heelheid


Heelheid is de geestestoestand waarin de menselijke geest zichzelf heeft verwerkelijkt door de vermogens tot ontwikkeling te brengen en daardoor de hereniging met de geestelijke oorsprong, de algeest, mogelijk heeft gemaakt.
In de zelfverwerkelijkte toestand zijn de vermogens in de ingekeerde instelling tot ontwikkeling gekomen als het geweten, in de uitgekeerde instelling als de deugden. De geestestoestand is daardoor in overeenstemming gekomen met die van de algeest, waardoor de hereniging ermee mogelijk wordt.

De menselijke geest is geboren uit de algeest door een puntvormige verdichting van het geestelijke licht en de geestelijke warmte van de algeest. De menselijke geest leeft daardoor als een bolvormige wolk van licht en warmte ín de goddelijke algeest en is er naadloos mee verbonden. De band met de algeest is een wezenlijke eigenschap van de menselijke geest. Zonder de hereniging met de algeest is er daardoor geen sprake van heelheid.
Sommige levensbeschouwingen beperken zich tot de ontwikkeling van de persoon. Dat leidt weliswaar tot een beperkte, persoonlijke heelheid, maar de verbondenheid met het al, de wezenlijke heelheid, wordt daardoor buiten beschouwing gelaten.


terug naar de woordenlijst H






^