkt door een onredelijke, persoonlijke vooringenomenheid, die naast het redelijke oordeel kan bestaan; een geheime twijfel heeft, die door leerstelligheid wordt onderdrukt; wordt gekenmerkt door een rechtlijnigheid, die wordt veroorzaakt door gebrek aan medegevoel en soepelheid; angst kent voor het eigen innerlijk.
De uitgekeerd denkende persoon is overgevoelig en eerzuchtig, waardoor de behoefte bestaat zich te vergelijken en te meten met anderen, wat tot uiting kan komen als wedijver, minachting, onverdraagzaamheid en afgunst (de eerzuchtige wetenschapper, de minachtende politicus, de eigenmachtige ambtenaar).

In de numerologie wordt deze persoonlijkheid beschreven bij het getal drie (enneagram: acht),
in de grote arcana van de Tarot bij de Keizer (Keizer)
en in de kleine arcana bij de Koning en de Ridder van Zwaarden
en Munten 3, Zwaarden 3, Bekers 3 en Staven 3.


terug naar de woordenlijst D

terug naar Pythagoras 3







^