Hemelse vraaggesprekken


Een verhandeling over levendige, leerzame gesprekken, die zijn gevoerd tussen een vijftal personen op aarde en meerdere begeleiders in de geestelijke wereld, door middel van 42 'kruisbord-gesprekken' (zie bij het kopje 'kruis-bord' hieronder) van juli 1994 tot febr. 2000, gedurende 5,5 jaar.
Tijdens die gesprekken werden er 123 geesteswetenschappelijke vragen gesteld en antwoorden gegeven door begeleiders uit de geestelijke wereld. Na de Inleiding volgt een samenvatting van de leerzame onderwerpen daaruit.

"Alles wat gebeurt en toeval wordt genoemd, en wordt toegeschreven aan het lot of geluk, is van de goddelijke Voorzienigheid. Maar de Voorzienigheid werkt onzichtbaar en op een niet te begrijpen wijze, opdat de mens in alle vrijheid de keuze heeft een gebeurtenis toe te schrijven aan het lot... of aan de Voorzienigheid!"
Emanuel Swedenborg - Hemelse Verborgenheden 5508 2

Inhoud
1. Inleiding
2. De kruisbord-gesprekken
3. Nabeschouwing

1. Inleiding

Gespreksgroepen
Nadat wij in de zomer van 1991 het boek De Levensweg hadden uitgegeven middels onze Uitgeverij Hof ter Borgh, verscheen er een uitgebreid artikel over het onderwerp in de Gelderlander en werd het boek ook behandeld tijdens het radioprogramma Tendens van Omroep Gelderland. Ook organiseerde ikzelf lezingen over geestkunde in de Achterhoek en werd ik voor lezingen gevraagd, zoals door de spirituele vereniging Parabole uit Doetinchem en de levensbeschouwelijke boekhandel Johannes uit Leuven. Daaruit kwamen een aantal grotere en kleinere gespreksgroepen voort.
De grootste was als gespreksgroep te groot en viel in een aantal kleinere uiteen. Zo kwamen mijn vrouw en ik o.a. terecht in een klein groepje met twee vrouwen, Anne en Martine en een man, Jan; Anne was o.a. tarotiste en astrologe, en Jan numeroloog. De maandelijkse bijeenkomsten met deze groep vonden plaats in de praktijkruimte in het huis van Anne in Terborg.
Om privacy-redenen zijn de namen door schuilnamen vervangen. Alle persoonlijke onderwerpen zijn verwijderd. Alleen de algemene, leerzame onderwerpen zijn weergegeven.

Het kruis-bord
Op een zekere avond in juli 1994 ontstond het plan dat Anne voor mij de Tarot-kaarten zou leggen i.v.m. geestkunde en de verspreiding daarvan. De kaarten kwamen rondom 'Staven tien' in het midden te liggen: het beëindigen van een bepaald werk en het begin van een nieuw werk. Toen Anne de betekenis van de Tarot-legging had besproken, haalde Jan opeens onder de tafel een kruis en een bord vandaan. Anne uitte nog wel haar twijfels daarover, maar Jan zette door.
Het bord was een kartonnen vierhoek met daarop in grote letters het alfabet en de rij getallen van 1 t/m 10. Daaronder nog 'JA' en de afbeelding van een telefoon. Het kruis bestond uit twee houten stokjes, elk ongeveer 70 cm lang, in het midden bijeengehouden met een houtschroef, die in een plug was gedraaid: de punt van het kruis.
Het bord werd midden op de tafel gelegd. De rangschikking aan de tafel was op dat moment zo, dat twee mannelijke deelnemers één stokje lichtjes vasthielden en twee vrouwelijke deelnemers, waaronder Anne, het andere stokje; de vijfde deelneemster zou opschrijven wat er gebeurde. Later bleek dat in dit gezelschap Anne het medium was; zonder haar gebeurde er niets.

Telekinetische welkomstgroet
We waren nauwelijks klaar met deze opstelling of het kruis werd door een onzichtbare kracht opgetild, waarna er rondjes mee werden gedraaid boven het bord; maar het kruis werd af en toe bij de aanwezigen ook stil en schuin gehouden als een soort welkomstgroet. Met deze begroeting werd later iedere bijeenkomst begonnen en beëindigd.
Het kruis werd door de onzichtbare hand volkomen zelfstandig bewogen, de vier aanzittenden die de stokjes lichtjes vasthielden tussen duim en wijsvinger, gingen als vanzelf mee in iedere beweging die met het kruis werd gemaakt. Er bleek sprake van een niet vooraf afgesproken samenwerking tussen boven en beneden, waardoor een uniek, paranormaal te noemen telekinetisch verschijnsel zich uitgebreid aan ons voordeed en waar de aanzittenden zelf, onwillekeurig en zonder storing, in meebewogen als in een onzichtbaar, hemels-aards samenwerkingsverband, dat bovendien - schijnbaar vanuit het niets - een betekenisvolle en samenhangende tekst voortbracht.

Hemelse en aardse eenheid
Daarmee begon een in de tijd van vijf jaar voortgezet maandelijks gesprek tussen de zichtbare aanwezigen op aarde en de onzichtbare in de geestelijke wereld. Steeds was er één geestelijk persoon, een hemelling die het kruis bestuurde en de letters aantikte. Deze persoon was voor dat moment ook de leider van het gesprek, dat op een hoog peil stond en op beschaafde toon werd gevoerd. De aardlingen werden uitgenodigd mondeling of schriftelijk vragen te stellen, die vervolgens door de hemellingen werden beantwoord.
Hun antwoorden werden met de punt van het kruis op het bord gespeld, door steeds een letter aan te tikken. Dit spellen verliep vloeiend, zonder een enkele aarzeling, rechtstreeks werden de juiste letters gekozen en de aanzittenden gingen even vloeiend in die beweging mee. Eén van de aanwezigen noemde de aangetikte letters, een ander schreef de zo gevormde woorden op.

Hemels vraaggesprek
Door de hemelling geleid, vormde die tussen zichzelf, het kruis en de vier aardlingen, een hechte, soepel samenwerkende eenheid. Om die eenheid te bereiken, werd er vooraf een kwartier door de groep gebeden. De gevormde zinnen vormden een hoogstaande tekst in eenvoudige bewoordingen, die juist waren gekozen. Zelden werd er een spelfout gemaakt of een verkeerd woord gebruikt. De antwoorden sloten nauwkeurig aan op de vragen. Het gesprek verliep in de vorm van een evenwichtig, hemels vraaggesprek en was voor de aanwezigen een buitengewone, indrukwekkende ervaring: een rechtstreeks bewijs van liefdevolle, geestelijke begeleiding door broeders en zusters, onzichtbaar in de geestelijke wereld aanwezig bij de groep op aarde in de kamer van Anne, het medium.
Er werd ook gebruik gemaakt van kaartjes met leerzame teksten en uitspraken erop; zij lagen op een hoopje op de tafel en met de punt van het kruis werd er dan zolang in die hoop geroerd, tot het verlangde kaartje vrij kwam te liggen, wat dan werd aangetikt.

Geesteswetenschappelijke vragen en persoonlijke omstandigheden
Ongeveer de helft van de tijd van zo'n avond ging naar de geesteswetenschappelijke vragen die ik iedere bijeenkomst op een lijstje naast het bord legde. Al die vragen werden op bevredigende wijze beantwoord en die antwoorden zijn in het overzicht hieronder weergegeven. De andere helft van de tijd ging naar de persoonlijke levensomstandigheden en gebeurtenissen van de aanwezigen. Het bleek dat onze broeders en zusters op de hoogte waren van alle wederwaardigheden in ons bestaan. Ook op verdrongen jeugdervaringen en hun invloed op ons huidige bestaan, werd ingegaan. Persoonlijke vragen werden uitgebreid behandeld, ook als het om schijnbaar eenvoudige zaken ging.

Vrije keuze
Waar het nuttig en nodig was, gaven zij goede raad. Daarbij werd onze vrijheid om een keuze te maken, altijd geëerbiedigd. Op meningsverschillen werd opbouwend ingegaan. Nooit werd er op een dwingende of verwijtende toon gesproken en al helemaal niet gedreigd. Wij werden volkomen vrij gelaten en de bijeenkomsten waren geheel vrijblijvend. De sfeer was die onder geestverwanten, vrienden en vriendinnen, en het was steeds een vreugde om er bij te mogen zijn, een unieke ervaring van een persoonlijke band met broeders en zusters van de andere kant, die ons allen met dankbaarheid en verwondering vervulde.

Hemelse begeleiders
Het bleek dat ieder van ons een aantal begeleiders in de geestelijke wereld heeft, broeders en zusters, die ons liefdevol begeleiden op ons pad door het aardse bestaan. Zij verbinden zich met ons op etherische wijze en geven ons kennis, gedachten en gevoelens in, zonder dat wij merken dat die ingevingen van onze begeleiders komen. Evengoed blijft dan de vrije keuze aan de mens op aarde al dan niet iets met de ingegeven kennis of gevoelens te doen.
Het schudden, trekken en leggen van de Tarot-kaarten, het rollen van de I Tjing-munten en van de rune-stenen, het aanklikken van websites met kaarten, het waren hún etherische handen die dit alles beïnvloedden en dat alles zorgde ervoor, dat wij zinvolle berichten kregen.

Leerpunten
De vijf aanwezigen waren persoonlijk getuige van gesprekken met hier onzichtbare broeders en zusters uit de geestelijke wereld over een twintigtal hier volgende leerpunten:
- naast de stoffelijke wereld bestaat een geestelijke wereld, die onzichtbaar de stoffelijke wereld geheel doordringt en die wereld niet stoort;
- in de geestelijke wereld ligt de oorsprong van de stoffelijke wereld;
- de geestelijke wereld is 'thuis', de aarde is een tijdelijke kostschool, een proeftuin;
- 's nachts is de geest uitgetreden waardoor het lichaam slap wordt ('slaapt'), als de geest zich weer met het lichaam (het orgaan is: de hersenen) verbindt, ontwaakt het;
- vriendschappen blijven bestaan, ook als één van hen is overleden en de ander nog op aarde is;

- er bestaat een onmerkbare, geestelijke begeleiding van de mens op aarde door broeders en zusters vanuit de geestelijke wereld;
- door de vrije keuze kunnen zij echter pas iets doen, als de mens op aarde een duidelijke vraag stelt;
- de persoonlijke begeleiding vindt plaats door een groep begeleiders met een hiërarchische opbouw;
- de uiteindelijke leiding vindt plaats door Jezus, in wie Gods heilige geest bij heel de mensheid is;
- de wisselwerking tussen boven en beneden heeft een geestelijke ontwikkeling van de aardlingen als doel;
- ook andere hemellingen waren bij de gesprekken aanwezig om ervan te leren;

- de geestelijke ontwikkeling van de mens op aarde gaat in stappen, doordat door wedergeboorte steeds nieuwe levens op aarde kunnen worden beleefd;
- voor ieder nieuw bestaan krijgt de mens een tijdelijke leerpersoonlijkheid, die is aangepast aan de levensbestemming en aan gebeurtenissen die deze keer moeten worden ervaren;
- om de nodige ervaring op te doen, komt het voor dat een vrouwelijke geest een bestaan in een mannelijk lichaam meemaakt, en omgekeerd;
- hoe meer de persoon op aarde zich ontwikkelt, hoe meer die zichzelf wordt als de kosmische persoonlijkheid thuis en zo de sfeer van de hemel op aarde brengt;

- die ontwikkeling betreft het verwerkelijken van het geweten en de deugden, en het aanvaarden van een geestelijke levensbeschouwing, waarbij de betekenis van dit tijdelijke bestaan wordt gezien in het licht van de eeuwigheid;
- de mens beschikt hier over de vrijheid voor die levensbeschouwing te kiezen of die te verwerpen;
- in het laatste geval treedt de geestesgesteldheid van onbewuste vereenzelviging met dit tijdelijke bestaan volledig in;
- in die geestesgesteldheid ziet de mens alleen de stoffelijke helft van Gods schepping;

- Gods geest is een vader/moederlijke tweelinggeest;
- de menselijke geest wordt als een mannelijk/vrouwelijke tweelinggeest uit Gods geest 'geboren';
- doordat zij een gezin vormen, is de ouderlijke begeleiding bij de kinderlijke groei naar volwassenheid de daar op een natuurlijke wijze bij behorende werkzaamheid van ouders en van oudere broers en zusters;
- de groei naar volwassenheid leidt uiteindelijk tot de hereniging in het goddelijke gezin.

terug naar de Inhoud

2. De kruisbord-gesprekken

Bijeenkomst 1 (de samenwerking tussen de geestelijke en stoffelijke wereld)
Vier deelnemers nemen het kruis op dat dan rondjes begint te draaien en allen begroet, door even bij die persoon stil te staan en naar hem of haar te wijzen met de punt van het kruis. Het kruis draait vervolgens enige tijd krachtig in het rond en maakt ook een dansende beweging omhoog en naar beneden.
Het kruis tikt vervolgens als allereerste zin op het bord aan: Blijf bij jezelf, Freek.
Jan: Mag ik vragen wie er bij ons is? Kruis: Frans (De overleden vader van Anne).
Frans tikt dan aan: Vier zelf de griep goed uit.
Onderling overleg wat deze woorden kunnen betekenen. Freek meent dat dit betekent, dat hij de in zijn jeugd opgelopen zelftwijfel door het afwijzende gedrag van zijn ouders, goed moet verwerken.
Jan: Is de opvatting van Freek juist? Frans: Ja.
Jan: Als jullie willen, kunnen jullie nu vragen stellen.

Freek: Mag ik mij volledig voor de verspreiding van geestkunde gaan inzetten?
Frans: Ja (Freek wordt vervolgens 'ingestraald' doordat het kruis bij hem stilstaat en met de punt naar hem wijst). Frans: Er liggen nog veel meer taken op je levensweg. Freek: Mag ik daarvoor om kracht vragen?
Frans: Wij zijn steeds bij je. Hulp is onderweg. Rust eerst maar uit. Vertrouw op ons (Freek wordt weer ingestraald). Freek: Ik ben hier heel dankbaar voor!
Frans: Wij zijn jou heel dankbaar. Samenwerking is begrip voor elkaar, liefde en geloof in God. Het leven is moeilijk, maar waard om geleefd te worden.
(De laatste drie antwoorden wijzen op een samenwerkingsverband, een werkgroep.)

Bijeenkomst 2 (aankondiging van een nieuw boek)
Frans: Liefde geven. Elk mens maakt fouten. Vergeef en vergeet. Wij zijn allen nog op weg. Inzicht moet groeien. (Het betrof het afkeurenswaardige gedrag van een familielid van een van ons.)

Frans: Boek Freek ligt al klaar. Anne: Voor Freek? Frans: Ja. Er komt nieuw boek (het boek Geestkunde).
Astrid: Dus Freek moet een nieuw boek schrijven met behulp van de geestelijke wereld?
Frans: Ja. Tijd komt vanzelf, maar eerder dan je denkt. Astrid: Moet Freek dat doen terwijl hij nog in de apotheek werkt? Frans: Oplossing zal komen op zijn tijd.

Frans: Er komt een nieuwe tijd.
Frans: Bid in liefde voor de mensen van de rampen. Veel onbewuste zielen. Stuur ook licht en liefde naar Gods geesten. De bemoediging doet ook hen vreugd. Dank jullie, ga met God!

Bijeenkomst 3 (Freek wilde de kernpunten van geestkunde testen door ze aan Frans voor te leggen)
Freek: De eerste vraag betreft de kern van geestkunde. Naar mijn mening is de geest een bewuste levenskracht, die zich voordoet als geestelijk licht en geestelijke warmte. Deze beide eigenschappen kunnen vormbaar en zelfvormend zijn (waarmee de vermogens samenhangen). Waarnemen is vormbaar licht, denken zelfvormend licht, voelen vormbare warmte, willen zelfvormende warmte. Door nu deze vermogens bewust en beheerst te leren gebruiken, maak je een geestelijke ontwikkeling door, waardoor je geestesgesteldheid, de toestand van je eigen licht en warmte, met die van de goddelijke algeest overeen gaat komen en de hereniging ermee kan plaatsvinden.
Frans: Groei door de geest is de kern. God is de allesomvattende.
Hij leert de mens door middel van zijn vermogens.
De kern zit in iedere mens, maar moet eerst bewust worden gemaakt.

Freek: Volgende vraag? Frans: Ja.
Freek: Naar mijn mening is de geest de levende, werkzame kern en zijn ziel en lichaam uitstralingen van de geest. De geest is de scheppende vormkracht, die een krachtveld om zich heen uitstraalt. De ziel is het vormbare krachtveld, waarin de geest de voortbrengselen van zijn vermogens kan vasthouden, wat het geheugen is; de geestgedaante is het vormenkrachtveld, waarin ook de eigenschappen van de vermogens als vorm tot uitdrukking komen. Dit vormenkrachtveld kan stof vasthouden, waardoor het lichaam, de vaste vorm, in stand wordt gehouden. Is dit juist? Frans: Correct.
Freek: Ik dank je wel voor deze bemoediging, Frans! Frans: Freek, vertrouw op jezelf.
Freek: Maar dank zij jou heb ik nu wel een grote steun in de rug.
Frans: Waarheid is op zoek gaan naar de bron in jezelf. Freek: Dat is prachtig gezegd!

Mag ik de volgend vraag stellen? Het kruis schommelt nu eerst geruime tijd heen en weer tussen Jan (man) en Martine (vrouw). Frans: Ja.
Freek: De mannelijke vermogens van de geest zijn het denken, willen en de uitgekeerde instelling, de vrouwelijke vermogens het waarnemen, voelen en de ingekeerde instelling. Is deze opvatting juist? Frans: Klopt. De anima en de animus.
Freek: Dat vind ik leuk! Dat zijn Jungse begrippen! Frans: Evenwicht in gevoel en verstand.

Frans wijst nu op het papier de volgende vraag aan en Freek stelt die.
Freek: Het lot is onze levensbestemming, die vast ligt, terwijl wij hier zijn om ons door vrije wilsbeschikking zelf tot ontwikkeling te brengen. Hoe is nu de verhouding tussen die vaste levensbestemming en de vrije wilsbeschikking?
Frans: Lot kan zich altijd wijzigen [het lot ligt dus niet helemaal vast]. Wanneer de geest zich ontwikkelt en de levenslessen goed zijn opgepakt, geleerd en verwerkt zijn, kunnen opnieuw levenslessen zich aandienen.
Freek: Er is dus ook een ontwikkeling in het lot als de levensbestemming? Frans: Ja.
Het kruis schommelt nu heen en weer tussen de ene, lege stoel aan tafel en Astrid, die daar tegenover zit, vervolgens ook tussen Anne en Freek. Anne had aan haar werktafel altijd een lege stoel staan voor haar hemelse begeleider.

Freek: Zal ik de volgende vraag stellen? Wat is er de oorzaak van dat in sommige geschriften wedergeboorte en lot worden beschreven als de grondslag van geestelijke ontwikkeling van de mens, terwijl in andere geschriften eraan voorbij wordt gegaan of zelfs wordt ontkend dat het bestaat?
Frans: Reïncarnatie is wel aanwezig, doch wordt niet altijd gebruikt. Soms is het niet nodig. Eigen gedachten van mensen vullen de inhouden op hun - manier. Hun eigen gevoelsbeleving (herhaling) - is dus niet altijd waarheidsgetrouw. Waarheid is ook voor ieder anders.

Freek: Volgende vraag? Frans: Ja.
Freek: Wat is er de oorzaak van en wat is de betekenis van de geestelijke inwerking, die wij tijdens zelfbezinning en gebed op ons hoofd voelen uitgeoefend?
Frans: 'Fontanel' (de kruinchakra) is gesloten bij volwassenen. De druk ontstaat door de verbinding met boven.
Freek: Worden wij dan ingestraald? Frans: Ja, de sluier gaat verdwijnen.
Freek: Is die sluier het vlies waar Steiner het over heeft en dat ons afsluit van de geestelijke wereld?
Frans: Ja. Ontwikkeling maakt dat (verdwijnen) mogelijk, mits op de juiste wijze gezocht wordt naar de zuivere aansluiting, de weg naar God en het grote licht van zijn allesomvattende liefde.
Freek: Is dat datgene, wat ik versta onder de hereniging? Frans: Welkom thuis.

(Swedenborg, Hemel en Hel: ...dat het niet aan anderen wordt gegeven om met de engelen van de hemel te spreken dan aan hen, bij wie de 'innerlijke dingen' (chakra's) zijn geopend door de goddelijke ware dingen tot aan de Heer toe, want in die (chakra's) vloeit de Heer bij de mens in, ... en vloeit ook de hemel in. De invloed van de engelen bij de mens is in zijn hoofd, rondom, van het voorhoofd en de slapen tot elk deel waaronder het cerebrum is, omdat die streek van het hoofd overeenstemt met het inzicht.
De invloed echter van de engelen is in dat deel van het hoofd wat het cerebellum is en het achterhoofd wordt genoemd, van de oren overal vandaan in het rond tot aan de nek, want die streek stemt overeen met de wijsheid. Elk spreken van engelen met de mens treedt langs die wegen in zijn denken binnen.)

