zelfbeheersing


Zelfbeheersing hangt samen met de ontwikkelde geestestoestand waarin de geest macht heeft gekregen over de eigen vermogens. Bewust en beheerst worden dan alle ervaringen waargenomen, overdacht en doorvoeld, waarop een zinvolle, gepaste uitspraak wordt gedaan of handeling wordt uitgevoerd.
Als de geest de vermogens tot ontwikkeling heeft gebracht door ze, zoveel als mogelijk is, bewust en beheerst te gebruiken, dan is het waarnemingsvermogen ontwikkeld tot schoonheidszin, tot zin voor orde en netheid, dan wordt het denken gekenmerkt door wijsheid en een streven naar de waarheid, het voelen door liefde en goedheid, en de wil door kracht en volharding.
In de zelfbeheerste toestand wordt het gedrag gekenmerkt door de uitingen van het geweten en de deugden.
Met zelfbeheersing wordt hier niet bedoeld de plichtmatige poging zich bij bepaalde gebeurtenissen 'in te houden'.


terug naar de woordenlijst Z






^