bewuste vereenzelviging


De onbewuste vereenzelviging (z.a.) is een algemene en van tevoren bestaande geestestoestand, waarmee iedere geest opnieuw aan het tijdelijke bestaan begint. Op sommige gebieden van het bestaan kan de onbewuste vereenzelviging echter uitgroeien tot een bewuste vereenzelviging. Het is de geestestoestand, waarin de geest zich bewúst is geworden van het bestaan van de vereenzelviging met een bepaalde persoon, beroep, zaak, voorwerp, aangename levensomstandigheid of genotschenkende stof. Deze bewuste vereenzelviging is de gehechtheid.

In de toestand van bewúste vereenzelviging is de geest tot het beséf gekomen zich één te voelen met iets anders buiten de geest en er als het ware door bezeten te zijn. Door de overdracht van aandacht en toewijding op een persoon of voorwerp enz. in de buitenwereld, is als het ware ook het zelfgevoel erop overgegaan. De persoon voelt zich één met de persoon of het voorwerp. Het lijkt alsof dat andere waar de gehechtheid zich op richt, het gedrag beïnvloedt, de baas is geworden over het gedrag (zoals bij drugs). In werkelijkheid is de oorzaak van deze toestand echter het gebrek aan zelfbewustzijn en zelfbeheersing van de geest zelf, die zich daardoor helemaal laat gaan.
Gebeurt er nu iets met de persoon of het voorwerp waar het zelfgevoel in over is gegaan, dan moet de vereenzelvigde persoon dat meebeleven alsof het hem of haar zelf betrof.

Hoewel de geest al wel wéét heeft gekregen (waarnemen) van de toestand van afhankelijkheid door bewuste vereenzelviging, heeft de geest die toestand - nog - niet in de hand (willen). Doordat de wilskracht nog niet bewust wordt beheerst, wordt er juist met kracht gestreefd naar bevrediging van de verlangens, die met de gehechtheid samenhangen.
De geestelijke vermogens bevinden zich in de gehechtheid in de zelfgerichte toestand en hebben voornamelijk het eigen heil als doel (zie: zelfzucht).


terug naar de woordenlijst V






^