Freek: De volgende vraag? Frans: Ja. Freek: Zijn de zeven chakra's een uitdrukking van de vermogens van de geest in de in- of uitgekeerde toestand?
Frans: De chakra's zijn nodig om de functies (vermogens) plaats te laten vinden. Zij zijn de wegwijzers door het aardse bestaan. Verstoring in deze energie maakt, dat de mens vaak met zijn vermogens geen raad weet en in disharmonie komt met zichzelf, de omgeving en de geestelijke wereld.
Ze komen overeen, Freek. Onderzoek loont zich als zoeker naar de oorsprong.

Freek: De volgende vraag? Is het juist om deze chakra's tot ontwikkeling te brengen door meditatieve kunstgrepen, in plaats van door eigen ontwikkeling van de persoonlijkheid?
Frans: Nee. Luister! Meditatie geeft de mens als het goed gaat inzicht in zichzelf.
Freek: Maar zijn kunstmatige pogingen goed? Frans: Nee. Die weg kun je niet afdwingen.
Freek: Frans, dit waren mijn vragen. Ik ben jou hier heel dankbaar voor!
Frans: Jij bent een integer mens en wij zijn jou heel dankbaar. Gods plan laat zich door niemand op aarde ontsluieren.

Bijeenkomst 4 (de wisselwerking tussen boven en beneden)
Freek: Beïnvloeden jullie het rollen van de munten bij het raadplegen van de I Tjing en het schudden van de Tarot-kaarten? Frans: Ja. Energiën (krachten, geesten) spelen met onzichtbare handen.
Jan: Is dat ook het geval bij de runen? Frans: Ja.
Freek: Kunnen we deze contactmogelijkheden door elkaar gebruiken of moet ik me bijvoorbeeld bij de I Tjing houden? Frans: Er zijn vele mogelijkheden. Blijf onderzoeken.
Freek: Dus ik kan de I Tjing en de runen naast elkaar gebruiken? Frans: Controle.

Astrid: Waarom zag Anne Peter en Gerard? (jong overledenen)
Frans: Liefde voor de aardse mensen blijft. Vriendschap erg belangrijk. Veel is er mis op de aarde, maar liefde en vriendschap is iets om zuinig op te zijn.
Ga in liefde jullie weg, wij gaan hem met jullie. Blijde avond. Allen: Wij wensen jullie dat ook, veel dank! Frans: Bid voor alle onderdrukten. Ga in vrede Gods weg en wees een lichtpunt en troost voor hen die jullie ontmoeten. Ga met God.

Bijeenkomst 5 (geloofsvernieuwing: de bron van waarheid ligt in jezelf)
Frans: Geloof toch in je eigen kunnen en vraag niet steeds naar de bekende weg. Hulp is er altijd. Barrières gaan in de toekomst genomen worden.
Freek: Komt er dan een beter contact tussen hemel en aarde? Frans: Ja.
Freek: De vorige keer had je het over de Maitreya. Heeft die hier wat mee te maken?
Frans: Meester of avatar. Freek: De Maitreya is toch de terugkerende Boeddha?
Frans: Of Christus. Geloof gaat op andere wijze verkondigd worden.
Freek: Betekent dat het einde van de kerken? Frans: Nee, maar in andere gedachte en vorm.
Freek: Wat is daarbij de rol van de Maitreya?
Frans: Zal het geloof toegankelijk maken voor iedereen, ook de andere geloven zullen hun aansluiting vinden. Duurt nog wel even.

Astrid: Wanneer komt de Maitreya op aarde? Frans: Wacht al geruime tijd. Als de mens zich bewust gaat worden van de krachten (vermogens) in zichzelf en deze met liefde zal gebruiken, is de wereld bereid om te veranderen en zijn woord tot zich te nemen.
Freek: Dus de graad van de geestelijke ontwikkeling van de mensheid bepaalt dat moment? Frans: Ja. De wereld is nog niet gereed, dus hoedt jullie voor verwarring.
Freek: Zijn er ook valse Maitreya's? Frans: Ja, die zijn er al. Goed doen is vaak de misleiding. Blijf bij jezelf en let op hoe het overkomt.

Freek: De vorige keer zei je zo mooi, dat de bron van waarheid in jezelf ligt.
Frans: Veel wijzen werken in stilte. Freek: Mag ik jou in verband met die wijzen en vraag stellen? Een helderziende ziet bij mij tijdens de bijeenkomsten een oude wijze, die mij dingen zegt uit een groot boek. Mag ik vragen wie dit is?
Frans: Het is beter voor de mensen geen namen te weten. Maar jullie allen worden opgeleid om met ons te gaan werken.
Astrid merkt op dat zij zich nauwelijks kan voorstellen, dat dit op haar slaat. Frans: Vertrouw op ons, hulp is steeds aanwezig. Jullie hebben de taak mensen bewust te maken, ieder op zijn eigen wijze.

Gezin (1,2,3,4) grondslag schepping
Frans: Freek, stel je vragen. Freek: Dank je voor je voorstel. Heb je er begrip voor dat ik toch altijd enige schroom voel om met mijn vragen op tafel te komen? Frans: Ja.
Freek: Ik heb tijdens mijn godservaring mogen zien, hoe uit de vrouwelijke oergeest, die zich voordeed als de rust van de schaduwrijke koelte, zich uit zichzelf de mannelijke, beweeglijke oergeest ontwikkelde als de lichtende warmte. Wat ik heb mogen zien is in feite de maagdelijke geboorte, zoals die ook door Jezus en Maria wordt weergegeven. Is deze opvatting juist?
Het kruis hangt tijdens het stellen van de vraag al stil boven 'ja'. Frans: Ja. De numerologie en de Tarot geven weer: de 1 is de man, de 2 is de vrouw, de 3 is het kind. Dus bij de godservaring ging dit met bepaalde gevoelservaringen gepaard om je te laten voelen en zien, hoe de principes van het leven tot stand komen.

Freek: Dus het gezin is de grondslag van de schepping?
Frans: Ja, heel erg belangrijk. Kijk naar 1, 2, 3, 4.
Freek: De tweede vraag sluit hier op aan! Na de maagdelijke geboorte van het mannelijke uit het vrouwelijke waren er onze beide ouders. Zijn wij als een afspiegeling van hen beiden, als tweelinggeesten, als broeder en zuster, uit onze beide goddelijke ouders geboren?
Frans: Tweelingzielen ontstaan tegelijk en worden uiteindelijk, na vele levens, samengevoegd.

Martine: Mag ik in aansluiting hierop naar de betekenis van een droom vragen, die ik als heel belangrijk heb ervaren? Ik droomde dat ik in een tuin was met een andere persoon, de achterste persoon met de handen op de buik van de voorste. De één was een man, de ander een vrouw. Daarbij had ik de ervaring dat ik mij zowel de een als de ander voelde. Heb ik toen mijn tweelinggeest ontmoet?
Frans: Nee, anima en animus zijn op dat moment in evenwicht en je heel vertrouwd, omdat je in harmonie bent met de beide vermogens in jezelf.

Jan: Moet Freek de volgende vraag stellen? Hoewel zij al wel weten wat de vraag zal zijn. Frans: Ja, ga door.
Freek: Uit het wezenlijke van de moeder is de vader ontstaan als de 'zichzelf scheppende'. Het wezenlijke van geest in het algemeen is dus: zelfwerkzaamheid. Wij als Gods geesteskinderen, uit onze geestelijke vadermoeder geboren, hebben als wezenlijke eigenschap dus ook die zelfwerkzaamheid. Zijn wij hier op aarde nu schijnbaar aan onszelf overgelaten om ook die zelfwerkzaamheid op eigen kracht tot ontwikkeling te brengen, zoals vader dat deed? Frans: Ja en nee.
Freek: Wil je dat nader uitleggen Frans? Frans: Dat zou te makkelijk zijn. Gedachte(n) uit verstandelijke vermogens worden ideeën en denkbeelden die door de fantasie worden gevoed. De scheppende werkelijkheid (vermogens) waardoor de geest bewust wordt en ermee aan het werk kan, dat is de bedoeling voor de geestelijke groei.
Freek: Als ik het goed begrijp, groeien wij dus door een wisselwerking tussen onze eigen werkzaamheid en de invloed uit de wereld om ons heen? Frans: Ja. Freek: Wij worden voor onze groei gevoed vanuit onze omgeving? Frans: Ja. (In feite is dit Darwins evolutieJohanrie, maar hier toegepast op de geest.)

Freek: De volgende vraag? Zijn onze vader en moeder als Gods heilige geest bij ons als hun godenkinderen aanwezig om ons te helpen en aan te moedigen in onze strijd om uit onszelf zelfwerkzaam, en daarmee goddelijk, te worden? Frans: Ja. Jullie worden (door gebeurtenissen uit de omgeving) gestimuleerd naar eer en geweten.
Freek: Dus hun aanmoediging is afhankelijk van onze eigen geestelijke groei! Zijn onze vader en moeder in de heilige geest verenigd?
Frans: De godsvonk bevat dit alles en de informatie in de genen, die overdrachtelijk is. Het kruis hangt nu enige tijd stil boven mijn kladblok met vragen. Frans: Er is nog veel onbegrip, maar het antwoord wordt verkregen als de tijd ervoor rijp is.

Het kruis gaat nu naar de vierde vraag (die over de heilige geest) en Freek herhaalt de vraag.
Frans: Ja. Door bewust met jezelf aan de gang te gaan, kom je hen in jezelf tegen door middel van je vermogens en ervaringen. (Beter: Door bewust met jezelf aan de gang te gaan door middel van je ervaringen en vermogens, kom je hen in jezelf tegen (? Freek))
Freek: Ik heb een aantal geestelijke ervaringen gekregen die betrekking hadden op God als onze vader en moeder. Naderhand kreeg ik bevestigingen vanuit de stoffelijke wereld, zoals het beeldje van Broeder Harry, het visioen van Hildegard en het schilderij van Tini Grünewald. Zijn al deze ervaringen er geweest om mij te leren dat wij godenkinderen zijn? Frans: Dat is juist.
Freek: Zij zijn als het ware onze 'papa en mama'? Frans: Ja, maar dat is een aardse beschrijving.

Bijeenkomst 6 (Vader Abraham als oervoorbeeld van geestelijke groei en hereniging)
Freek: Wat is de betekenis van de naam Abram en Abraham.
Frans: De veel gebruikte naam. Past op de groei. De vader van de wereld.
Freek: Dus de naamsverandering duidt aan, dat er in Abram een geestelijke groei heeft plaatsgevonden, waardoor hij als Abraham de vader van de wereld is geworden? Frans: Ja.
(Vader Abraham is het schoolvoorbeeld van geestelijke groei en hereniging met God)

Steeds als Frans een vraag heeft beantwoord, beweegt hij het kruis naar het vragenlijstje.
Freek: Zijn de drie mannen die aan Abraham verschenen (Genesis 18:1 e.v.) dezelfde als die aan mij zijn verschenen tijdens een visioen? Het kruis cirkelt tijdens het stellen van de vraag al om 'ja'. Frans: Ja.
Freek: Stellen de drie mannen de drieënige God voor? Het kruis cirkelt als antwoord al een tijd om 1,2,3.

Freek: Wat is de betekenis van het schudden tijdens de zelfbezinning? Frans: Afstemming.
Freek: De afstemming op de geestelijke wereld? Frans: Ja.

Freek: Ik ben nu tot de opvatting gekomen dat ik er voor mijn geboorte zélf voor heb gekozen bij deze mijn ouders te worden geboren. Doordat ik wist dat zij mij niet zouden begrijpen, heb ik mijzelf geestelijk tot patiënt, tot hulpzoeker laten maken door hun afwijzende optreden tegenover mij. Daardoor kon ik vervolgens door zelfstudie (Jung) tot mijn eigen hulpverlener worden en mijzelf genezen van de kwetsing van
mijn persoonlijkheid en daarna mijn medemensen beter begrijpen en helpen. Is dit juist? Frans: Ja.
Freek: Dus ik heb hier heel bewust voor gekozen? Frans: Ja.
Freek: Je kiest je eigen lot voor je wordt geboren? Frans: Ja.
Freek: Geldt het in het algemeen voor iedereen dat je je eigen lot bepaalt voor je wordt geboren?
Frans: Die weg ben je maar te gaan. Freek: Frans, heb ik nu de griep goed uitgevierd? Frans: Ja.

Bijeenkomst 7 (de geestelijke vermogens)
Freek: Hoe is de verhouding tussen de geestelijke vermogens en de vier elementen? Is dit: waarnemen - aarde; denken - lucht; voelen - water; willen - vuur? Frans: Ja, de 4 elementen.
Freek: Dat betekent samenhang tussen numerologie, astrologie en tarot.
Frans tikt nu op het papier aan: voelen, willen, denken, waarnemen (De vermogens in de volgorde van binnen naar buiten (Freek)).
Freek: Frans, kun jij lezen wat er staat? Frans: Ja.
Freek: Hebben jullie deze vermogens in de geestelijke wereld ook nodig? Frans: Bepaalde stukken hebben wij in onze wereld niet meer nodig. De geestelijke. Maar direct is alles (Maar hier is alles direct - Frans bedoelt: rechtstreekse gedachtenoverdracht).
Freek: Vindt de werkzaamheid van de geestelijke vermogens in de geestelijke wereld onmiddellijk en tegelijkertijd plaats? Frans: Ja.

Frans wijst met het kruis nu de tweede vraag aan.
Freek: Betekenen de serafim, cherubim en ofanim het volgende: cherubim - denken; serafim - voelen; ofanim - waarnemen en willen? Frans: Ja. Freek: De ofanim worden uitgebeeld als een wiel (willen) met een oog (waarnemen) in de naaf. Wat is de betekenis van het woord 'ofanim'? Frans: Handeling.
Freek: Drukt God zich uit in de serafim, cherubim en ofanim?
Frans: Er zijn meer meningen, er wordt verschillend over gedacht. Stromingen uit meerdere religies.
Freek: Dus ook in de geestelijke wereld stemmen de opvattingen niet altijd overeen? Frans: Niet altijd.
Freek: Dat betekent, dat ik nu de vrijheid heb waarde te hechten aan mijn eigen opvatting! Frans: Ja.

Frans wijst de volgende vraag aan.
Freek: Stemmen de vermogens als volgt met de hoofdkleuren overeen: waarnemen - blauw, denken - groen, voelen - geel, willen - rood? Frans: Nee, de chakra's. Freek: De vermogens hebben ieder een eigen kleur, die overeenstemt met die van de chakra's? Frans: Ja.
Anne legt uit dat de chakra's van onder naar boven de kleuren van het kleurenspectrum volgen: rood, oranje, geel, groen, blauw, paars, violet.

Frans wijst de volgende vraag aan.
Freek: Stemmen de vermogens als volgt met de tonen van het accoord overeen: waarnemen - c; denken - e; voelen - g; willen - c'? Frans: Ja, maar de gevoeligheid is voor ieder anders.
Freek: Dus als ik op zondagmorgen van het luiden van de kerkklokken geniet, dan luister ik naar de klanken van de vermogens! Frans: Ja.
[De kerkklokken van de Ned. Herv. kerk in Terborg laten het D-mineuraccoord horen.]

Freek: Frans, houd jij met je geesteshand het kruis vast? Frans: Ja.
Freek: En waar bevind jij je? Hij wijst met het kruis nu de plaats rechts naast Anne aan.
Jan: Zie je ons als trilling, als onze geestelijke uitstraling? Frans: Ik zie jullie heel goed. Freek: Ook onze stoffelijke vorm? Frans: Ja. Freek: Hoor je onze stemmen of zie je onze gedachten? Frans: Beide.
Freek: Het is voor ons heel bijzonder dat wij niets van jou zien, maar dat wij door jouw uitingen nu zeker weten dat je bij ons bent.
Frans: Ja. Freek: Wij zijn jou en alle anderen die bij jou zijn, heel dankbaar dat jullie je zo voor ons willen inspannen en dat jullie zo duidelijk bij ons overkomen. Frans: Dank je.
Freek: Want ik veronderstel dat er meer mensen achter jou staan. Frans: Altijd meer.
Freek: En uiteindelijk staat God achter jullie en is zo ook bij ons. Frans: Ja.

Volgende vraag. Freek: Als je slaapt ben je dan uitgetreden en verkeer je dan in de geestelijke wereld?
Frans: Ja.

Bijeenkomst 8 (door verdichting uit de algeest algeestvonk)
Freek: Ik heb de goddelijke algeest mogen ervaren als een alomtegenwoordige zee van geestelijk licht en geestelijke warmte. Ikzelf als geest werd door verdichting uit die algeest geboren als een vonk van datzelfde licht en diezelfde warmte. Dat betekent dat ik als geest een algeestvonk ben, dat ik de algeest ben in de vorm van een vonk; ik ben de grote geest in de vorm van een kleine geest. Is deze opvatting juist?
Frans: Herhaal. Freek herhaalt de vraag kort. Frans: Ja. Wij zijn allen geschapen uit die bron.
Freek: Wij zijn dus álgeestvónken? Frans: Ja.
Anne weidt uit over de verhouding tussen de menselijke geest, de hogere geesten en de algeest, en dat allen uit dezelfde bron van wijsheid putten. Frans: Ja.

Freek: De algeest is alomtegenwoordig en oneindig, onbegrensd. Het middelpunt van de algeest bevindt zich daardoor overal. Dat betekent dat ik als die algeestvonk ook het algeestmiddelpunt ben. Is deze opvatting juist? Frans: Ja. In en uit.
Freek merkt naar aanleiding van 'in en uit' op, dat we zowél een zelfstandige eenheid zijn alsook tegelijkertijd een volkomen eenheid vormen met de algeest, in overeenstemming met de betekenis van het woord van Jezus: "Ik ben in de vader en de vader is in mij."

Frans: Volgende vraag.
Freek: Bewustwording vindt plaats door het onderscheiden van tegendelen. Doordat de algeest alomtegenwoordig is en één is, had de algeest geen tegendeel, waardoor hij zich niet van zichzelf bewust kon worden; er was geen vergelijkingspunt. De algeest is één geest, die zichzelf echter in meerdere vórmen kan uitdrukken, zoals in de menselijke geest.
Heb ik, in de toestand van de algeest, mijzelf in dat algeestmíddelpunt uitgedrukt,
om, nadat ik mij van mijzelf als dat algeestmiddelpunt bewúst ben geworden,
mij nu ook van daaruit van mijzelf als de álgeest bewust te kunnen worden?

Jan: Ik krijg door of je het wilt herhalen vanaf 'Heb ik ...'. Freek herhaalt de vraag van daar af.
Frans: Ja. Het oerprincipe van de ontwikkeling van de bewust levende mensen.

[Met andere woorden:
- In de toestand van de algeest heb ik mij door verdichting
- ook in de toestand van de algeestvonk uitgedrukt.
- Door begeleide zelfverwerkelijking daarvan
- ben ik geworden wie ik in wezen ben, Gods algeest-geest
- dat is, Gods algeest, maar nu ook in een eigen, menselijke vorm.]

Martine: Maar je blijft toch altijd één persoon?
Freek: Jawel, maar in wezen ben je tegelijkertijd één én ál. Martine: Maar je behoudt je 'ik' toch?
Anne: Je bent alleen, maar ook één met het al; je bent een onderdeel van het grote geheel.
Freek: Je bent ook het grote geheel. De ouders drukken zich uit in hun kind en in hun kind worden zíj een eenheid. De erfmassa's van de beide ouders worden in hun kind één erfmassa. In de grond vormen ouders en kind daardoor een onafscheidelijke eenheid: het gezin.
Martine: Maar het kind is toch niet hetzelfde als de ouders?
Freek: Het is onvoorstelbaar doordat je je nu alleen het algeestmíddelpunt voelt. Maar Jezus, ons voorbeeld, besefte: "Ik ben in de vader én de vader is in mij" en "Niet ik doe de werken, maar het is de váder, die in míj is". (Het geheel van vader en zoon doet dus de werken.)
Jan krijgt door dat de volgende vraag kan worden gesteld.
Freek: Frans, heb ik het goed aan Martine uitgelegd? Frans: Ja.

Bijeenkomst 9 (de godservaring)
Freek: In mijn jeugd kreeg ik een aantal malen het volgende visioen. Ik bevind me in een rond gat in een oneindig grote scheidingswand, die de oneindige ruimte in twee delen verdeelt. Ik zie hoe links en rechts van mij de ruimte zich uitstrekt tot in oneindige verten. Wat is de betekenis van dit visioen?
Frans: Oneindigheid en een eeuwig voortduren (de eeuwige oneindigheid).
Freek: Dus ik kwam op die jonge leeftijd (vanaf 12-jaar) al met de oneindigheid in aanraking! Frans: Je bent er nooit uit.
Freek: Het was toen wel wat beangstigend, maar wat ik mocht ervaren is dus onze wezenlijke, altijd durende geestelijke toestand! Frans: Godservaring.
Freek: Zo zeg, daar was ik mij helemaal niet van bewust! Ik kan het me nog heel goed herinneren, ik was ongeveer tien-twaalf jaar. Ik nam mij toen voor iedere dag een bladzijde uit de Bijbel te gaan lezen. Hangt dit met die ervaring samen. Frans: Ja, bewust gestuurd.

