zelfoverdracht


Zelfoverdracht is een bijzonderheid binnen het algemene verschijnsel van overdracht, veroorzaakt door de toestand van onbewuste vereenzelviging. Zelfoverdracht is het verschijnsel dat de geest door onbewuste vereenzelviging het zelfbesef overdraagt op een denkbeeld van zichzelf in de ziel: het zelfbeeld. Dit zelfbeeld wordt vervolgens aangeduid met woorden zoals 'het ik', 'het ego' en 'het zelf', al dan niet met een hoofdletter geschreven.
Door zelfoverdracht komt de geest in een geestestoestand, die wordt gekenmerkt door het verschijnsel dat de geest op een afstandelijke wijze over zichzelf denkt en spreekt. Daardoor kan het wel komen tot inzichten over zichzelf als geest, verkregen door beschouwingen en overdenkingen, maar kan het door de afstandelijkheid niet komen tot zelfbeleving, zelfervaring en daardoor tot zelfkennis.

Bij hersenonderzoekers die de eigenschappen van de geest - die alle in de hersenen aanwezig zijn - aan het ontdekken zijn, vindt deze zelfoverdracht plaats op het voorwerp van hun onderzoek, de hersenen. In de toestand van overdracht op het zelfbeeld is er nog wel het besef dat er van iets zelfstandigs, geestelijks sprake is, maar in de toestand van overdracht op de hersenen heeft de onwetendheid omtrent zichzelf zijn uiterste grens bereikt. Dit dieptepunt van onwetendheid wordt gekenmerkt door het ontkennen van het bestaan van de geest van zichzelf. De menselijke geest leeft in deze toestand in de vaste overtuiging dat 'geest' niet meer dan een bijverschijnsel van 'neuronale activiteit' is.


terug naar de woordenlijst Z






^