twijfel


Het woord 'twijfel' hangt etymologisch samen met 'twee' en 'twist'. De betekenis is daardoor: 'tweestrijd'.
Die tweestrijd is een innerlijke tweestrijd; de geest verkeert bij twijfel in een gemoedsgesteldheid van onzekerheid doordat die niet kan kiezen tussen twee mogelijkheden. Daardoor blijft de geest hinken op twee gedachten.

In de gemoedstoestand van twijfel kan de geestelijke werkzaamheid: het waarnemen, denken, voelen en willen, niet doorstromen. De geestelijke krachtsontwikkeling kan daardoor niet uitmonden in een besluit en een handeling. De krachtsontwikkeling blijft steken, wat de oorzaak is van krachtsophoping en daardoor van innerlijke gespannenheid.
De geest komt in een geestesgesteldheid van geremdheid terecht; hij is er niet zeker van wat te doen, wat de oorzaak is van de innerlijke onzekerheid. Deze innerlijke onzekerheid vermindert het gevoel van zelfvertrouwen: het gevoel van vertrouwen dat de geest heeft in zijn vermogen de geestelijke vermogens bewust en beheerst te gebruiken.

In dit tijdelijke bestaan is de menselijke geest schijnbaar aan zichzelf overgeleverd; de band met begeleiders in de geestelijke wereld lijkt verbroken te zijn. Deze toestand is noodzakelijk om de geest de gelegenheid te geven het volkomen zelfstandig gebruik maken van de geestelijke vermogens te oefenen.
De toestand is vergelijkbaar met een klas met leerlingen, waar de leraar ontbreekt. De leerlingen moeten het nu zelf uitzoeken en zij worden er zo toe aangezet hun eigen leraar te zijn - de enige manier om tot de noodzakelijke zelfverwerkelijking te komen!

Doordat de band met de begeleiders ontbreekt en er nu zélf een besluit moet worden genomen over het bestaan van de geest en de geestelijke betekenis van dit bestaan, kan de menselijke geest in een toestand van twijfel komen te verkeren ten aanzien van zichzelf, van de geestelijke begeleiding en van God. Doordat de zekerheid van de waarneming ontbreekt, is de geest aangewezen op het geloof in God en deze toestand van onzekerheid is daardoor een beproeving van het geloof in de geest en in God.

Zij, die het juiste besluit hebben genomen in God te geloven, worden ook in dat geloof beproefd door het ongeloof van anderen om zich heen. Door hun ongeloof gaan zij ertoe over de levensbeschouwing van gelovigen af te wijzen. Zij komen daardoor in een toestand van dubbele beproeving terecht. Om toch staande te kunnen blijven, worden zij ertoe aangezet naar wegen te zoeken om in hun geloof te volharden door gebed, studie en bespreking. Daardoor kan hun geloof worden gesterkt en hun twijfel verminderd.

De twijfel verdwijnt geheel als er persoonlijke, paranormale ervaringen zijn opgedaan met de werkelijkheid van de geestelijke wereld en met hen die van daaruit de menselijke geest begeleiden op hun pad door dit tijdelijke bestaan. De genade van het ervaren van die werkelijkheid betekent voor die personen een grote vreugde! De onzekerheid van de twijfel wordt daardoor opgelost.


terug naar de woordenlijst T






^