Freek: Nu ga ik eerst naar de laatste vraag. Toen ik laatst mijn zelfbezinning deed, kwam er uit de geestelijke wereld (ongeveer vanuit de plaats waar de zon om 10 uur staat) mijn geestelijke broeder, in dezelfde houding als ik, die zich volledig met mij als geest vermengde, waardoor een vreugdevolle eenheidsbeleving ontstond. Wat heb ik toen mogen ervaren?
Frans: Opgenomen in een hoger bewustzijn, wijsheid van andere entiteit (= 'eenheid', 'wezen', m.a.w. 'geest'). Anne: Er is dus een stukje aan je toegevoegd.
Frans: Ja. (Hij wijst met het kruis de volgende vraag aan)

(Gezin grondslag schepping)
Freek: Tijdens ons gesprek in december vroeg ik op een gegeven ogenblik n.a.v. een antwoord van jou: Dus het gezin is de grondslag van de schepping? Jouw antwoord was: Ja, heel er belangrijk. Kijk naar 1,2,3,4. Daarover nadenkend kreeg ik het volgende visioen:

Een kubus met in zich 4 kubusjes als zelfstandigheden, maar toch in onwrikbare eenheid met de grote kubus. Is dit een zinnebeeld van de eenheid én de verscheidenheid van het goddelijke gezin?
(Het zinnebeeld stelt de gelijkwaardigheid voor van de beide ouders (1 en 2) en hun volwassen zoon en dochter (3 en 4), de 4 kubusjes, binnen het gezin. De onderste helft van de kubus is de gezamenlijke grondslag van hun eenheid, het gezin. De kubus stelt de 'godheid' voor, letterlijk: 'al het goddelijke', het 'numen' van de numerologie (Freek)).

Frans: Gezin grondslag schepping. Breng dit nog niet naar buiten. Jan: Ik krijg door dat je dit voor jezelf moet houden, het is nog te vroeg er mee naar buiten te komen. Freek: Maar het is wel van heel wezenlijk belang?! Frans: Ja. Soms wordt je iets getoond, wat nog verder uitgewerkt gaat worden.
Freek: Het hangt ook samen met de numerologie.
Jan: Wordt op deze manier ook het nieuwe boek voorbereid? Frans: Ja.

Frans wijst met het kruis de volgende vraag aan.
Freek: Als het goddelijke gezin heel erg belangrijk is, dan is ook het huwelijk van onze goddelijke ouders heel erg belangrijk. Is deze mening juist? Frans: Ja.
Freek: Wij moeten dus goed tot ons laten doordringen, dat er in de geestelijke wereld dat huwelijk van onze goddelijke ouders is en dat wij in hún goddelijke gezin thuishoren.

[Ooit hebben wij onszelf als vader/moeder God,
vermenigvuldigd tot onszelf als godendochter/godenzoon.
Nu, door begeleide zelfverwerkelijking,
zijn wij geworden wie wij wezenlijk zijn,
vader/moeder, zoon en dochter in het goddelijke gezin.]

Bijeenkomst 10 (De geestelijke begeleider met de naam Alca komt erbij.)

Na de opening door Jan wordt het kruis opgenomen, dat heen en weer danst tussen de lege stoel en Astrid, en daarna krachtig in het rond draait; daarna begroeting van Anne, Jan, Astrid, Martine en Freek.
Jan: Mogen we vragen wie er bij ons is? Kruis: Ja, Alca.
Jan: Heb je een boodschap voor ons, Alca?
Alca: Ja, Frans is op studiereis. Freek: Wat voor een studie? Alca: Geest van de mens.
Astrid: Dus een soort geestkunde. Alca: Onder buitengewone omstandigheden.
Freek: Is Frans in de onbewuste gebieden? Alca: Ja, bid voor hem. Allen: Dat zullen we zeker doen!
Alca: Frans heeft bewust gekozen. Anne: Het is toch wonderbaarlijk dat ik mag weten, wat mijn vader daar doet.

De aurafoto van Freek (Kirlianfotografie) wordt ingestraald. Daarna controleert Alca met het kruis de laatste zin van het verslag. Freek: Alca, zou je ons iets kunnen vertellen over de betekenis van de kleuren?
Alca: Geel is wijsheid. Anne: Je krijgt dus eindelijk erkenning.
Alca: Rood is gekwetstheid. Laat ook anderen spreken.
Freek: Wat bedoel je daarmee, Alca? Alca: Het is goed te luisteren.
Freek: Heeft dat met dat rood te maken? Alca: Ja. Ook anderen zijn gekwetst.
Freek: Geldt dat in het algemeen of heeft dat met mijn verleden te maken? Alca: Algemeen.
Freek: Hij bedoelt wat mij persoonlijk betreft waarschijnlijk mijn vader en mijn schoonmoeder. Ik denk nauwelijks meer aan mijn verleden, mijn zelftwijfel is weg.
Alca: Raadzaam: geloof in wat je zegt! Freek: Dat doe ik nu ook werkelijk!

Freek: Alca, mag ik vragen wat het groen voor m'n borst betekent? Alca: Hartchakra.
Freek: Dus groen is de kleur van de hartchakra? Alca: Ja.
Freek: Is groen dan ook de kleur van de liefde? Alca wijst met het kruis nu het rood aan.
Freek: Dus rood is de kleur van de liefde.
Freek: Wat is de betekenis van de kleur oranje linksboven?
Alca: Daadkracht en energie. Weerspiegeling van het rood rechtsonder.
Freek: Die kleuren hangen dus met elkaar samen? Alca: Ja.
Alca staat nu met het kruis stil boven het geel. Alca: Gezuiverde kleur.
Alca tikt dan met het kruis een aantal malen rood, geel en oranje aan.
Freek: De gekwetstheid is eerst wijsheid en daarna daadkracht geworden. Is dat een weergave van geestelijke ontwikkeling? Alca: Ja.
Freek: Door zijn eigen lessen te leren, kun je nu anderen helpen. Alca: Ja.
Freek: Is dit het algemene beginsel van geestelijke groei? Alca: Ja.

Freek: Alca, uit de chakra's komt licht; maar het licht van de aura is iets anders, wat is daarvan de oorsprong? Alca: Trilling en geestesgesteldheid.
Freek: De aura komt dus rechtstreeks uit mijzelf als geest voort? Alca: Ja.

(Glazen borden)
Jan: Ik krijg door of jij je persóónlijke vraag wilt stellen (die Freek als laatste vraag van het lijstje had staan. Freek had zelfs getwijfeld of hij dit wel kon vragen).
Freek: Wat is er de oorzaak van dat onze glazen borden bij mij wel breken en bij Astrid niet? Is dit een poltergeistverschijnsel of ligt dit aan mijn geestesgesteldheid? Alca: Krachtveld in handen.
Freek: Jammer dat dat krachtveld een vernietigende uitwerking heeft! Ik heb al vaak geprobeerd die kracht nuttig te gebruiken voor genezing, maar dat lukte niet. Jan: Dat ligt aan het woord proberen. Gewoon doen, zonder twijfel!
Freek: Alca, komt er nog een einde aan al dat gebreek of moeten we een ander servies kopen? Alca: Nee. Was met koud water. Freek: Dus ik moet vóór het eten mijn handen met koud water wassen? Alca: Ja.

Jan: Alca, heb je met een van ons contact gehad in vorige levens? Alca: Anne is leerling van mij.
Anne: Dat is ook wat, nu is mijn meester aan de andere kant. Maar hij is ook de meester van dat familielid van me, waar ik moeite mee heb; hoewel het natuurlijk niet aardig is, wat ik nu zeg!
Alca: Geeft niet hoor, lessen gaan gewoon door!
Astrid: Het maakt niet uit of dat nu hier of in de hemel gebeurt. Alca: Ja.

Alca laat het kruis naar ieder van ons heen en weer dansen. Alca: Freek is ook een leerling.
Freek: Zo zeg, dat is ook bijzonder! Vandaar dat onze aura's op elkaar lijken. De gekwetstheid, de wijsheid en de daadkracht. Dus er is een lotsverbondenheid? Alca: Ja. Jullie twee (Anne en Freek) leiden de anderen.
Jan: Jullie zijn de twee klasseoudsten. Freek: Anne doet dat met haar gevoel, ik met mijn verstand.
Alca: Twee-eenheid. Luister naar elkaar. Anne is geestelijk heel hoog ontwikkeld, Freek.
Jan: Er is sprake van een reünie. In de andere samenstelling (van de gespreksgroep) was dit niet begrepen. Anne: Nu begrijp ik ook, waarom alleen jij mijn meditaties mocht lezen.

Alca laat het kruis blij heen en weer dansen. Jan: Wat fascinerend, dat directe contact!
Alca tikt aan: Hallo, met de geestelijke wereld! Iedereen moet lachen.

Freek: Misschien hebben Hadewich en van Ruusbroec wel een heel bijzondere betekenis voor ons.
Alca: Hildegard hoort bij Anne. Anne: Die ken ik helemaal niet! Op welke manier hoort ze bij mij, wat is de band tussen Hildegard en mij?
Alca: (Anne wordt nu eerst ingestraald) Je bent het uit meegebrachte incarnaties. Ooit was je Hildegard. Anne: Dat heeft natuurlijk te maken met mijn mystieke instelling. Ik wilde als klein kind al non worden. Werkte Hildegard ook met kruiden?
Freek: Ja, ze heeft ook een boek over kruidengeneeskunst geschreven. Alca: Lees de boeken, Anne!
Freek: Dank zij Broeder Harry is er nu weer belangstelling voor haar. Wil je ons nog meer over onze vorige levens vertellen, voor zover dat goed voor ons is?

Alca: Freek heeft een leven van afzondering gehad en nam wijsheid uit boeken tot zich.
Freek: Ik ben dus een kluizenaar geweest. Dat wezen de Tarotkaarten, die Anne voor me heeft gelegd, ook uit. Alca: Ja. Freek: Daarom voel ik mij ook zo thuis op m'n zolderkamer! Alca: Ja.
Freek: Is er een band met van Ruusbroec? Alca: Geleerde instelling spreekt je aan.
Astrid: Wat leuk om zo iets van jezelf te leren kennen! Kun je mij iets vertellen over een vorig leven?
Alca: Astrid heeft zich enorm ingezet voor haar medemensen.
Astrid: Ik heb nu juist het idee, dat ik in dit leven in gebreke blijf!
Alca: Dus hoeft in dit leven niet te leren! Astrid: Ik wilde ook alleen maar graag móeder zijn en heb het gevoel, dat ik daarvoor ben geboren! Alca: Ja, ja, ja, ja ... (Alca danst met het kruis op 'ja'.)

Na de pauze. Het kruis danst heen en weer tussen Astrid en de lege stoel, draait daarna in het rond.
Jan: Mogen we vragen wie er aan het bord is? Kruis: Aartsengel Rafaël, de gids van Anne.
Anne wordt ingestraald. Er ontstaat een algemeen gevoel van verwondering en eerbied door deze opzienbarende mededeling.
Martine: Ook van Hadewich is bekend, dat zij een serafijn als begeleider heeft gehad. Freek: Maar wij moeten allen ook goed tot ons laten doordringen, dat wíj gódenkinderen zijn, kinderen van God!
Rafaël: De openbaring gaat voor haar beginnen. Anne: Nou, nou. Ik weet dat na mei er een verandering zou komen, een grote ommekeer; dan zou mijn leerschool beginnen.

Rafaël wijst met het kruis nu de vragen op het briefje van Freek aan.
Freek: De eerste vraag. De erfmassa bestaat uit genen, die de erfelijke eigenschappen bepalen. De genen besturen de wérkzaamheid van de organen van het lichaam én bepalen de vórm ervan.
Betekent dit, dat de genen het stoffelijke beginsel zijn, waarmee de geest zich in de stof uitdrukt?
Rafaël: Ja. Hoe klein de materie ook is, hij bevat genen van bewustzijn. Martine: Dus het bewustzijn doordringt alles. Freek: In de hele stoffelijke schepping komt de geest tot uitdrukking.
Rafaël: Ja. Rafaël wijst met het kruis het tweede deel van de vraag aan.
Freek: Betekent dit ook dat de genen het beginsel zijn, waarin een deel van het levenslot vastligt?
Rafaël: Ja, overerven van het lot in familieverband.
Freek: Dat heeft te maken met het verschijnsel dat je in bepaalde families bijvoorbeeld veel dominees, muzikaliteit of bepaalde ziektes ziet. Rafaël: Ja, net zo lang tot het goed uitgewerkt en begrepen is.

Rafaël wijst met het kruis de tweede vraag aan.
Freek: De genen zijn opgebouwd uit nucleotiden, het bekende DNA. Een nucleotide bestaat weer uit een zuur (smaakt zuur) en een base (smaakt bitter), die door een suiker (smaakt zoet) zijn verbonden. Is dat zuur als de protondonor mannelijk en de base als de protonacceptor vrouwelijk?
Rafaël: Verbinding (zuur en) base is het kind, dus mannelijk en vrouwelijk.
Doordat de woorden 'zuur en' niet goed doorkomen, ontstaat er enige twijfel over de betekenis van de zin. Astrid zegt dat het woord zuur ertussen moet om de zin begrijpelijk te maken.
Rafaël: Zuur is man. Freek: In de scheikunde geldt, dat een zuur zich met een base verbindt tot een zout (met kristalwater). Het zout is dus a.h.w. het kind. Zo zie je dat ook in de scheikunde het mannelijke en vrouwelijke (en het gezin) tot uiting komen. Rafaël: In al wat leeft en is.
Freek: Dit is iets, wat mij op de HBS al erg bezig hield. Dus de stoffelijke schepping is een weergave van de geestelijke. Rafaël: Ja.

Freek: Vraag 3. Betekent dit ook dat de nucleotiden het huwelijk van het mannelijke en het vrouwelijke vertegenwoordigen, waarbij de suiker a.h.w. de huwelijksband is?
Rafaël straalt de foto van Freek in en wijst in volgorde het rood, het geel en het oranje aan.
Freek: Hij wil dus zeggen dat het gaat om het voelen (rood), het denken (geel) en het samengaan van die twee (oranje). Het denken vormt gedachten, het voelen gevoelens, terwijl het 'voortbrengsel' van die twee het wilsbesluit en de handeling (willen) is, wat daardoor a.h.w. het 'kind' van het denken en voelen is.
Zo zegt Emmanuel Swedenborg ook, dat Gods heilige geest het 'voortgaande uit God is', dat in de schepping werkzaam is. De heilige geest van God is a.h.w. het kind (de wil, de 'zoon') van God, die de vader (denken) en de moeder (het voelen) van die wil is. Daarom noemt Jezus, in wie Gods heilige geest persoonlijk bij ons is geweest, zich ook de 'Zoon' van God. Rafaël: Ja.

Rafaël wijst nu de volgende vraag aan, maar Freek vergist zich en slaat een vraag over. In die volgende vraag staat 'je' (nog gericht aan Alca). Freek zegt dat hij wel altijd heeft beweerd dat we in de geestelijke wereld allemaal vrienden en vriendinnen zijn, en elkaar dus met 'je' kunnen aanspreken, maar dat hij er op dit ogenblik toch wel moeite mee heeft om dat tegen Rafaël te doen. Freek: Toch ga ik er ook nu van uit dat jij onze vriend bent en ik je met 'je' kan aanspreken. Rafaël: Ja.
Freek: Zoals je misschien wel weet, is de verkoop van de boeken stil komen te liggen. Is het goed om met E.L. samen te gaan werken om de verkoop te bevorderen? Rafaël: Nee.
Ook Jan krijgt 'nee' door.
Freek: Wat moeten we nu doen, pas op de plaats maken? Rafaël: Ja, (komt) tijd, komt raad. Vertrouw op jezelf en geloof niet iedereen. Jan krijgt door: pronken met andermans veren.

Rafaël wijst met het kruis nu de laatste (persoonlijke!) vraag aan, maar Freek zegt, dat hij deze vraag (over het breken van de glazen borden) ook al aan Alca heeft gesteld. Jan krijgt nu door, dat hij deze vraag ook aan Rafaël mag stellen. Freek stelt de vraag opnieuw. Rafaël: Kracht in handen.
Freek: Wat moet ik met die kracht doen? Moet ik er meer vertrouwen in krijgen?
Rafaël: Ja. Op andere dingen letten. Voel met de mens mee, Freek!
Freek: Moet ik dan ook handen gaan opleggen? Rafaël: Hoeft niet, maar ontlaad jezelf.
Anne: Zoals al is gezegd, moet je vaker je handen wassen.

Bijeenkomst 11 (meningsverschil met begeleider)
Jan krijgt door of Freek de vraag die we buiten op het terras bespraken, als eerste vraag wil stellen. Het kruis begroet ons een voor een. Jan: Mogen wij vragen wie u bent? Alca: Ja, Alca.
Freek: Goed Alca, we gaan morgen dus naar (het kruis wijst de uitnodiging voor de Hildegardis-tentoonstelling al aan, die bij het bord was gelegd) de tentoonstelling over Hildegardis. Mijn vraag is: komen in de engelenreien de goddelijke, geestelijke vermogens tot uitdrukking? Alca: Ontwikkeling van het universum. Labyrint is aards bewustzijn, engelenreien hemels bewustzijn. Hangt op een spiritueel en geestelijke manier samen.
Freek: Alca, mag ik daar even op ingaan. Spiritueel en geestelijk is toch hetzelfde? Alca: Niet altijd. Bij de mens verschilt (dit) nog wel. Klopt wel Freek, maar de mens ziet het vaak op zijn wijze. Freek: Maar het gaat toch om het scheppen van duidelijkheid. Jij bent toch onze leermeester, Alca?! Alca: Voor menselijke begrippen. Freek: Het geestelijke in mij is hetzelfde als het geestelijke in de geestelijke wereld. Alca: Dat weet niet iedereen.
Freek: Ik vind de duidelijkheid wat betreft geestelijke onderwerpen heel erg belangrijk. Daarom verbaast het me dat er nu twee woorden voor hetzelfde begrip worden gebruikt. Alca: Dat doe (ik) bewust. Freek: Om mij te prikkelen? Alca: Nee. Freek: Ik wil het Latijn juist schrappen, zodat het geestelijke algemeen en in de alledaagse omgangstaal bespreekbaar wordt. Alca: Dat is uitstekend. Maar houd rekening met de mensen die niet zo belezen zijn. Freek: Ja natuurlijk, maar daarom gebruik ik juist eenvoudige taal, om verwarring te voorkomen.

Alca: Niet alle vragen helaas. Alca wijst met het kruis een van de vragen op het briefje aan.
Freek: De vrouwelijke eicel is groot en kan zich niet zelf bewegen, de mannelijke zaadcel is klein en is zelfbewegend. Komt dit overeen met de atoomkern, die groot is en in rust, en de electronen, die klein zijn en bewegen? Met andere woorden: komen ook in deze bouwstenen van de schepping de mannelijke en vrouwelijke eigenschappen tot uitdrukking? Alca: Ja, zoals (in) alles in de schepping.

Alca wijst de volgende vraag aan op het briefje. Freek: Is in een engel God zelf als onze vader en moeder bij ons als Gods godenkinderen aanwezig? Alca: Niet altijd. Hoe hoger de geestelijke ontwikkeling en liefde is, hoe makkelijker voor engelen de toegang is. Freek: Is dit een antwoord op mijn vraag? Alca: Ja.
Freek: Is God dan aanwezig als vader en moeder? Alca: Ook; altijd heeft een engel die godsvonk, net als de mens.
Freek: Ja, ja. Net als Frans zei, de heilige Geest van God kun je op een gegeven moment in jezelf ervaren. (Het eerste antwoord werd door Freek niet meteen goed begrepen. Alca wilde zeggen dat er alleen bij een bepaalde graad van geestelijke ontwikkeling een engel bij de mens aanwezig is.)

Alca wijst de volgende vraag aan.
Freek: Komen de zeven aartsengelen overeen met de zeven chakra's? En met de zeven gemeenten in de Openbaringen van Johannes? Alca: Dus pas de ...
Astrid wordt nu eerst ingestraald. Freek legt ondertussen zijn vraag uit aan de anderen. In de Openbaringen worden de zeven aartsengelen beschreven als 'de zeven geesten Gods', die voor de troon van God zijn. Alca: Ja, op de dagen die er bij horen. Freek: Dus ook de zeven dagen van de week hebben daar mee te maken. Alca: Ja.
Freek: Is er ook overeenkomst met de zeven metalen van de alchemie? (Goud, zilver, kwik, koper, ijzer, tin, lood. Dit is in de scheikunde bekend als de spanningsreeks der metalen). Alca: Ja, een heilig getal. Freek: Alles hangt dus samen. Jan krijgt door: Ja, maar niet als los zand! Alca: Sferen ook.
Freek: Jozef Rulof heeft het ook over zeven duistere gebieden. Alca: Die zijn er ook en daar werkt Frans.

Freek: Ik heb een meningsverschil met broeder Harry omtrent de betekenis van het labyrint met betrekking tot de engelenreien. Laat ik de vraag maar heel eenvoudig stellen: wie heeft er gelijk? Alca: Beide.
Freek: Ik veronderstel dat dat betekent, dat er van God als middelpunt uit een ontwikkeling naar buiten is, terwijl er in de mens een ontwikkeling is van buiten naar binnen toe, naar hereniging met God als het middelpunt.

Freek: Heeft alles een betekenis voor je geestelijke groei? Zoals het bezorgwerk voor de apotheek op dit moment (in de vakantieperiodes is er een bezorger tekort en neem ik het over). Alca: Ja.
Freek: Kan ik de dromen die ik krijg vertrouwen? Alca: Zeker. Freek: Zijn de drie dromen over de apotheek en de droom over de toren berichten van jullie? Alca: Ja. Freek: Wie is Achab (de naam die Jan had doorgekregen)? Alca: Achab is vriend uit vorig leven.

Bijeenkomst 12
Freek: Als we slapen, zijn we dan als geest in de geestelijke wereld? Alca: Ja. Freek: Dán weten we dus alles, wat er nu en hier met ons gebeurt. Alca: Ja. Freek: Nu zijn we weer ondergedompeld in de stof en zijn daardoor onwetend. Alca: Soms.

Het kruis begroet ons na de pauze een voor een met de punt van het kruis. Martine: Zou dit Alca weer zijn? Alca: Ja. Jan: Wat doe je zoal tijdens zo'n pauze, Alca? Alca: Werk aan de eenheid van jullie en e(ne)rgie voor de goede verbinding.
Freek wordt ingestraald. Alca trekt voor hem het kaartje: 'Ik sta mijzelf toe te vergeven'. Freek: Is er dan nog iemand, die ik nog niet heb vergeven? Alca: Laat het rusten. Freek: Om wie gaat het dan, Alca? Alca: Vader niet belangrijk meer. Freek: Ik begrijp het. Ik moet niet alleen mijn 'vader' laten rusten, maar mét hem ook mijn angst voor afwijzing van de maatschappij. Alca: Ja. Ga door met je zoektocht.
Freek: Dat vind ik ook fijn om te doen; maar ik ben heel blij dat jullie er zijn, dat geeft vertrouwen.
Alca: Wij inspireren je wel. Freek: Daar ben ik heel blij om, het gaat om samenwerking.

(Het goddelijke gezin)
Jan: Stel je persoonlijke vragen maar, die op je tong branden.
Freek: Is Rafaël ook bij ons? Alca: Ja, Anne is er. Freek: Als Rafaël er is, dan is dus Gods engel bij ons. Alca: Ja, jullie zijn bijzonder(e) kinderen! Freek: Dat is geweldig wat je daar zegt, je beantwoordt mijn vraag al! Wij moeten goed tot ons door laten dringen, dat wij op dit ogenblik, samen met Rafaël, in wie God als onze vader en moeder bij ons is, het goddelijke gezin vormen! Alca: Ja. Vandaar dat jullie levens soms veel vertwijfeling kennen. Gods kinderen lopen hier een lijdensweg.
Freek: Want wie God liefheeft, kastijdt Hij; en dat is ook noodzakelijk, want alleen door dat lijden word je zelfstandig. Alca: Ja. Begrip en wijsheid worden uit pijn en verdriet gewonnen.

Freek: Om nog even op het goddelijke gezin terug te komen, dit is iets, wat mij heel erg verblijdt, dat onze vader en moeder bij ons zijn als wij ons voor hen openstellen. Wij stellen ons open en dan komt de verbinding tot stand!
Alca: Ja. Pijn is een noodzakelijk kwaad voor de mens in groei. Martine: Als je dus niet je aardse leven zou leven en pijn zou lijden, dan zou je dus niet groeien. Alca: Ja, helaas is dat zo! Martine: Waarom kun je van vreugde niet leren? Alca: Je leert er niet bij doordenken.
Freek: Als er zich een probleem aan je voordoet, word je gedwongen het al denkende op te lossen.
Martine: Terwijl je door het gevoel van vreugde in die vreugdevolle toestand wilt blijven.
Freek: Juist, alleen een probleem dwingt je tot nadenken en kan daardoor leiden tot groei.
Alca: Twee kanten: vreugde en verdriet.

Freek: Tini (iemand uit een van de gespreksgroepen) zegt altijd: 'Pijn is fijn'. Alca: Ja, nee.
Hij tikt met het kruis de telefoon aan en het is even stil. Daarna: Alca: Lijden is niet fijn, maar de mens die niet lijdt (zoals Tini) heeft makkelijk praten!
Freek: Het is beter om te zeggen: 'Pijn heeft zin!' Alca: Ja.

(De eenheid van het goddelijke gezin)
Alca: Breng de dingen samen, die uit elkaar gevallen zijn. Astrid: Nou, dat is weer een cryptogram!
Freek: Wat uit elkaar is gevallen, is de mensheid als het goddelijke gezin. We moeten de mensheid weer tot de eenheid samenvoegen, die zij in wezen is! Alca: Ja. Freek: Dit sluit aan op het stuk dat ik daarover heb geschreven. (Freek had dit bij de stoel van Rafaël op tafel gelegd.) Wat is jullie oordeel erover?
Alca gaat met het kruis zorgvuldig over alle onderdelen van de tekening, die een weergave is van de ontwikkelingen binnen de godheid; dat wil zeggen: God als onze vader en moeder en wij als hun godenkinderen. Freek: Zou er nu druk overleg zijn in de geestelijke wereld? Alca: Hij is nog niet compleet. Zoektocht gaat nog verder. Jan: Maak je borst maar nat! Alca: Geef het de tijd.

Bijeenkomst 13
(Na een onweersbui waren er opeens drie gouden druppels verschenen op de zoldermuur)
Alca: De drie druppels op de muur zijn van ons. Freek: Wat geweldig! Ik was van plan verf te gaan kopen. Was de eerste druppel, op de slaapkamermuur, ook van jullie?
Alca: Hulp bij de inspiratie van je geestkunde. Freek: Wat prachtig. Het spijt me dat ik die eerste druppel heb weggewerkt; ik heb er wel tien lagen verf overheen gesmeerd, maar hij bleef zichtbaar. Ik was stomverbaasd en wist niet wat me overkwam! Jan krijgt door: We laten ons door niets en niemand wegwerken!
Alca: Drie-eenheid. Freek: Ik ben heel blij dat ik dit weet. Alca: Ga door op je weg.
Freek: Goed. Alca: Alles komt goed.
Alca, heeft het nog een betekenis dat Jan en wij elkaar in het pannekoekenhuis moesten ontmoeten? Alca: Toeval bestaat niet.

Bijeenkomst 14 (de tweelinggeest, het huwelijk van de mannelijke en vrouwelijke geest)
Freek: Alca, jij leidt weliswaar deze bijeenkomsten, maar mag ik deze vraag aan Rafaël stellen? Ik denk namelijk dat deze vragen Rafaël betreffen. Alca: Ja (hij laat het kruis zachtjes heen en weer wiegen).
Freek: Rafaël, heb ik jou als Gods heilige geest, als de eenheid van mijn vader en moeder, mogen ontmoeten tijdens het visioen, waarbij ik mijzelf als klein kind verheugd naar God als mijn vader zag toerennen? Alca: Alca was er toen al om je bij te staan.
Freek: (Lichtelijk in de war) Is Alca aan het kruis? Alca: Ja.
Freek: Dus Alca was er toen om mij bij te staan? Alca: Ja, je kwam naar mij!
Door deze plotselinge wending in de loop van het gesprek is Freek even van de wijs gebracht.
Freek: Ik dacht werkelijk dat ik Gód ontmoette, maar ik ontmoette dus Alca!
Alca: Ja (hij gaat met het kruis over alle letters heen en weer).
Martine: En die zag je als de twee-eenheid van je vader en moeder?
Freek: Ja, ik zag dat ik heel blij naar een man toerende, die in een bevallige houding, zoals alleen een vrouw die kan aannemen, op me lag te wachten.
Martine: Is dat dan een tweelinggeest? Alca: Ja.
Freek: Dus Alca is de naam voor het huwelijk van de mannelijke en vrouwelijke geest? Alca: Ja.
Martine: Dan moet Alca ook een heel hoge geest zijn! Alca: Ja, hoeft niet meer aards te worden.
Freek: Dat betekent dat je al boven het Zomerland, de vierde hemel, bent uitgestegen. Alca: Ja.

(voelen - waarnemen/willen - denken)
Freek: Alca, mocht ik jóu dan ervaren als de drie-eenheid, toen ik een goede vriendin hielp? Alca: Nee.
Freek: Wie dan wel? Alca: Gods goede geestenwereld. (de engelen)
Freek: Dus in die drie-eenheid mocht ik Gods goede geestenwereld ervaren! Alca: Zuiver gevoel.
Freek: Had ik een zuiver gevoel omdat ik jullie te hulp riep om haar te helpen? Alca: Ja.
Freek: Is in die 'dríe-eenheid' de middelste gestalte de 'éénheid' van het waarnemen en willen, de linkse gestalte het voelen en de rechtse het denken? Alca: Ja.
Freek: Ik ben heel blij om te horen dat dat zo is! Deed de drie-eenheid zich in de mannelijke vorm aan mij voor als de drie bebaarde, wijze mannen, doordat de vrouwelijke vorm als kern ín de mannelijke vorm verborgen is? Alca: Liefde zit in de kern.
Freek: Dus het vrouwelijke zit in de kern en het mannelijke bevindt zich aan de buitenkant?
Alca: Ja. Freek: Fijn Alca, ik ben hier heel blij mee, dank je wel!

Alca wijst nu vraag 5 aan.
Freek: Waren jij en mijn geestelijke broeders en zusters erbij op wat ik als de beslissende gebeurtenissen heb ervaren op mijn levenspad? Alca: Ja, ja, ja, … Hij laat het kruis vele malen op 'ja' neerkomen.
Daarna wijst hij vraag 6 aan.
Freek: Zijn jullie het die mij door middel van de I Tjing berichten doorgeven? Alca: Ja.
Freek: Is het werken met de I Tjing nu als het ware uitgebreid met de kruis-bordgesprekken? Alca: Ja.
Freek: Zullen wij ooit van geest tot geest rechtstreeks met elkaar spreken? Alca: Ja.
Freek: (Tot de anderen) In de toekomst zullen wij dat dus mogen beleven! Alca: Ja.
Anne: Wie weet wat er gebeurt tijdens de meditatie! Alca: Ja.

Freek stelt dan nog de overgebleven vierde vraag.
Freek: Is de 'zéveneenheid' opgebouwd uit de 'dríe-eenheid' in de uitgekeerde vorm aan de rechter kant en de 'dríe-eenheid' in de ingekeerde vorm aan de linker kant, terwijl hun 'éénheid' de middelste als de zevende is? Alca: Ja.
Freek: Geweldig, ook hier ben ik heel blij mee, dit is heel wezenlijk. Dank je wel, Alca! In de 'négeneenheid' van de numerologie hebben de getallen dus een andere betekenis dan in de één-, dríe- en zéveneenheid.

Alca trekt voor Freek het kaartje: 'Ik hou van de vrouw in mijzelf'. Hij tikt daarna vele malen op het kaartje. Daarna komt er nog een tweede kaartje: 'Alles is liefde'.
Freek: Alca, mag ik jou vragen of wij het waren die samen de driehoek hebben gevormd in het visioen, waarin ik zag dat jullie als man en vrouw naar mij toekwamen en samen met mij een gelijkzijdige driehoek vormden? Alca: Ja, God is altijd aanwezig.
Freek: (Moet het nog even goed tot zich laten doordringen) Dus ik heb toen jou gezíen! Alca: Ja.
Freek: Ik heb net als Anne een visioen gehad, waarbij ik door de bliksem werd getroffen en waarna ik als kind bij een man en een vrouw in huis was, op de schoot van de man. Was jij dat toen ook? Alca: Ja.
Alca trekt voor Freek het engelenkaartje: 'Responsability' (verantwoordelijkheid).
Freek: Ik heb iets mogen meemaken en nu moet ik er iets mee gaan doen.
Jan: Vol vertrouwen moet je hier iets mee doen.

Freek: Worden jullie dan ook uitgebeeld door het beeldje dat broeder Harry maakte van het huwelijk van de mannelijke en de vrouwelijke wederhelft? Alca: Zou kunnen.
Freek: Of is het meer een algemeen beeld?
Freek: Alca, kun je me ook vertellen wat het wratje op mijn handrug voor betekenis heeft?
Alca: Ouderdom. Freek: Ik had naar aanleiding van dat wratje een visioen van een zwarte spin, die eruit werd getrokken. Verbeeldde die spin geen kanker? Alca: Nee. Freek, je bent kerngezond.

Bijeenkomst 15
Alca wijst op het vragenlijstje van Freek vraag 5 aan.
Freek: Alca, ben jij het die tijdens de zelfbezinning op mij inwerkt en mij laat schudden?
Alca wijst nu het kaartje aan: 'Ik luister naar de Wijze in mij'.
Jan: Het was dus een retorische vraag. Alca: Ja.
Anne: Het sluit ook aan op de opmerkingen over Sokrates. Alca: Ja.
Freek: Het is dus inderdaad Alca, die op mij inwerkt. Maar ik merk ook dat de inwerking van Alca afhankelijk is van mijn eigen instelling tijdens de zelfbezinning. Houdt mijn zelfbezinning op, dan is ook de inwerking weg. (Hoewel de inwerking bij tijd en wijle ook zelfstandig kan optreden, bijvoorbeeld tijdens een goed gesprek, waardoor ik in de juiste geestesgesteldheid kom.)

Alca wijst dan vraag 3 aan.
Freek: Ik heb tijdens mijn laatste visioenen dus niet God ontmoet, zoals ik dacht, maar jou als mijn meester en meesteres. Kan ik er nu toch mee doorgaan in de gespreksgroepen te zeggen, dat ik heb mogen ervaren dat God onze vadermoeder is? Alca: Ja, ja, ja ... Hij tikt vele malen 'ja' aan en trekt voor Freek het kaartje: 'Ik vergeef mijzelf'.
Freek: Ik hoef mij dus niet schuldig te voelen dat ik iets anders zeg, dan ik werkelijk heb ervaren. Alca heeft mij immers toch 'het goddelijke' laten zien. Alca: Ja.
Alca wijst met het kruis de twee kaartjes: 'Ik luister naar de Wijze in mij' en 'Ik vergeef mijzelf' om beurten aan.
Jan krijgt door: In feite is het bord voor jou overbodig. Alca trekt voor Freek het kaartje: 'Ik stimuleer het positieve denken in mijzelf'. Freek: Ik kan dus vertrouwen hebben in mijn eigen denkbeelden. Dank je wel, Alca! Alca: Terug. Martine: Oh, de kaartjes moeten terug.

Alca wijst dan vraag 1 aan.
Freek: Alca, ik ben heel blij met de lessen die we van jou en de jouwen krijgen, en ik bestudeer ze voortdurend met veel belangstelling. Over één vraag heb ik echter nog geen duidelijkheid kunnen krijgen. Wat is het onderscheid tussen Gods heilige geest en een engel Gods?
Alca: Gods engelen zijn als het ware apostelen (gezondenen, zendelingen, komt overeen met angelos: boodschapper) en de Geest is alles. Freek: Ook dat is in overeenstemming met wat ik zelf al dacht.
Martine: Weet je dan ook de verhouding tussen de heilige Geest en Christus?

Freek: Dat is vraag 2. Is Gods heilige Geest in Jezus bij ons op aarde geweest? Alca: Ja.
Martine: Is het niet andersom, eerst Christus bij ons op aarde en daarna de heilige Geest bij ons.
Freek: De heilige Geest Gods is er eeuwig al, is er altijd geweest, komt ook in de Tenach, het z.g.n. 'Oude' Testament, al voor. Vóór in Jezus op aarde te zijn geweest, kon de heilige Geest wel bíj ons zijn, pas ná Jezus zowel bíj ons als ín ons.
Jan: Is Jezus in de periode vanaf zijn doop op zijn 30e jaar drie jaar als Christus bij ons geweest?
Alca: Ja.

Freek: In Egypte was in het kindje Jezus Gods heilige Geest al wérkzaam. Daarna sluimerde de heilige Geest tot aan Jezus' 30e levensjaar. Tijdens de doop in de Jordaan werd de heilige Geest weer werkzaam en verscheen in de vorm van een duif aan Johannes om hem te laten zien, dat Jezus inderdaad de verwachte 'Christus' (Gezalfde, Messias) was. Dit kun je lezen in De jeugd van Jezus van Jacob Lorber. Alca: Ja.

Alca laat het kruis nu boven het bord ronddraaien, ook op z'n kant. Anne wordt ingestraald.
Jan: Alca, ik ben toch wel benieuwd wat er nu gebeurt en ook naar wat er met Astrid gebeurde.
Alca laat het kruis op allerlei manieren langdurig ronddraaien, ook verticaal.
Jan: Het blijft toch interessant, Alca, om te weten wat je nu aan het doen bent!
Freek: Hadewich beschrijft God als een 'wieling', een draaikolk.
Terwijl Freek dit zegt laat Alca het kruis nog krachtiger ronddraaien.
Freek: Het lijkt wel alsof hij mijn woorden wil bevestigen. Anne: Ik krijg een lamme arm! Jan krijgt door: Zo blijf je aan ons denken.
Freek: Wat we al draaiend doen is de beweging van een open chakra.

Bijeenkomst 16
Freek: Het gaat erom dat eindelijk het vrouwelijke een eigen plaats krijgt in onze cultuur. Daarom moet juist jij (Martine) als vrouw je met de betekenis van Hadewich bezighouden. Alca: Ja.
Freek wordt ingestraald. Alca trekt voor hem het kaartje: 'Ik kan loslaten'.
Freek: Wat ik moet loslaten is het verlangen vrij te komen uit de apotheek.
Alca: Alca begrijpt, ben (ook) rusteloos mens geweest.

Freek: Ik wilde jou wat vragen, Alca. Alca: Ja.
Freek: Ben jij op aarde een persoon geweest, die wij kunnen kennen uit de geschiedenis?
Alca: Michel de Monserrat (Monserrat is een bergklooster bij Barcelona). Jan: Dat zegt mij niets. Freek: Volgens mij is dat een schrijver geweest. Alca: Ook alchemist. Freek: Dat vind ik ontzettend leuk, ik voel me ook een alchemist! Is dat wat ons samenbindt? Alca: Ja, ben ook met potjes bezig geweest.
Freek: Alca, was jij erbij in het schuurtje van m'n moeder? (Ik was toen 15 jaar) Alca: Ja, je maakte er een puinhoop van! Freek schiet in de lach: Dat is maar al te waar! Jan: Toen was hij er dus al. Alca: Ja.
Alca trekt voor Freek het kaartje: 'Ik ben mooi, gezond en sterk'.

(Vriendschap tussen boven en beneden)
Jan krijgt door: Alca wil echt een vriend van je zijn. Het is een innige vriendschap. Probeer alles met hem te delen. Als je hem erbij betrekt, kan hij ook veel meer doen.
Freek: Ik heb me altijd heel erg op God en op Jezus gericht, als een soort hemelbestormer. Ik moet meer leren beseffen, dat God door Alca heen werkt.
Jan krijgt door: Probeer één te worden met Alca en vanuit die eenheid je naar God te richten.
Freek: Ik heb jaren geleden een diepe behoefte gevoeld aan een geestelijke vriend. Legde jij dat verlangen in mij, Alca? Alca: Ja. Freek: Nu hebben we elkaar dus gevonden, waar ik heel dankbaar voor ben! Ik ben ook heel erg dankbaar voor de negen druppels op de beslagen badkamerspiegel, toen ik onder de douche heel sterk aan je heb gedacht!
Van het kruis staat tijdens dit gedeelte van het gesprek het stokje van Jan en Freek stil, terwijl de uiteinden van het stokje van Anne en Martine een draaiende beweging maken.
Jan krijgt door: Je hebt Alca te lang werkeloos toe laten kijken. Schroom niet hem wat te vragen, hij kan alleen maar wat doen, als jij het wil. Je vraagt nooit te veel. Je zult me nodig hebben, zegt hij.

Freek: Alca, ik zal beloven weer op tijd op te staan.
Van het kruis staat nog steeds het stokje van Jan en Freek stil, terwijl de uiteinden van het stokje van Anne en Martine voortdurend een draaiende beweging maken.
Freek: Het mannelijke is het vaste, zoals de I Tjing het zegt, het vrouwelijke is het beweeglijke.
Jan en Freek beginnen het lied 'La donne e mobile' uit de Traviata te zingen.
De stokjes van het kruis worden nu op elkaar gelegd. Freek: Het mannelijke en vrouwelijke worden verenigd. Astrid: (Zucht) Ik word moe, even rustig aan!
Meteen wordt het kruis door Alca omgekeerd op het bord gelegd.

Jan krijgt na de pauze door: Als Freek lezingen wil houden op beurzen (Freek had tijdens het voorgesprek naar die mogelijkheid gevraagd) dan is dat vluchten in veiligheid; maar het gaat om de ómgang met je medemensen.
Alca zal bij beurzen mensen opvangen aan de deur en ze inspireren. Vraag hem mensen voor je op te zoeken. Concretiseer je vraag, geef je vraag een vorm.
Onderschat jezelf niet en overschat Alca niet. Alca mag ook niet álles weten. Het is niet zo dat hij de grote is en jij de kleine.
(Het kwam tijdens paranormale beurzen, waar wij met het boek De Levensweg stonden, inderdaad voor dat bezoekers mij zeiden door een onbekende oorzaak toch bij ons terecht te zijn gekomen).

Freek: Alca, kun je ons iets vertellen over het verschijnsel tijd? Alca: Is voor de aarde belangrijk.
Astrid: Is er in de geestelijke wereld ook een 'tijd'? Alca: Nee. Astrid: Maar hoe weten jullie dan, dat het weer vrijdagavond is? Alca: Staat in onze agenda. Wij houden bewust bij voor de aardse tijd.
Freek: Is de tijd als 'stroom van gebeurtenissen' bij ons uiteengetrokken en is die bij jullie een eenheid? Alca: Ja.
Freek: Alca, hebben jullie begrip voor de gevoelens van twijfel die ons af en toe overvallen? Alca: Ja.
Freek: Welke taal spreken jullie in de geestelijke wereld? Alca: Geestestaal. Freek: Is dat een beeldtaal? Alca: Telepatisch is het en direct. Freek: Gebruiken jullie geen woorden? Alca: Nee.
Freek: Dan hebben jullie dus ook geen woord om 'hij-zij' of 'hem-haar' aan te duiden.
Alca: Androgeen. (Androgeen betekent: uit het mannelijke voortgekomen. Hij bedoelt waarschijnlijk 'androgyn'. 'Andros' is 'man', 'gyne' is 'vrouw'.)
(De gedachten- en gevoelensoverdracht verloopt in de geestelijke wereld op etherische wijze.)

Alca wijst dan op het papier vraag 10 aan.
Freek: Wie is de monnik die op de schilderijen van Tini Geerts-Grünewald verschijnt? Alca: Pjotr.
Freek: Is dat een Russische monnik? Alca: Ja, vijftiende eeuw. Freek: Is hij het die Tini helpt met schilderen? Alca: Ja. Freek: Is zijn afbeelding als het ware zijn handtekening? Alca: Ja.
Astrid: Hoe moeten wij Tini dit vertellen? Freek: Ze wil dit heel graag weten! Alca: Helderziende.
Freek: We kunnen dus zeggen dat we het van een helderziende hebben gehoord.
Er volgt dan in de groep een gesprek voor het communiceren met de geestelijke wereld.
Jan: Freek, jij communiceert met Alca op telepathische wijze.

Alca wijst dan vraag 6 aan.
Freek: Wat zijn mijn banden met de Filokalia? Alca: Je bent ook een geestelijke geweest. Freek: Heb ik er aan meegewerkt? Alca: Nee. Freek: Het is dus herkenning! Alca: Ja. Freek: Zijn er ook banden met Jozef Rulof? Alca: Feest in de werksfeer. Anne: In verband met Freeks boek? Alca: Ja.
Freek: Hebben wij vóór wij naar de aarde gingen met jullie in de hemel afgesproken, dat we gezamenlijk deze onderneming zouden gaan uitvoeren? Alca: Ja.
Jan wordt nu ingestraald en krijgt door: We hadden veel voorpret! We hebben het van te voren in de geestelijke wereld al gezien als een 'film' (de voorschouw). Het lichaam is nu louter ballast.
Plotseling schiet hij onbedaarlijk in de lach. Hij kreeg namelijk door: En bij jou zeker! Meteen daarop krijgt hij om het goed te maken het kaartje: 'Alles is liefde'.

(geestelijke werkgroep)
Freek: Alca, vormen wij samen met jullie in de hemel een werkgroep? Alca: Ja, ja, ja... (hij tikt 'ja' wel twintig keer aan). Hij laat het kruis nu in de vorm van een lemniscaat over de letters van het bord heenglijden. Freek: De lemniscaat is een zinnebeeld van de eenheid tussen twee tegendelen. In dit geval de eenheid tussen ons op aarde en onze vrienden en vriendinnen in de hemel.
De lemniscaat doet Freek ook denken aan het onderwerp van de lezing, die hij voor de Vrijmetselarij zal houden: Het verband tussen de geestelijke vermogens en de kubus. De kubus staat namelijk bij hen als zinnebeeld in het middelpunt. Freek: Alca, wordt mijn lezing voor de broeders van de Vrijmetselarij niet te moeilijk en te lang? Alca: Nee, zet ze maar aan het denken!
Freek: Wat vinden jullie van de Vrijmetselarij? Alca: Alles is waardevol. Freek: Is de band die ik met de loge in Doetinchem heb, door jullie geregeld? Alca: Ja.
Alca: Ben heel blij met Anne! Alles heeft een doel. Ben steeds in de buurt.

Bijeenkomst 18 (het regenboogkleed)
Alca gaat met het kruis naar het vragenbriefje van Freek.
Martine: Is Alca nu weer aan het kruis? Alca: Ja.
Freek: Is het met de regenboogkleuren gespikkelde kleed, dat ik soms voor me zie tijdens zelfbezinning, het vlies waar Steiner over spreekt en dat ons afsluit van de geestelijke wereld?
Alca: Alleen bij niet geestelijk ontwikkelde mensen. Freek: Af en toe zie ik dat kleed of vlies, bezet met een patroon van levendige spikkels met de kleuren van de regenboog, voor mij. Alca: Ja.
Freek: Maakte ik een paar dagen geleden mee dat jij door dat vlies heenbrak met je blauwgekleurde geestkracht? Ik zag dus hoe dat kleed bovenaan openscheurde en hoe er door de opening een blauw licht als een soort bewegende slang bij mij naar binnen stroomde. Alca: Ook ik was aanwezig bij de doorbraak. Astrid: Dus er waren nog meer mensen bij.
Freek: Wie was dat blauwe licht? Alca: De genezende opdracht. Freek: Dus er kwam een opdracht bij mij naar binnen, die, als ik die zou uitvoeren, mij zou genezen. Alca: Ja. Ben blij dat je weer onder de mensen komt. Freek: Ik had me iets te veel afgezonderd. Dus de opdracht was om de uitgekeerde instelling beter te leren gebruiken? Alca: Ja.
Martine: Heeft de beurs van zondag hier ook mee te maken? Alca: Ja. Afgeremd (door mijn vader).

Alca wijst de vijfde vraag op het papiertje aan.
Freek: Vader Abraham is in mijn buurt en er worden meer namen genoemd die ook in het 'Oude' Testament voorkomen. Is mijn vriend Achab dezelfde als de zoon van Salomo?
Alca: Nee, Agab is uit een ander leven.
Freek: Is Mirjam, wier gezicht ik in een wolk in de hoek van de kamer heb gezien, de zuster van Mozes? Alca: Ja. Zinnebeeld van het hogere in jezelf. Freek: Dus de band tussen Mirjam en mij is geestelijk? Alca: Ontwikkel dat. Freek: Ik moet het vrouwelijke in mijzelf ontwikkelen? Alca: Ja.

(de inwerking)
Alca beduidt met het kruis dat het blaadje moet worden omgedraaid voor de volgende vraag.
Freek: Kun jij het beste bij mij binnenkomen als ik volkomen leeg ben? Of moet ik aan jou denken? Alca: Ja. Freek: Ik moet stil zijn? Alca: Ja. Alca stuurt dan de meditatie, haha!
Anne: Hij lacht omdat Freek altijd 'zelfbezinning' zegt.
Freek: Alca, gaat het daarbij om de vermenging van twee geesten? Alca: Onder andere.
Freek: Wat is die merkwaardige gewaarwording die op de verkoelende werking van menthol lijkt? Ik veronderstel dat dat de inwerking van Alca's geestkracht is? Alca: Ja, die ervaring wijst op entiteiten. Freek: Die wijst op geesten die bij mij zijn en die trachten zich met mij te verenigen. Alca: Ja.
Alca: Ga in liefde jullie weg. Wij gaan hem met jullie. Bid(t) voor de bewustwording van de mensheid.
Jan: Dat is heel belangrijk. Freek: Dat is wat wij moeten doen door de verspreiding van geestkunde.
Alca: Ga met God, uw wil zal zegevieren.

Bijeenkomst 19 (getuigen van Jezus' kruisiging)
Alca wijst een vraag op het briefje van Freek aan.
Freek: Toen ik als klein jongetje (tien jaar) voor het eerst over de kruisiging van Christus las, moest ik onbedaarlijk huilen; ik had een heel innig, onstilbaar verdriet. Wat is de oorzaak van dat verdriet?
Alca: Bent er bij geweest, Anne ook.
Anne: Ik huilde nooit als kind, ik dacht altijd: wat Chrisus heeft meegemaakt is veel erger. Jan krijgt door dat je aan de uitdrukking in iemands ogen kunt zien dat hij of zij de kruisiging heeft meegemaakt. Freek vertelt dat hij ook moest huilen bij het horen van de Matthäus-passion. Jan krijgt door: Bach was er ook bij.
Anne: Steeds meer mensen hebben belangstelling voor de Matthäus-passion. Freek: Alca, hoe heette ik in dat leven, mag ik dat weten? Alca: Nee, niet belangrijk. Jan krijgt door: Op welke wijze wordt in de geestelijke wereld Goede Vrijdag herdacht? Alca: Met veel liefde en respect voor de geest van Jezus.
Freek: Monika heeft mij zien staan bij de intocht in Jeruzalem. Zij zei dat ik mij toen al had voorgenomen, wat ik nu aan het doen ben.
Jan krijgt door: Je bent er nog steeds bij. (bij de groep leerlingen)
Freek: Toen ik deze vraag stelde, had ik een heel duidelijke lichamelijke reactie, mijn hart klopte in mijn keel. Jan: Tóen lag al vast, dat we nu hier aan tafel zouden komen te zitten.

Alca wijst de tweede vraag aan.
Freek: Toen ik Astrid laatst vertelde over de Uittocht uit Egypte moest ik weer tot twee maal toe heftig huilen. Wat is de oorzaak van dat verdriet? Alca: Emotie blijft soms door de eeuwen heen hangen.
Freek: Dus ik ben daar bij geweest, Alca? Alca: Verdreven van huis en haard in ander leven. Geeft gevoel van herkenning. Freek: Dus bij de Uittocht ben ik niet geweest.
Martine: Je hebt een vergelijkbare situatie meegemaakt. Alca: Ander leven.
Freek: Was dat verbeelding van mij, Alca, dat ik Mozes zag die, voor het volk lopend, stopte en vervolgens de berg op liep? Alca: Stukje geestkunde.
Freek: Hoe is dat verband, Alca? Alca: Uiteengaan. Martine: Iets loslaten? Jan: De onthechting? Alca: Ja. Jan krijgt door: Op eigen benen leren staan. Anne: Geestelijke zelfstandigheid. Freek: Is de opmerking van Jan juist? Alca: Ja. Freek: Ik moet op eigen benen leren staan? Heb ik zo'n rol als Mozes te vervullen? Alca: Nee. Zo ongeveer, maar dan anders. Freek: Ik moet mensen uit de slavernij bevrijden.
Anne: Het is net andersom: je hebt al op de berg gestaan. Alca: Ja.
Jan krijgt door: Je hebt vanaf de berg geestkunde gepredikt, maar nu moet je de berg af. Alca: Ja.
Jan: Het verschil tussen jou en Mozes is, dat jij wel mee mag. Alca: Ja.
Astrid: Weer een mysterie opgelost.

Alca wijst weer een vraag aan, Freek heeft echter zijn beide vragen al gesteld. Opeens beseft hij dat Alca het stuk bedoelt dat hij heeft opgesteld naar aanleiding van een aantal woorden en daarmee samenhangende begrippen in het gesprek van de vorige keer.
Freek: Ik heb daar een stuk over geschreven; maar daar was jij toch ook bij, Alca? Alca: Ja.
Alca leest het stuk door met het kruis over de tekst heen en weer te gaan.
Jan: Het zogenaamde pluglezen! Alca voelt de trilling. Alca: Er gaat steeds meer doorvoeling in ko-men. Freek: Wat ik opschrijf, wordt steeds meer iets, wat echt voor mij leeft en niet alleen overdacht is.
Het kruis maakt eerst grote kringen en daarna snelle kleine.
Alca: Wij hier zijn de bron en deze mensen aan tafel werken mee. Freek: Wat ik heb geschreven, heb ik dus samen met Alca gedaan. Dat geldt ook voor jouw scriptie, Martine.
Martine: Daar merk ik bij het schrijven helemaal niets van.
Freek behandelt het stuk en pleit voor duidelijkheid in woordgebruik als het om geestelijke onderwerpen gaat. Jan: Je bent al aan de winnende hand. Freek krijgt het kaartje 'Light' (licht, inzicht). Freek: Dank je wel, Alca. Anne: Je bent ingewikkeldheden aan het ontwikkelen.

Bijeenkomst 20

Anne krijgt door dat de tekening (gemaakt door Diamantina Pem op Gouden Handen in 's Heerenberg) van Freek aan de beurt is. Alca: Ja. Freek: Zou jij iets over de tekening willen zeggen, Alca? Alca wijst het geel in het midden aan.
Alca: Kosmisch ei, hoge geest.
Dan wijst hij de oranje rand van het ei aan waar links onderaan een storende kleur zit. Alca: Zit ergens toch nog een vervuiling. Freek: Heeft dat kosmische ei met mij te maken? Alca: Ja. Freek: Ben ik dat zelf? Alca: Ja. Freek: Is die vervuiling toch nog de twijfel uit mijn jeugd? Alca: Ja, nee. Freek: Waar heeft het dan nog meer mee te maken? Alca: Mensen om je heen zijn niet helemaal zuiver. Jan: Je moet ook oppassen voor geestelijke milieuvervuiling. Freek: Moet ik mij niet door die mensen laten beïnvloeden? Alca: Ja.

Hij wijst de gele vlammen aan onder en links van het ei. Alca: Brandt als een helder vuur van geestdrift. Freek: Is dat mijn eigen geestdrift? Alca: Ja, nee. Freek: Is het ook jullie geestdrift? Alca: Ja.
Hij maakt met het kruis op- en neergaande bewegingen langs de kerstboom. Alca: Groei, maar op een aardse manier. De realiteit nimmer uit het oog verliezen. Freek: De kerstboom vervult een belangrijke rol in de Germaanse mythologie. De duivel, Loki, zou op aarde overwinnen als alle bomen hun blaadjes verloren hadden. Als enige bleef de spar of kerstboom groen, zodat het goede kon overwinnen.
Anne: Het gaat er dus om dat je standvastig wordt tegen het kwaad. Alca: Ja.
Dan wijst hij op de donkerblauwe plek rechtsboven in de tekening. Alca: Genees door het waarheidspreken. Freek: Dus ik moet mijzelf genezen door geestkunde te verkondigen. Alca: Ja. Jan: Maar luister zelf óók naar je eigen verhaal. Neem je lezing maar eens op een bandje op en luister er dan naar.

Alca wijst de vier figuren rechts onderaan het ei aan. Alca: Gidsen uit vorige levens.
Freek: Wie zijn die twee figuren links, Alca? Alca: Alca. Freek: Dat zei Diamantina ook, zij kreeg door dat het een (enorm krachtige) tweelinggeest betrof. Wat bijzonder dat we nu een afbeelding van jullie zien! Alca omcirkelt de roze bloemen rechts. Alca: Liefde en vriendschap.
Hij gaat vervolgens over de lichtblauwe boog heen en weer. Alca: Berg voor keelchakra.
Freek: De vorige keer is ook over een berg gesproken. Heeft dit daarmee te maken? Alca: Ook. Nu heb je dat nodig. Freek: Het spreken over geestkunde? Alca: Ja.
Freek: De betekenis van die berg is me nog niet helemaal duidelijk. Alca: Onder de mensen en niet meer er boven. Freek: Ik moet dus van de berg af. Op wat voor een berg zit ik dan, Alca, een hemelse berg? Alca: Ja.
Alca wijst dan opnieuw de boom aan en Jan krijgt door: Hij kampeert op de camping, maar hij douchet thuis, omdat de toiletruimte hem niet bevalt.
Freek: Maar wij moeten er dus mee stoppen, Alca? (met een bepaalde gespreksgroep) Alca: Graag. Er ligt iets te kiemen. Dus zorg dat je gaat oogsten van je graankorrel. Astrid: Het is niet alleen een ei, maar ook een graankorrel. Freek: Ik als die graankorrel kan niet ontkiemen doordat er tegenkrachten zijn? Alca: Ja. Freek: Dan weet ik wat me nu te doen staat. Maar welke reden kan ik opgeven? Alca: Drukte. Ik houd van al mijn kinderen, maar niet allen zijn mij even lief. Freek: Dat komt dus door hun gedrag.

Alca: Mooie tekening. Freek: Wie is de derde gids? Alca: Man, een overgrootvader. Freek: Is het een van Leeuwen? Alca: Ja. Freek: Uit Rotterdam? Alca: Ja. Had veel mensenkennis. Freek: Hij was heel godsdienstig. Zijn (12) kinderen moesten hem na de kerkdienst vertellen, waarover de dominee had gepreekt. Alca: Ja, leek op je, geestelijk. Freek: Mag ik ook de naam weten? Het is altijd fijn als je iemand met zijn naam kunt aanspreken. Alca: Opa. (Het is opa Jan van Leeuwen)
Freek: En de vierde, Alca, mag ik dat ook weten?
Alca: Vrouw, voor je intuïtie. Freek: Is dat Naomi? Alca: Ja. Freek: Is deze Naomi de schoonmoeder van Ruth? Alca: Nee. Freek: Naomi is Hebreeuws voor 'lieflijkheid'. Alca: Ja, komt uit het nabije Oosten. Freek: Dat had Diamantina ook doorgekregen. Alca: Vertrouw op haar.

Bijeenkomst 21
Freek: De laatste tijd heb ik heel duidelijk mogen ervaren, hoe gedachten 'uit de diepte', door ingekeerd waar te nemen, naar mij toekwamen! Jan: Leer hiervan hoe een ingeving ontstaat, zodat je het kunt herkennen. Het is voor de geestelijke wereld heel moeilijk om bij een filosoof naar binnen te komen. Let ook op de inwerking op je kruinchakra.
Alca: Pak zelf. Freek pakt een kaartje: 'Het is goed'. Freek: Dank je wel, Alca. Anne: Weer een stukje groei, Freek. Er wordt door Alca een tweede kaartje aangewezen: 'Liefde is de kortste weg naar God'. Freek: Daar ben ik net vanmiddag in mijn schrift mee bezig geweest.
Jan: Grijp je kansen, gebruik je creativiteit, dan alleen kan Alca door jou heen werken.

Alca wijst met het kruis op het vragenlijstje van Freek vraag 1 aan.
Freek: Alca, ik dank je voor de wijze les van de vorige keer en ik hoop dat ik daar goed mee om ben gegaan. Alca: Ja. Freek: Is er nog meer wat uit mij moet worden verwijderd? Alca: Komt vanzelf.
(De vorige keer maakte Alca mij bewust van een reeds vergeten jeugdervaring, die mij toch nog steeds ongunstig beïnvloedde bij bepaalde ontmoetingen.)
Jan: Moet je binnenkort naar de tandarts? Ik krijg door dat er tandsteen moet worden verwijderd.

Alca wijst met het kruis de tweede vraag aan.
Freek: Wat is jullie oordeel over mijn opvattingen over de numerologie en het verband met de Tarot?
Alca: Is hetzelfde. Freek: Ik ben heel blij met dat antwoord, want dat ben ik in het stuk dat ik daarover heb geschreven, aan het aantonen! Alca: Aanraking van de princi(e)pes berust allemaal op trilling en alles is naar cijfers terug te voeren. (De uitspraak van Pythagoras: "Alles is getal!")
Freek: Dus het verband tussen de beschrijving van de eenzijdige persoonlijkheden en de betekenis van de getallen is juist, Alca? Alca: Een mens bestaat uit een drie-eenheid, lichaam, ziel en geest: Tarot, numerologie, astrologie.

Alca wijst vraag 3 aan.
Freek: Wat is de oorsprong van de numerologie en de Tarot? Alca: Heel lang geleden leefde er een volk dat uit verschillende wijsgeren, filosofen etc. bestond: de Chaldeeën. Freek: Dat volk leefde in Mesopotamië. Alca: Ja. Freek: Daar kwam Vader Abraham ook vandaan: het Ur der Chaldeeën. Alca: Ja, Anne ook. Freek wordt nu ingestraald.
Alca: Het oude Mesopotamië is de bakermat van alle wetenschappen van de huidige wereld.
Jan: Wat is de rol van de vader van de numerologie, Pythagoras? Alca: Ook hij heeft toen deel uitgemaakt van de wijzen. Alca trekt voor Jan het kaartje: 'Mijn verwarring lost op in het telkens weer zoeken en uitdrukken van mijn waarheid van dat moment'.
Voor Freek trekt hij het kaartje: 'Laat Uw wil geschieden'. Freek: Alca wil mij daarmee laten weten dat ik geen steun moet zoeken in wat ik in het verleden misschien ben geweest, maar dat ik mijn vertrouwen moet stellen op Gods leiding nú.

Alca wijst dan op het vragenlijstje een niet opgeschreven vraag 'vier' aan.
Jan: Heb je de vragen van de vorige keer nog? Freek: Nee, die heb ik verscheurd.
Alca wijst dan op het werkstuk - over het verband tussen de Tarot en numerologie - 'Vierkanten' aan, afkomstig uit het boek 'Tarot van Isis'.
Freek: Dat betekent het uitgekeerde denken, het denken van de wetenschapper, en het betekent 'vierkant achter jezelf blijven staan'. Op wie slaat dit, Alca? Alca wijst met het kruis Freek aan.
Jan: Ere wie ere toekomt, Freek. Alca: Alleen soepel van geest blijven.
Freek: Dank je wel, Alca. Ik ben ook nog bezig geweest met een onderzoek naar een verband tussen numerologie en de I Tjing. Is dat er, Alca? Alca: Nee. Freek: Fijn dat ik dat weet, dan hoef ik daar geen tijd aan te besteden.

Jan: Alca, wat is jouw opvatting over het boek 'De goddelijke driehoek'? Alca: Goed, maar aanvulling is voor de mens heel belangrijk. Groeiproces van de mens zet ook door. Jan krijgt door: Als je dat boek gaat lezen, zul je de hiaten bemerken. Freek: Dat boek wil ik dan zeker lezen. Maar ik heb wel heel veel geleerd uit de I Tjing, Alca! Alca: Ja, het is een heel belangrijk boek! Freek: Daar ben ik ook van overtuigd. Alca: Kan niet met de drie andere disciplines vergeleken worden.
Jan: Het staat dus op zichzelf. Alca: Staat op zichzelf.
Freek: De Chinees heeft een heel andere benadering van de betekenis van de verschijnselen. Wij verstaan b.v. onder de zinnebeeldige betekenis van 'water' het voelen, de Chinees echter de wilskracht, omdat hij bij water denkt aan de kracht, die het water in een rivier doet stromen.

Het is even een tijdje stil.
Anne: Wil je nog wat vragen, Freek? Freek: Willen jullie niet iets vragen, ik ben steeds maar aan het woord! Jan: Nee, als we vragen hebben, dan stellen we die wel; ik vind dit allemaal best interessant.
Freek: Is de I Tjing uit Atlantis afkomstig, Alca? Er wordt namelijk gesproken over 'de mensen uit de voortijd'. Alca: Nee, verder weg is een pad dat ons leidt naar de oorsprong. De bron wordt op vele wijzen geledigd (Uit de bron wordt op vele wijzen geput (?, n.l. door iedere cultuur op zijn eigen wijze, Freek)). Zoek de toenadering.
Astrid: Nou, dat lijkt de I Tjing zelf wel. Jan: Welke pagina is dat? Alca: Hoofdstuk 19.
Martine zoekt hoofdstuk 19 op: De Toenadering. Freek leest er een aantal stukken uit voor.
Jan: Kun je aangeven wat belangrijk is? Alca: Alles. Astrid: Maar nu weten we nog niet waar de I Tjing uit afkomstig is. Freek: Uit Lemurië soms? Alca: Ja.
Freek: Dat is lang geleden, want Lemurië was nog voor Atlantis en dat was ongeveer 20.000 jaar voor Christus, voor de laatste ijstijd. Alca: Ja, Atlantis was een grote mysterieschool.
Freek: De boeken daarover van Rudolf Steiner en Max Heindel heb ik verslonden.
Martine: Als Atlantis een mysterieschool was, wat was Lemurië dan? Alca: Anders, bewustwording en voorbereiding. Martine: Atlantis had als mysterieschool waarschijnlijk een hoge beschaving. Waarom klungelen we hier dan zo?

Freek: Tijdens Atlantis was de helderziendheid aangeboren en was er een natuurlijke band met de geestelijke wereld. Daarna moesten we als geest dieper in het aardse verzinken en onbewust worden, om op eigen kracht die helderziendheid weer te verwerkelijken. Door die onbewustheid doen we domme dingen. Alca: Wij beginnen heel klein, vaak als de primitiefste levensvorm. Freek: Zoals Jozef Rulof dat beschrijft, Alca? Alca: Ja. Freek: We zijn dus als vissen begonnen? Alca: Ja.
Martine: De bacteriën van nu zijn toch niet de mensen van over 20.000 jaar? Freek: Nee, bacteriën zijn gedegenereerde levensvormen. Alca: Nee. Sommigen zijn wel bezig met hun laatste vorm.
Hij trekt voor ons het kaartje: 'Ik vergeef mijzelf de fouten uit het verleden'.
Freek: Dus dat 'verleden' strekt zich zelfs uit naar die tijd, de tijd dat wij onze dierlijke vormen verlieten en menselijke vormen aannamen. Alca: Bewustzijn zit in alles.
Martine: Dus dan moeten we ook heel lief zijn voor de dieren en zelfs geen vlieg doodslaan. Alca: Ja. Freek: Maar datzelfde geldt voor stenen en planten, ook met deze levensvormen zijn zich ontwikkelende geesten verbonden.

Bijeenkomst 23
Alca wijst met het kruis vraag 1 op het blaadje aan.
Freek: In Genesis wordt gesproken over de 'terafim' die ook de 'goden' worden genoemd. Zijn deze terafim de voorlopers van de Tarotkaarten? Alca: Pas op, ga niet te ver. Freek: Dat is dus niet het geval. Wat is dan de betekenis van de terafim? Alca trekt voor Freek het kaartje: 'Met heel mijn wezen zeg ik ja tegen dat, wat mijn weg kruist'.
Freek: Door middel van de terafim werd dus je lot duidelijk gemaakt. Het waren beeldjes om je levensbestemming te leren kennen. Alca: Ja. Rad van fortuin, de Gehangene ook. Freek: Dat is degene, die naar de aarde gaat om zijn lot te ondergaan.
Alca slaat dan vraag 2 over en gaat naar vraag 3. Freek: Toen Astrid een heel openhartig en langdurig telefoongesprek (2 uur) met een familielid had, barste er spontaan een glazen vaasje op de tafel vóór haar. Hebben beide gebeurtenissen met elkaar te maken? Alca: Ja, er is iets 'doorbroken'.
Astrid: Wat mooi zeg, zo'n symbool! Anne: Het is een stukje hulp.

Freek: Alca, is het vaak zo dat gebeurtenissen die er om ons heen in dit bestaan plaatsvinden, met onze innerlijke, geestelijke groei hebben te maken? Alca: Ja. Freek: Dus het spreekwoord 'Zo boven, zo beneden' zou je ook kunnen toepassen in de vorm van: 'Zo binnen, zo buiten'; met andere woorden, je eigen innerlijke groei wordt weerspiegeld in de levenservaringen die je meemaakt om je laten groeien.

Alca wijst nu vraag 4 aan.
Freek: Wat is de betekenis van het verschijnsel, dat je af en toe een warm en rood oor krijgt? Alca: Energiedoorstroming of vermoeidheid. Jan: Is datzelfde het geval bij de warme wijsvinger die ik kreeg? Alca: Ook doorstroming.

Bijeenkomst 24
Alca wijst vraag 1 op het vragenlijstje aan.
Freek: Kunnen de grote en de kleine arcana van de Tarot door elkaar worden gebruikt of zijn het twee aparte stellen kaarten? Alca: Nee. Freek: Ze horen dus bij elkaar? Alca: Ja. Maar kan ook apart.
Alca wijst vraag 2 aan.
Freek: Kunnen de kaarten alleen rechtop worden gebruikt of moeten ze rechtop en omgekeerd worden gebruikt? Alca: Hoeft niet. Rechtop geeft ook voldoende informatie.
Alca wijst vraag 3 aan.
Freek: Wat is de herkomst van de runen? Alca: Heel oude druïden, Keltisch. Freek: Dus ze zijn niet uit Atlantis.

Alca wijst vraag 4 aan.
Freek: Geven de runestenen alleen levensomstandigheden weer of zijn de geestelijke vermogens ook bij hén terug te vinden, zoals b.v. bij de kleine arcana? Alca: Ja, ja. Freek: Dat is fijn, maar het zal moeilijk zijn ze te herkennen, want niemand weet meer de juiste, oorspronkelijke betekenis van de stenen.
Jan: Laten we het aan Alca vragen de volgende keer.
Alca: Alca is niet gek. Voor geestelijke zoekers boeken zijn er wel (zijn er wel boeken). Jan: Welk boek is daar geschikt voor, Alca? Alca: De meeste zijn goed. Freek: Is het boek dat ik heb, ook goed, Alca? Alca: Ja.
Alca wijst vraag 5 aan.
Freek: Valt het 'persoonlijke jaar' samen met het levensjaar of met het kalenderjaar? Numerologen denken daar verschillend over. Alca: Kalenderjaar. Martine: Het andere klinkt logischer.
Jan: Het heeft ook met de trilling van de wereld te maken. Sommige numerologen halen van het jaartal de '19' af, wat ik niet juist vind. Freek: Ik ook niet. Wat vind jij ervan, Alca? Alca: Nee.

Alca wijst vraag 6 aan.
Freek: In mijn horoscoop staan zes planeten in Stier. Staan deze planeten in het 11e of in het 12e huis? Geraadpleegde astrologen verschillen hierover van mening. Alca: 12e huis.
Freek: Maar ze staan in de laatste graden en gaan naar het 11e huis Alca: Ja.
Freek: Ik lees hieruit dat het mijn opdracht is het geestelijke van het 12e huis, het huis van zelfonderzoek, onder de mensheid, het 11e huis, Waterman, het huis van vriendschap, te brengen. Alca: Ja.
Anne: Die planeten staan op het grensgebied. Freek: Dan begrijp ik het volkomen, Alca, dank je wel!
Alca wijst vraag 7 aan.
Freek: Tijdens het vuurwerk van de Terborgse kermis viel er 'vuur uit de hemel' op mijn jas. Heeft dit een diepere betekenis? Alca: Ja. Freek: Toen we thuis kwamen trok ik een Tarotkaart. Het was de Ridder van Staven, de enige kaart met een 'vurige kleding' (Volgens de uitgave van Dokters van Leeuwen). De Ridder van Staven vertegenwoordigt het uitgekeerde willen; hij is degene, die er met een bepaalde zending op uit trekt.

Dan trekt Alca voor Freek het kaartje: 'Vergeving lost alle pijn op'. Freek: Op wie ben ik dan nog boos, Alca? Alca: Jezelf. Freek: Ben ik boos op mijzelf? Alca: Ja. Freek: Zou je dat willen uitleggen, Alca? Alca gaat met het kruis over het kaartje. Alca: Vuur kan schoonbranden.
Freek: Vooral het hemelse vuur. Alca: Ja. Reiniging door te schrijven.
Martine: Moet Freek nog over zijn verleden gaan schrijven? Alca: Zielepijn, ja.
Jan krijgt door dat Freek denkt dat de loop van het geweer schoon is, maar er zitten nog wat zandkorreltjes in. Freek: Heeft het nog met m'n vader te maken? Alca: Nee.
Alca trekt voor Freek het kaartje: 'Ik accepteer dat het leven hier op aarde niet volmaakt is'.
Astrid: Heeft dat te maken met de lawaaiige bladblazers om ons heen? Alca: Ja.
Alca trekt voor Freek het kaartje: 'Wie doet wat hem te doen staat, bevrijdt zich van plicht'.
Freek: Dus ik moet leren om alles op me af te laten komen en niet mezelf te beklagen?
Alca: Ja, je niet zo aan alles storen! Jan: Lawaai hoort bij de aarde. Alca trekt het kaartje: 'Truth'.
Freek: Ik ben eens in de hemel geweest, in een prachtig park met een rivier en bomen. Ik zat onder een ervan. Wat was het daar heerlijk stil! Later mocht ik naar beneden in de hel kijken, in de duisternis. Daar hoorde ik een afschuwelijk gekrijs! Ik verlang naar die hemelse toestand.
Anne: Ik leef ook het liefst in stilte, maar Jos heeft altijd de radio aan. Daar sluit ik mij voor af.
Freek: Kon ik dat maar. Astrid: Dat moet jij ook leren.

Alca wijst vraag 8 aan.

Freek: Alca, zijn jullie het die mij als jullie kind vasthouden op het eerste schilderij van Tini?
Alca: Nee. Freek: Mag ik dan vragen wie het wel zijn? Alca: Geestelijke vrienden. Freek: Mag ik vragen wie die vrienden zijn? Alca: Nee. Freek: Maar ik ben heel blij dat het mijn vrienden zijn. Dit schilderij stelt dus de hereniging voor.

Zie, God is mijn helper,
God is het die mijn leven draagt.
Psalmen 54:6, psalm van David


Alca: Geen schilderij meer kopen. Freek: Dat is nu blijkbaar niet meer nodig. Alca: Nee.

Alca wijst vraag 9 aan.

Freek: Stelt het tweede schilderij van Tini de levensweg als geestelijke ontwikkelingsweg voor, waarop wij door jullie worden begeleid? Alca: Ja. Freek: Zit ik als geestelijke vogel op die grote vogel onderaan? Alca: Nee, geest die je helpt. Freek: En dat mannengezicht, Alca, naast het tussen de wolken doorbrekende zonlicht, is dat Gods heilige geest? Alca: Ja, geestelijke begeleider.


Bijeenkomst 25

Alca trekt voor Freek het kaartje: 'Ik ben ok zoals ik ben. Ik mag er helemaal zijn'. Alca gaat nu met het kruis over de ogen van de automatisch getekende potloodtekening van Michaël van Roelina Vloon. Alca: Ogen zullen opengaan gedurende de komende jaren. Jan: Het gaat om de ogen van jou, Freek, je krijgt meer inzicht.
Alca: Geen engel, wel hoge intelligentie. Freek: Klopt de naam wel, Alca? Roelina twijfelde namelijk. Alca: Ja. Hij trekt voor Freek het kaartje: 'Purpose' (doel, bedoeling).
Anne: Dat zal duidelijk worden met de tijd, als de ogen opengaan.

De eerste vraag op het briefje van Freek wordt door Alca aangewezen.
Freek: In sommige boeken, zoals bij Jozef Rulof, staat geschreven dat er zeven hemelen en hellen zijn, in andere, zoals bij Emanuel Swedenborg en Jakob Lorber, drie. Kun je ons de oorzaak van dit verschil uitleggen? Alca: Ja. Drie zijn afgeleid van de drie-eenheid; zeven is het universele hemelrijk en zijn hiërarchieën. Freek: Dus drie heeft te maken met het inwendige van de godheid zelf, terwijl zeven heeft te maken met de uit die godheid voortgekomen schepping. Alca: Zo ongeveer.
Alca wijst vraag 2 aan en Freek stelt deze.
Freek: Uit dromen en kaartleggingen leer ik, dat jullie wel gebeurtenissen aan ons mogen meedelen, maar niet het tijdstip waarop ze gaan plaatsvinden. Wat is hiervan de reden? Alca: De mens wordt anders gefixeerd op de toekomst. Je leeft niet meer. Jan: Je moet de dag zelf benutten, niet in de toekomst leven. Alca: Ja.

Bijeenkomst 26
Martine: Om maar meteen te beginnen, Alca, kun je me iets zeggen over de betekenis van de drie bloemen, die ik meteen aan het begin van mijn vakantie in India van die kinderen kreeg?
Alca: Ja, begroeting op geboortegrond. Martine: Dus ik heb ooit geleefd in het gebied van de eerste drie weken? Alca: Ja, kinderen voelen de trilling. Martine: Ik vond het een heel bijzondere ervaring.
Alca: Abel Ginza. Martine: Was dat mijn naam, Alca, toen ik daar leefde? Alca: Ja, jongetje.
Astrid: Oh, Martine, wat schattig! Martine: In welke aardse periode was dat? Alca: 1647.
Martine: Ik heb daar veel gebouwen gezien uit de 16e en 17e eeuw.
Jan: Alca, uitgaande van het gegeven van de groepsreïncarnatie, waren Astrid en Freek daar toen ook? Alca: Ja, Panya Apdochia. Astrid: Wie was dat, Astrid of Freek? Alca: Freek.
Moira Fontoniya. Astrid: Was ik dat, Alca? Alca: Ja.
Martine: Waren we familie van elkaar? Alca: Arts, vader, Freek. Jan: Was Astrid zijn assistente? Alca: Nee, bloedband. Martine: Was Freek toen mijn vader? Alca: Ja.
Anne: Dat is ook grappig, gaat ze met een arts terug naar India. Freek: Bovendien met een arts die hetzelfde numerogram heeft als ik. Martine: Leefde Jacob daar ook? Alca: Ja.
Martine: Was hij ook een bloedverwant? Alca: Nee.
Jan: Wij waren er vast ook. Alca: Ja. Jan: Wat deden wij toen? Alca: Doet er niet toe.
Martine: Ik heb ook een ellendig leven meegemaakt met mishandeling, was dat toen?
Alca: Nee. Freek: Wat een goed lopend gesprek hebben we vanavond op het bord!

Alca wijst dan de eerste vraag op het lijstje van Freek aan.
Freek: Ik ben tot de opvatting gekomen, dat wij Gods kinderen zijn, temidden van Gods schepping, waar alles een bedoeling heeft voor onze geestelijke groei. Is deze opvatting juist? Alca: Ja.
Freek: Ik vraag geen dingen die nieuw voor ons zijn, maar ik wil het graag duidelijk onder woorden brengen en Alca's bevestiging horen. Het is goed om tot je te laten doordringen dat álles in voor- én tegenspoed een bedoeling heeft ten goede.
Anne: Wij mogen van de goddelijke schepping gebruik maken om er onze lessen te leren. Alca: Ja.

Alca wijst de tweede vraag aan.
Freek: Wij op aarde zien nu niet die diepere, geestelijke betekenis van onze levenservaringen. Is deze onwetendheid bedoeld om ons de gelegenheid te geven naar eigen, vrije keuze vertrouwen te leren krijgen in die geestelijke zin van het stoffelijke bestaan? Alca: Ja. Anders leert men niet zélf.
Jan: Even een vraag tussendoor. De geest kiest een lichaam uit met bepaalde erfelijke eigenschappen. Als het lichaam weigert de geest te volgen, wat dan? Freek: Het lichaam op zichzelf doet niets; het kan alleen in beweging komen door mijn geestkracht, doordat ik iets wil. Niet het lichaam verleidt je tot iets, maar bij verleiding lukt het als geest niet beheerst met het lichaam om te gaan.
Martine: Het lichaam kan ook een les zijn.
Freek: Jozef Rulof zegt dat het lichaam jouw persoonlijke hel is.

Alca wijst vraag drie aan.
Freek: Hebben ook de lijnen in onze hand die diepere, geestelijke betekenis? Alca: Ja.
Freek: Zijn in de lijnen van onze hand zowel onze persoonlijkheid alsook ons lot beschreven?
Alca: Ja.
Freek: Dat betekent dat de handlijnen eenzelfde betekenis voor ons hebben als numerologie, Tarot en astrologie! Martine: Datzelfde geldt dan ook voor iriscopie en voetreflexologie. Alca: Ja.
Freek: Vraag vijf en zes zijn al behandeld. Vraag zeven: Is de vrijheidsgraad van het menselijke handelen op aarde dermate groot, dat de dingen soms anders lopen als jullie hadden voorzien?
Alca: Ja. Tegenkracht of verstarring. Het ego te belangrijk. Freek: De oorzaak is dus je eigen zelfgerichtheid, je zelfzucht.

Alca wijst vraag acht aan.
Freek: Martine en ik volgen op het ogenblik in Utrecht vijf gastcolleges over Ruusbroecks mystiek door professor Mommaers uit Leuven. Ben jij het Alca die mijn hart sneller laat kloppen als ik tijdens de colleges wat te zeggen heb? Alca: Ja, trilling wordt verhoogd.
Freek: Een keer was het zo erg dat ik vroeg of het wat minder mocht omdat ik anders bang was niet goed te kunnen spreken. Het werd ook meteen minder. Alca: Ja.
Freek: De eerste keer kwam het mij voor alsof Alca door mij heen sprak. Alca: Ja. Hij wijst de kaartjes aan: 'Liefde is mijn sleutel tot alles' en 'De muziek der liefde hoor ik altijd'.
Freek: Alca, heeft dit ook te maken met de inwerking? Alca: Ja. Freek: Daar ben ik heel erg blij mee, dank je wel, Alca! Vooral vanavond merk ik die inwerking op mijn hoofd heel sterk.

Alca: Voor groep.
(Dit is een inleiding op de daarop volgende gebeurtenis.)
Alca trekt de kaartjes: 'Belangrijker dan het doel zijn de middelen: onze handelingen zijn vervuld van liefde en zorg' en 'Wij kunnen wachten'. Jan: Dat kan alleen als je vertrouwen hebt dat de trein komt als je in de wachtkamer zit, zelfs als het licht uitgaat. Verder: 'Hoe meer wij onszelf laten zien, des te meer is er van ons om van te houden'
en 'Het Licht is altijd aanwezig'.
Jan: Ik zei toch net van dat licht in de wachtkamer!

Vervolgens:
Kruis: INRI. Leidt Jezus Anne (Jezus leidt Anne).
Algemene verwondering over deze mededeling en vragen over de betekenis van de letters INRI.
Freek: Pilatus liet op Jezus' kruis een bord timmeren met de letters INRI: Iesus Nazareae, Rex Iudae (Jezus van Nazareth, Koning der Joden). Het 'koning zijn' was de politieke reden van zijn veroordeling door Pilatus.
Kruis: Ja. Martine: Wie is er aan het kruis?
Jezus: Jezus past op haar en door haar ook op jullie. Ik houd van mijn broers en zusters. Aan dit bord en in deze groep ben ik van nu af aan in jullie midden. Ga met God onze Vader jullie weg, wij gaan hem met jullie, uitverkoren. Bid(t) vol liefde voor al die onwetenden. Alca is goede gids. Goeden avond.

Het kruis draait rond; eerst wordt Anne ingestraald, daarna Jan, Martine, Freek en Astrid, daarna nogmaals Anne. Allen zijn zeer onder de indruk.
Jezus: Je gebed is gehoord, Anne.
Jan: Vóór dit laatste, ongelooflijke begon, zei Ben (Jans gids): Alle hens aan dek!
Jezus: Alca, bedankt voor deze bijzondere avond. Het kruis blijft stil hangen boven de telefoon.
Jan: Dit is de aangekondigde wederkomst.
Jezus: Bij elkaar blijven. Tot ziens!
Jan: Hij wil met ons aanzitten! Martine: Ik moet denken aan de Bijbeltekst: 'Waar er twee of meer in mijn naam vergaderd zijn, zal ik in hun midden zijn'.

Bijeenkomst 27 (inwerking door zelfbezinning)
Alca: Freek begint eindelijk te begrijpen wat zijn taak is. Door onder de mensen te gaan, wordt hij zelf ook weer mens en zullen de dingen voor hem anders worden. Freek: Dat dat zo is, voel ik heel duidelijk. Alleen begreep ik wel wat mijn taak was, maar ik twijfelde eraan door het afwijzende gedrag van mijn vader en was er daardoor bang voor. Nu begin ik die twijfel te overwinnen.
Anne: Nu kun je gaan handelen en daardoor maak je een opening, waardoor er wat kan gaan gebeuren.
Alca: Alca is blij! Alca wijst het vragenlijstje aan en Freek stelt de vragen.

Freek: Tijdens mijn zelfbezinning ervaar ik jouw inwerking en breng jij mij in beweging. Wat kan ik doen om mij beter voor jou open te stellen. Alca: Vertrouwen.
Freek: Ik moet er dus op vertrouwen dat we op de goede weg zijn en er rustig mee doorgaan; maar ook: hoe meer ik vertrouwen krijg in Alca, hoe beter de gevoelsband met Alca kan worden gevorm en hoe meer ik mij voor Alca's inwerking openstel.
Freek: Maak ik wel geestelijke vorderingen met mijn oefeningen, hoewel ik daar niets van merk?
Alca: Ja.
Freek: Ik zit nu al vijfentwintig jaar te schudden. Er is in mij wel een geestelijke groei, maar dat gaat zo geleidelijk, dat je nauwelijks het verband met de zelfbezinning legt.
Jan: Maar je bent nog niet van je stoel afgeschud. Freek: Wat moet ik van mij afschudden?
Alca trekt voor hem het kaartje: 'Bemin ook de charme van de imperfectie'. Freek: Ik streef naar het volmaakte, maar moet dus ook het onvolmaakte toelaten. Alca: Ook minder volmaakt heeft charme.
Jan: Dat geldt ook in de wereld.

Freek stelt de volgende vraag.
Freek: Als ik in een verheven geestesgesteldheid kom door mijn oefening, word ik dan met een bepaalde persoon of met een sfeer verbonden? Alca: Ja.
Freek: Waar leiden deze oefeningen toe? Alca: Komt op zijn tijd.
Freek: Is het de bedoeling dat jij je geestelijk met mij vermengt? Alca: Nee, want je bent een eigen persoon.
Freek: Heeft de naam 'Alca' een bepaalde betekenis? Alca: Nee. Freek: Dus het is alleen een klank?
Alca: Nee. Freek: Wat is het dan wel? Alca: Mijn naam.
Freek: Mag ik jouw naam noemen? Alca: Ja. Freek: Daar ben ik blij om, Alca. Het komt in gespreksgroepen wel voor dat gesprekken over onze geestlijke vrienden meer vastigheid krijgen als er een naam kan worden genoemd. Jan: Ik heet Ben, zegt hij (Jan wijst achter zich voor zijn geleidegeest).
Freek: Heb jij ook wat met Alcar van Jozef Rulof te maken? Alca: Nee.
Freek: Het lijkt mij bevorderlijk voor je geestelijke groei als je de naam van je geleidegeest kent. Hoe kun je die naam te weten komen? Alca: Is niet belangrijk. Het weten dat ze er zijn, is genoeg.
Freek: Heeft het een bepaalde betekenis dat ik de getallen van de klok vaak in een zeker, samenhangend verband zie? Alca: Nee.

Freek: Wat is de betekenis van de komeet Hale-Bopp (1995)? Alca trekt het kaartje: 'Zware opdrachten worden alleen aan de beste studenten gegeven'. Anne: Dan denk ik dat er zware tijden aankomen!
Alca: Ja.
Freek: Dat geldt denk ik voor de hele mensheid. Alca: Ja. De besten zullen begrijpen als de tijd daar is.
Freek: Hebben die gebeurtenissen te maken met het feit, dat de vorige keer Jezus bij ons was?
Het is enige tijd stil. Alca: Kan nog niet antwoorden.

Bijeenkomst 28
Alca: Freek. Freek krijgt de kaartjes: 'Ik normaliseer de energie van mijn hartchakra en daarom ben ik nu kerngezond' en 'Ik ben veilig. Het universum zorgt voor mij'.
Jan krijgt door: Om de vragen van de dominee (het vraaggesprek voor het programma Tendens van Omroep Gelderland in Arnhem) goed te begrijpen, moest jij vóór het gesprek door het Spijkerkwartier rijden (door een wegomlegging) om goed te aarden.
Freek krijgt ook nog het kaartje: 'Ik kan liefde, kracht en geld ontvangen'. Jan: Er zijn maar twee kaartjes die over geld gaan. Toen ik een tijd geleden het andere kreeg, won ik een prijsvraag. Ten slotte krijgt Freek nog het kaartje: 'Power' (Kracht).

Bijeenkomst 29 (vertrouwen noodzakelijk voor samenwerking)
Jan: Fijn dat je er weer bent, maar je bent waarschijnlijk nooit weg geweest. Wat is punt 1 van de agenda? Alca: Mijn dank voor jullie werkzaamheden! Jan: Met liefde gedaan door ons allemaal, denk ik. Freek: Jullie dank voor júllie werkzaamheden!
Alca: Jullie geloof maakt het mogelijk dat wij kunnen samenwerken. Jan: Alles staat of valt met vertrouwen. Freek: Daardoor ontstaat eensgezindheid.
Alca: In de bres voor het geestelijke wordt door ons ondersteund.

Alca wijst vraag 1 op het vragenlijstje aan.
Freek: Wat is de betekenis van de cirkels in het graan? Alca: Buitenaardse signalen. Geometrisch. Belangrijk. Kosmos is nog vol geheimen. Astrid: Ook voor jou, Alca? Het zal wel een geheim blijven.
Het kruis gaat naar de telefoon. Alca: Heeft alles te maken met de Orionnevel. Freek: De Herder van Orion is het sterrebeeld dat op het ogenblik in het zenith staat, recht boven ons. De gasnevel erin is de geboorteplaats van heel veel nieuwe sterren.
Alca: Mysterie van de graancirkels heeft ook te maken met de piramide van Gizeh. Ook daar was verfijnde technologie, die nu voor de mens nog niet ontsluierd zijn. Sommige antwoorden zullen gevonden worden, andere niet. Anne: Die techniek gaat boven onze pet. Alca: Laser is ook al op aarde. Jan: In de geestelijke wereld kunnen ze al gebruik maken van een technologie, die nog door ons moet worden uitgevonden.
Freek: Bij Jozef Rulof kun je lezen dat iedere techniek vanuit de geestelijke wereld naar aardse wetenschappers is doorgegeven.

Bijeenkomst 30
Jan: Welkom, Alca, heb je een boodschap voor ons.
Alca: Kon anders. Jan: Wat kon er anders, Alca? Alca: Maak er een gewoonte van om biddend te beginnen. Astrid: Dat doen we toch altijd? Alca: Nee. Trilling wordt hoger, afstemming fijner.
Jan: Dus als ik het goed begrijp, moeten we wat langer mediteren. Alca: Ja. Bid(t) samen en mediteer 15 min. Negativiteit wordt ook sterker. Astrid: Oh, dat vind ik eng. Jan: Je bent bezig met een bepaalde ontwikkeling en daardoor krijg je ook sterkere tegenstanders tegenover je.

Alca wijst de eerste vraag op het vragenlijstje van Freek aan.
Freek: Alca, zou je willen beschrijven wat er gebeurt tijdens het overlijden?
Alca: Geleid door het licht. Astrid: Je bedoelt het boek van Betty Eady? Alca: Ja.
Alca wijst vraag vijf aan.
Freek: Moeten we niet eerst naar vraag twee? Meteen gaat Alca naar vraag twee.
Freek: Is er in de geestelijke wereld ook een soort geestelijke ademhaling? Alca: Wat een vraag! Het is even stil en dan moet iedereen lachen. Freek: Met andere woorden, het is ja. Alca: Ja.
(De geestelijke ademhaling door de geestgedaante ademt Gods geestkracht in.)

Alca wijst dan de laatste vraag aan.
Freek: Hebben de temperatuursverhoging van de golfstroom El Niño en de bosbranden in Indonesië te maken met de komeet Hale-Bopp? Alca: Nee.
Jan: Maar de brand heeft wel te maken met de temperatuurstijging. Freek: Alca mocht de vorige keer niet zeggen wat de betekenis van Hale-Bopp is. Mogen we dat nog steeds niet weten, Alca?
Alca laat het kruis boven de telefoon hangen. Alca: De weg is nog lang voor de wereld. In de Middeleeuwen waren ze er bang voor, rampen en katastrofes. Ook nu. Hale-Bopp ook opnieuw actief samen met andere komeet. Freek: Is die andere komeet de Hyakutake (1996)? Alca: Ja. Er komt nog een fenomeen.
Freek: Waarschijnlijk een natuurverschijnsel. Alca: Ja. Houd(t) de informatie nog even voor jullie.
Astrid: Dat beloven we je. Alca: Alca zal dan verder gaan.

Alca trekt een kaartje: 'Ik ben veilig. Het universum zorgt voor mij'. Jan: Geldt dit voor de hele groep? Alca: Ja. Freek: In het boek 'Bijna 2000 jaar' van Kahir worden de oude voorspellingen voor deze tijd beschreven. Komt dat overeen met wat ons te wachten staat? Alca: Ja.
Freek: Alca, begint dat inderdaad volgend jaar (1998)? Alca: Ja.
Jan: Wat in de 10e maand, oktober, gebeurt, is een voorbode voor de gebeurtenissen in het volgende jaar. Wat mogen wij daarover zeggen tijdens onze consulten? Alca: Laat doorschemeren dat het moeilijk wordt, maar dat er hoop is. Jan: Als de mensen de weg terug naar de waarheid maar kunnen vinden! Alca: Ja, vooral de jeugd kan beproefd worden door het negatieve. Astrid: Nou, dat is volop in gang! Alca: Nog erger wordt het. Ook zullen goede en mooie kinderen uitgedaagd gaan worden.
Freek: Maar Alca, dan wordt het toch de hoogste tijd dat we aan de slag gaan met de verspreiding van het goede! Alca: Ja, de moraal is weg!

Freek: Hoewel ik het moeilijk vind om mezelf op de voorgrond te plaatsen, geef me nu dan toch de gelegenheid om met geestkunde naar buiten te treden! Meteen straalt Alca Freek in.
Astrid: Je zult het zelf moeten doen. Alca: Vereenvoudig je t.... Freek: Johanrie. Wat raad je me aan te doen? Alca: Dan kan je er mee naar middelbare scholen. Dit is al eerder gezegd.
Freek: Wat raad je me nu heel praktisch aan om te gaan doen? Alca: Vertaal je boek in de taal van nu.
Freek: Moet ik dan weer leenwoorden gaan gebruiken? Alca: Nee. Freek: Gelukkig!
Alca: Makkelijker, anders begrijpt de jeugd het niet! Freek: Maar dat kan ik niet doen zolang ik in de apotheek werk. In tegenstelling tot vroeger houd ik nu geen tijd meer over.
Alca: Wat is tijd? Komt tijd, komt raad! Jan: Alles komt op zijn tijd.

Freek: Zijn na 1998 de huidige levensomstandigheden er nog, Alca? Alca: Ja. Freek: Is er dan ook nog steeds elektrische stroom? Alca: Ja. Freek: We zullen dan dus nog steeds van computers gebruik kunnen maken, i.v.m. het schrijven van boeken.
Alca trekt voor Freek het kaartje: 'Ik ben liefde'. Anne: Je zult door liefde een ingang weten te vinden om je werk te gaan doen. Jan: Misschien krijg je wel een uitnodiging om op een school te komen praten. Wil jij naar scholen toe? Freek: Ik heb altijd graag leraar willen worden. Op gespreksgroepavonden heb ik duidelijk het gevoel dat dat de zin van dit bestaan is.
Jan: Wil jij dat echt, Freek? Freek: Ja, Alca, ik wil leraar geestkunde worden! Alca: Vertrouw!
Freek: Alca, onze gespreksgroepavonden zijn toch al een oefening om het in eenvoudige taal te vertellen? Alca: Ja. Jan: We kunnen de dingen heel concreet vragen. Alca, krijgt Freek in 1998 de tijd om te gaan schrijven? Alca: Ja. Freek: Dus zoals Diamantina al zei: Vóór Kerstmis is alles rond. Het gebeurt alleen 2 jaar later. Alca: Ja.

Freek: Blijft na het volgende jaar geld ook nog zijn waarde behouden, Alca? Alca: Ja.
Alca trekt voor Freek nog het kaartje: 'Ook de langste reis begint bij de eerste stap'. Freek: Dat is een spreuk uit Lao tse's boek Tao teh tjing, uit het jaar 600 voor Christus. Dan nog: 'Ik creëer mijn wereld'. En: 'Willingness' (Ondernemingszin). Freek: Als ik het goed begrijp, Alca, kan ik nu gaan doen, waarvoor ik naar de aarde ben gekomen! Alca: Ja.
Ten slotte trekt Alca nog het kaartje: 'Door los te laten zonder angst, ontvang ik alles wat ik nodig heb'.

Bijeenkomst 31
Freek: Is de z.g.n. 'Pistoolster' die laatst is ontdekt (in het centrum van ons Melkwegstelsel, de gaswolken eromheen hebben de vorm van een pistool) een van de 'centraalzonnen' zoals die worden beschreven in de boeken van Jacob Lorber? Alca: Ja. Freek: Is deze 'Pistoolster' de centraalzon die Hesse beschrijft in het boek 'Bijna 2000 jaar'? Alca: Ja. Freek: Gaat het gebeuren zoals Hesse dat beschrijft? Alca: Ja.
Freek: Dat betekent dat we het volgende jaar de geestelijke liefdesuitstraling van deze centraalzon binnen zullen gaan. Alleen zij die zelf ook liefde uitstralen, zullen mee kunnen gaan op de verdere tocht van de aarde door het heelal in de komende 2000 jaar. Maar Alca, wat gebeurt er met mensen die niet mee zullen kunnen gaan? Anne: Daar krijg ik een heel naar gevoel bij!
Alca: Ja. Veel mensen kunnen die uitstraling niet verdragen, worden geestelijk verstoord, met alle gevolgen van dien. Velen zullen sterven; ook een vorm van zuivering.
Freek: Dat is een ernstig bericht! Alca: Ja.
Astrid: Dat betekent dat liefdeloze mensen de komende 2000 jaar niet op aarde zullen kunnen worden geboren. Anne: Wat zal het hier dan fijn zijn!

Freek: Er gaat dus inderdaad gebeuren wat astrologisch in de stand van de planeten in februari 1962 aan de hemel verscheen? Alca: Ja. Freek: De planeten stonden toen in de vorm van een kruis aan de hemel: Zon en Maan in het midden, Mars en Saturnus rechts, Venus en Jupiter links. De Zon stond in Waterman. Dit wordt uitgelegd als de 'scheiding van de bokken en de schapen' zoals Jezus die voorspelde voor de 'eindtijd'. Alca, wanneer komen wij in de uitstraling van die zon?
Alca: Zijn al in de voortrilling. Sommige mensen beginnen al boosaardig te worden, terwijl anderen op zoek gaan. Scholen en kerken lopen leeg, onderdrukking wordt niet meer getolereerd.
Jan: Heeft de aardbeving onder Rome hier ook mee te maken? Alca: Ja. Het Vaticaan zal ten onder gaan aan zijn eigen schijnheiligheid. Jan: Rome heeft ons altijd voor de gek gehouden. Maar de deur van de Ark, Alca, staat die nog open, is er hoop voor de mensen? Alca: Ja, Gods liefde tolerant.
Anne: Stel je vraag, Freek! Freek: Er ging inderdaad een vraag door me heen, maar ik ben hem vergeten. Alca, kun jij me vertellen wat ik dacht? Alca: Zorg om zijn familie. Tegen die tijd zal ik jullie waarschuwen. Freek: Wat een geruststelling, Alca! Astrid: Nou, dat vind ik geweldig!

Jan: Alca, ligt het in de tijd vast dat we in latere levens elkaar weer zullen treffen en samen verder zullen gaan? Alca: Ja. Alca zal een geheim verklappen! Freek: Nou ben ik wel heel benieuwd!
Alca: Jullie zullen allen rond dezelfde tijd weer incarneren en belangrijke taken op de wereld vervullen. Zullen dan ook bewuster van de dingen zijn en weten wat het is op aarde te zijn en je doel te bereiken. Nu wordt gestreefd naar vervolmaking, die er zal zijn. Freek: Wat een hoopvol bericht!

Alca wijst de laatste vraag aan.
Freek: Alca, hou ik zelf mijn adem in? Alca: Ja. Anne: Krijg je hartkloppingen? Freek: Ik heb wel last van extra samentrekkingen (extrasystolie). Verder moet ik veel zuchten en geeuwen, maar dat lukt niet goed. Anne: Het zijn spanningen. Jan krijgt door: Het zijn Gethsemane-pijnen. Je weet wat er gaat gebeuren en dat maakt je bang. Freek: Laatst werd ik 's nachts wakker met een pijnlijke kramp in mijn middenrif. Ik riep Alca erbij en smeekte hem/haar een dokter te roepen. Een half uur later was het over.
Jan: Accepteer wat er gaat gebeuren, dan kán het ook gebeuren!

Bijeenkomst 32
Astrid wordt ingestraald. Alca wijst vervolgens op het vragenlijstje van Freek de eerste vraag aan.
Freek: Is de Orionnevel de plaats waar de centraalzon van ons melkwegstelsel staat? Alca: Ja.
Freek: Het sterrenbeeld de Herder van Orion is goed herkenbaar aan de hemel. In de riem van de herder bevindt zich de genoemde nevel, een plaats waar veel nieuwe sterren ontstaan.
Anne: Toen ik mij indertijd met die Orionnevel bezighield, kreeg ik een visioen waarin ik een aantal symbolen zag: een staf, een beker en een bootje met een kruis erop. Martine: Vraag maar of dat wat te betekenen heeft. Alca: Altijd gevat. Staf verbindt beide werelden. Freek: De geestelijke en de stoffelijke wereld. Alca: Beker gevoel en liefde, stromen in wijsheid. Bootje vaart over beide zeeën, door geloof gedragen en Jezus leidt. Freek: Dus dat bootje zijn wij als mens? Alca: Ja. Anne: En 'de Heer is onze herder', vandaar de staf. Alca: Ja. Martine: Zeggen deze symbolen iets over de centraalzon? Alca: Ja. (Bij Lorber is te lezen dat in de centraalzon God in de schepping aanwezig is.)

Alca wijst op het briefje vraag 2 aan.
Freek: Wat vinden jullie van de zogenaamde 'Malvameditaties'? Zij worden door een medium gehouden in de Malvahoeve te Zijtaart in Limburg. Alca: Slecht. Freek: (opgelucht) Dat heb ik dus goed beoordeeld! Alca: Ja. Freek: Toen iemand mij een cassette-opname liet horen van een toespraak door 'Meester Jezus' (hij zei met donkere stem: 'Ik, die de Christus werd genoemd') voelde ik meteen afkeer. Volgens mij was het een overgegane dominee, die op zalvende toon zijn kerkvolk nog eens wilde toespreken.
Alca: Ja.
Freek: Alca, moet ik Tini hiervoor waarschuwen? Alca: Nee. Freek: Tini is de schilderes van de twee schilderijen die wij van haar hebben. Moeten wij hier een punt achter zetten? Alca: Ja.

Alca wijst de derde vraag aan.
Freek: Wat vinden jullie van het boek 'A course in miracles'? Alca: Gaat wel. Freek: Is het inderdaad een valse profetie? Alca: Ja. Freek: In de nacht na de lezing die ik erover hoorde, werd ik om ongeveer 2 uur wakker. Het drong toen heel goed tot mij door dat de schrijfster van het boek hier tegen haar zin toe werd gedwongen en ik sliep toen weer in. Ze heeft zeven jaar zitten schrijven over liefde en de heilige geest, maar bleef atheïst. Astrid: Ze zeggen dat Jezus het heeft doorgegeven. Alca: Nee.
Freek: Het was tegen haar zin en dat zal Jezus zeker niet doen! Alca: Nee.

Martine: Alca, nu we het toch over boeken hebben, wat vind je van dit boek: 'Een ongewoon gesprek met God'? Alca tikt vele malen met het kruis op het woord 'ongewoon' op de voorpagina van het boek. Martine: Het geeft zo'n volkomen andere kijk op het leven. Is het een gesprek met God, Alca?
Alca: Nee. Anne: Ik krijg er een naar gevoel bij, net als bij de Course. Het heeft te maken met zelfverheerlijking. Alca: Ja.
Freek: Maar het boek van Murdo MacDonald-Bayne, 'Goddelijke heelmaking van ziel en lichaam', is dat wel goed, Alca? Alca telefoneert. Alca: Ja. Martine: Was het Christus die door Murdo sprak? Alca: Ja. Freek: Gelukkig, want de strekking van het boek is zuiver geestkunde, maar dan door Jezus verteld!

Alca speelt met het buisje Ozaliet en Benzoliet dat Astrid en Martine hebben neergelegd om te vragen of dat inderdaad helpt tegen straling van radio, tv, magnetron en dergelijke. Alca: Ja.
Martine: Is dat goed voor Astrid en mij? Ook voor Freek? Alca: Ja. Martine: Blijft het altijd werkzaam? Alca: Nee. Freek: Het Jomanda-water helpt niet bij Astrid. Alca: Nee. Freek: Dus Astrid hoort niet bij Jomanda? Alca: Nee.

We waren met het boek De Levensweg op een paranormale beurs in de Achterhoek.
Freek: Wij hebben een goed gesprek gehad met H.B. Net voor hij bij ons kwam, las ik volkomen onwillekeurig een stuk in mijn boek, maar wat tijdens ons gesprek verrassend goed van pas kwam. Ik doe dat anders nooit, maar nu voelde ik een aandrang dat te gaan doen! Zette jij mij ertoe aan dat stuk te gaan lezen, Alca? Alca: Ja.
Freek: Toen ik hem vroeg hoe hij hier kwam, vertelde hij dat hij de aankondiging van de beurs in de Zondagskrant had gelezen en toen sterk het gevoel had gekregen: daar móet ik naar toe! Legde jij dat gevoel in hem, Alca? Alca: Ja.

Jan: Wat vindt jij van bloed-donor zijn, Alca. De laatste keer dat ik bloed ging geven, werd ik verhinderd door hoofdpijn, alsof ik er niet heen mocht. Martine: Is het ethisch gezien wel goed? Alca: Nee. Martine: En organen afstaan ter donatie? Alca: Nee.
Martine: Wat is er fout aan donororganen? Freek: Door transplantatie blijft jouw orgaan in leven. Daardoor wordt jij als overgegane geest gedwongen bij het nog levende orgaan te blijven. Alca: Ja.
Martine: Word je ook verantwoordelijk voor de daden van de persoon die verder leeft dankzij jouw organen? Alca: Nee. Freek: Je moet alleen het leven van die persoon op aarde mee beleven. Alca: Ja.
Martine: Geldt dat ook bij een klein orgaan, zoals bijvoorbeeld een hoornvlies? Alca: Ja.
Martine: Maar bloed wordt weer afgebroken, dat is maar tijdelijk. Alca: Ja. Jan: Moet ik bloed blijven geven? Alca: Nee.
Martine: En wat vind je van die experimenten met varkensharten die bij mensen worden geïmplanteerd? Alca laat het kruis boven de telefoon hangen. Alca: Nee.
Martine: Wat vind je van experimenten die worden uitgevoerd met cellen van menselijke embryo's?
Alca: Schandalig! (Dit wordt heel fel aangetikt.) Martine: En ivf en reageerbuisbevruchtingen? Alca: Nee. Freek: Dat is niet de weg. Alca: Nee.

Bijeenkomst 33
Alca: Freek begint met afbouwen. Freek: Van de apotheek, waarschijnlijk. Alca: Komt allemaal goed.
Astrid: Nou, daar vertrouwen we op. Alca: Loop maar niet op de zaak vooruit. Freek: Dat hoeft niet.
Alca: Nee, vertrouw op jezelf en op ons; alles heeft immers zijn bedoeling.
Freek: Het is nu 5 jaar geleden dat ik voor het eerst de voorspelling kreeg dat er een einde zou komen aan het apotheekwerk. Ik heb in die jaren met die kennis moeten leren omgaan en moeten aanvaarden dat al jouw gebeurtenissen samenhangen met die van anderen in een uitgebreid netwerk van gebeurtenissen, die allemaal moeten plaatsvinden. Je moet dus geduld oefenen.
Bedankt voor de droom over Johan. Ik droomde hem om half vijf en om half tien kwam hij al uit! Alca: Ja. Freek: Dus het was inderdaad de bedoeling dat het zo ging? Ik zal hem straks aan jullie vertellen (ik droomde dat Johan geheel onverwacht binnenkwam en mij betrapte met iets anders dan de apotheek).
Alca: Ja, prima. Fijn dat je weer deelneemt aan de beurs en dat je de wereld intrekt. Freek: Ik merk dat het me steeds beter afgaat.

Alca: Ja. 33. Freek: Alca wil zeggen dat het vandaag de 33ste keer is dat we samenkomen! Het is een kosmisch getal én het getal van Jezus' leeftijd. Martine: Zou er daardoor ook een andere sfeer heersen? Jan: Ja, natuurlijk. Alca: Ja.
Alca wijst het boek Het grote Johannes evangelie (deel 8) aan dat op tafel ligt.
Freek: Mag ik daar iets over zeggen, Alca. Ik wil graag God als onze vadermoeder, die in Jezus als onze broederzuster bij ons is... Op dat ogenblik wordt het Freek teveel en hij barst in snikken uit. Na enige tijd gaat het kruis verder.
Jezus: Waar meer mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.
Jan: Dus de Christus-energie is nu in ons midden?
Jezus: Ja. Freek herstelt zich.
Freek: Jezus, ik wil graag mijn innige dank voor deze boeken van Jakob Lorber overbrengen.
Jezus: Dank hiervoor. Liefde is het hoogste gebod. Daar er hier veel liefdesenergieën aanwezig zijn, dank ik jullie om hier getuige van te mogen zijn. Huil niet, maar lach.
Freek: Jezus, ik wil graag mijn innige dank uitspreken dat je samen met Jakob Lorber deze boeken naar de aarde hebt gebracht. Dank ook Jakob Lorber. Dit boek heeft mij geweldig aangegrepen.

Het kruis wijst het vragenblaadje van Freek aan.
Freek: Alca, mag jij mij vertellen waarom dit boek mij zo aangrijpt? Alca: Ja, gevoel van herkenning. Geschreven woord raakt de ziel. Freek: Komt dat doordat het mijn eigen geschiedenis is, Alca? En ook: onze geschiedenis? Alca: Ja. Freek: Er staat ook in dat als Jezus voor de tweede keer, in de geest, naar de aarde komt, ook allen die toen bij Jezus waren weer op aarde zullen zijn.
Anne: Vandaar dat de 'scheiding der geesten' nu plaatsvindt. Alca: Pas op voor valse profeten. Freek: Mogen wij weten welke namen wij toen hadden, of is dat niet nodig? Alca: Nee, herkent elkaar toch.

Jezus: Ben heel blij met jullie allen. Gaan Gods weg met liefde en toewijding.
Freek: Dat proberen we inderdaad te doen. Jan: Zijn deze laatste woorden geuit door Alca?
Jezus: Nee, Jezus sprak tot jullie.
Jezus: Bid(den) voor allen help(t) en wij zien alle zielsroerselen; de vragen, gedachten, die je stelt, waar je voor bidt en de dingen die je niet deelt omdat het nog niet wordt begrepen. Wij zien en begrijpen.
Jan krijgt door: Wij zijn de aarde aan het bewerken. Kijk maar naar de naam van de zaal waar Jan gisteren een lezing hield: De Ploeg.
Freek: De allereerste mens - in Doetinchem - die reageerde op het eerste krantenartikel over De Levensweg, stuurde mij een gedicht van de dichter Freek van Leeuwen (1905-1966). Het heette 'De Zaaier'. Daarin beschrijft hij een zaaier die uitgaat om het land met zaad te bestrooien, maar helaas is de aarde nog door sneeuw bedekt.
Jan: Luister naar wat je zelf zegt: 'de eerste mens'. Hij werd dan ook geïnspireerd door de eerste mens, namelijk Jezus. Freek: Terwijl ik het zei, vond ik het zelf vreemd dat ik 'de eerste mens' zei.
(Tijdens een telefoongesprek dinsdag 3 februari kreeg Jan door, dat toen Freek - tijdens het langdurige draaien van het kruis - dorst kreeg en om wat te drinken vroeg en van Astrid wat thee kreeg, dat overeen kwam met wat met Jezus 2000 jaar geleden aan het kruis gebeurde, toen hij dorst kreeg en om water vroeg, en toen een spons aan een stok kreeg toegestoken met zure wijn.
Later kreeg Jan door dat de pijn in mijn zij, waar ik enige tijd last van had, zinnebeeldig overeen kwam met Jezus' pijn, toen hij door een soldaat met een lans in zijn zij werd gestoken.)

Bijeenkomst 34
Alca: Er is door jullie aan de mens veel gebracht. Astrid: Wat een bijzondere boodschap.
Alca: Ga zo door. Er zullen nieuwe situaties ontstaan. Er zullen dingen gaan en nieuwe komen. Er zal een schifting op gang worden gezet omdat de eerlijkheid, waarheid, integerheid van allen die zich bezig houden met Gods goede geestenwereld, getest gaan worden. Gaven zullen zowel gegeven worden als afgenomen. Bereid je dus voor op de komende tijd.
Jan: Alca, heb je voor ons concrete adviezen? Alca: Nee. Ook dat zal voor jullie niet zichtbaar, maar wel merkzaam zijn, in positieve zin. Aanvallen zijn al bezig, op allerlei niveau's. Blijf daarom eerlijk naar elkaar toe. Liefde en vriendschap zijn heel hoogstaande waarden, ook bij ons, en wij zien en bespeuren alles. Heb elkaar lief, in de goede zin van het woord.

Na de pauze laat Alca het kruis meteen weer krachtig ronddraaien.

Alca: Freek, tekening. Hij wijst met het kruis op de bovenste van de drie bollen en beweegt daarna over de lijnen eronder, die blijkbaar een peulvrucht aanduiden. Alca: Peul heeft met ontkiemen te maken.
Hij wijst met het kruis naar de bruine vlek links onder de peul. Alca: Door (ondanks) pijn en verdriet toch in liefde te geloven, komen er nieuwe dingen op je pad. Hij wijst met het kruis nogmaals naar het bruin onderaan de tekening en naar de peul. Dan gaat hij naar de drie bollen en het oranje erboven.
Alca: Drie-eenheid, geest plus kracht en doorzettingsvermogen.
Vervolgens wijst hij met het kruis op de tempel. Alca: Gebedenhuis in jezelf. Martine: Moet je zien wat je al hebt opgebouwd! Anne: Het is je innerlijke tempel. Alca: Het spectrum van kleuren is het universum waar je deel van uitmaakt. Freek: Is die bol boven op de tempel de algeestvonk? Alca: Ja.
Freek: Ik ben hier heel blij mee, ook voor Dick, die het heeft getekend.
Alca wijst met het kruis naar het wit en groen in de peulvrucht. Alca: Groei naar bewustzijn.
Anne: Dus het wordt door een vruchtbare bodem gedragen. Alca: Ja.

Op de tekening staat geschreven: "Zoek voorbij de stilte!"

Freek: Alca, mogen we vragen wat de knallen betekenen die Anne en ik af en toe in ons hoofd waarnemen? Alca: Schoktherapie. Anne: Onze hersenen worden als het ware op de goede plek geschud. Alca: Ja. Martine: En wat betekent die duizeligheid? Alca: Trillingen.
Freek: Een tijdje geleden reden we langs het Apeldoorns kanaal en toen leek het net of ik begon uit te treden. Was dat zo? Alca: Ja. Freek: Je was er toch wel bij, hè Alca? Alca: Ja.
Freek: Gaan we in de toekomst bewust uittreden? Alca: Ja. Martine: Komt dat doordat de trilling op aarde verhoogd wordt? Alca: Ja.

Bijeenkomst 36
Het vragenlijstje van Freek wordt aangewezen.
Freek: Is de centraalzon (wordt door Jakob Lorber beschreven) de plaats van waaruit God de schepping schept in een stoffelijke vorm?
Alca: Nee, maar voor de mens is het een belangrijk houvast. Het is het scheppingsplan. Kan en mag op aarde nog niet geweten worden.
Freek: Dus door die centraalzon zijn wij met God verbonden? Alca: Ja. Freek: Die centraalzon bevindt zich in de riem van de Herder van Orion. Blijkbaar is dat het medium, waardoor God zich met ons kan verbinden. Alca: Ja. Jan: Heeft ieder melkwegstelsel zo'n centraalzon? Freek: Bij Jacob Lorber kun je lezen dat niet alleen ieder sterrenstelsel zo'n centraalzon heeft, maar dat er ook nog weer z.g.n. 'centraalcentraalzonnen' zijn, die groepen van centraalzonnen beheren, en zo verder. Alca: Ja.

Alca wijst vraag 2 aan.
Freek: In feite zou ik deze vraag niet hoeven te stellen, want op de vorige is ontkennend geantwoord en deze vraag sluit daar juist op aan. Maar goed, Alca, zijn de z.g.n. 'zwarte gaten' de plaatsen waar opgebruikte stof weer wordt omgezet in een geestelijke toestand? Alca: Nee. Freek: Wat betekenen ze dan wel, Alca? Alca: Als je dat zou weten, werd je meteen voor gek versleten. Freek: Oh, daar ben ik inmiddels wel aan gewend geraakt.
Martine: Maar ze willen het niet vertellen. Alca: Dit is te complex.

Alca wijst vraag 3 aan.
Freek: Ook deze vraag sluit aan op de vorige. Alca, is er door de centraalzon en de zwarte gaten sprake van een kringloop van geestkracht in een zichtbare, geschapen en in een onzichtbare, ongeschapen toestand? Alca: Ja. Freek: Dat dus wel?! Alca: Ja. Te moeilijk. Freek: Er is wel sprake van een kringloop, maar het is te moeilijk voor ons om het te begrijpen. Ik ga te diep op de zaak in. Martine: Heeft die Engelse natuurkundige, Hawkins, het wèl goed? Alca: Ja. Freek: Dan zal ik Hawkins eens gaan bestuderen. Alca: Ja.

Alca wijst vraag 4 aan.
Freek: Kun je me iets vertellen over mijn overleden zusje Chrisje? Alca: Chrisje is inmiddels al weer geïncarneerd. Martine: Hoe lang is zij in de geestelijke wereld geweest? Alca: Niet zo heel lang. Geboorte had anders moeten verlopen. Freek: Ja, die dokter heeft dat toen niet goed gedaan (zwangerschap was contra-indicatie voor het middel dat hij gaf). Alca: Nee.
Martine: Had ze anders nog geleefd? Alca: Ja.
Freek: Het is heel leerzaam voor ons om dit te horen. Er kunnen door menselijk ingrijpen op aarde dus wel degelijk dingen anders verlopen dan vanuit de geestelijke wereld de bedoeling was. Niet álles ligt vast.
Jan: Nu we het hier toch over hebben, mag ik dan eens vragen of mijn oudste broer, die maar 1 uur heeft geleefd, ook weer is geïncarneerd? Alca: Ja. Jan: Was het voor hem de bedoeling dat hij dat moest meemaken. Alca: Ja.

Alca wijst vraag 5 aan.
Freek: Wat is de betekenis van de volgende droom. Ik sta op het balcon van onze slaapkamer. Astrid is binnen. Aan de oostelijke hemel staan ongeveer 7 planeten aan de hemel. De rechtse valt naar de aarde toe. Als hij voor mijn voeten op het balcon valt, is het niet meer dan een grote steen.
Alca: De droom geeft aan dat niet alles uit het universum te bevatten is. Streef naar het hoogst mogelijke, maar vlieg niet te hoog. Anders spat het als luchtbellen uiteen. Freek: Dat betekent dat ik me dus meer tot het alledaagse moet beperken. Ik moet de hemel op aarde halen. Alca: Ja. Freek: Moest ik daarom in deze vakantie aan het huis werken? Alca: Ja. Terug, aarden.
Jan krijgt door: Freek is ook tijdens zijn vakantie bezig met de studie van het spoorboekje om weer terug te gaan naar de geestelijke wereld. Freek: Dat klopt, ik ben inderdaad bezig met zelfverwerkelijking - op aarde - én met hereniging - met de gééstelijke wereld. Het is toch ook goed om de mensen te laten merken dat die geestelijke wereld er ís! Alca, je weet dat ik aan het begin van mijn vakantie heel bewust het besluit heb genomen mijn verlangen naar studie te laten varen en het huis te gaan beitsen.
Alca: Maar je vertelt dat de geestelijke wereld er is, maar leeft niet echt bewust op aarde. Freek: Dus ik leef niet genóeg op aarde. Ja, dat is wel zo.
Jan krijgt door: Geen studie maken van het spoorboekje: hoe ga ik weer terug, maar een excursie gaan maken op aarde. Freek: Alca, ik zal me je raad ter harte nemen. Ik moet een grote drang, een hoop onrust en verantwoordelijkheidsgevoel in mezelf overwinnen.
Jan: Niet te zwaar leven. Freek: Ik besef dat ik meer onbezorgd van het leven moet genieten.

Alca wijst vraag 6 aan.
Freek: Wie belde er donderdagnacht om 3 uur 2 keer langdurig bij ons aan? Toen ik ging kijken, was er niemand. Hoorde ik de bel nu in de geestelijke wereld of in de stoffelijke wereld? Is er vanuit de geestelijke wereld gebeld? Alca laat het kruis enige tijd boven de telefoon hangen.
Alca: Beide. Bewust wordt aan de bel getrokken. Drie uur is slechte tijd. Negativiteit is dan sterk. Antikrachten in droom dan aanwezig geweest, vandaar dat je gewekt werd. Anne: Dus je bent beschermd. Freek: Met andere woorden, er is werkelijk aan de deur gebeld. Martine: En wie heeft er gebeld, was dat Alca zelf? Alca: Nee.
Freek: Toen ik na het bellen in mijzelf de I Tjing raadpleegde, kwam ik bij de Zwerver. Wie was die zwerver, Alca? Alca: Zot (Dwaas). Nieuw begin. Freek: Oh, dus zo komen de Tarot en de I Tjing overeen.
Jan: Misschien belden ze voor de laatste ronde.

Alca wijst de laatste vraag op het blaadje van Freek aan. Freek: Alca, is de uitvoering van de beide mannenkoren in Emmerik, waarvoor Astrid en ik werden uitgenodigd, de verwerkelijking van de droom die ik daar eens over heb gehad? Met andere woorden, was de droom een voorschouw? Alca: Ja, beloning. Martine: Waarvoor werd Freek beloond? Alca: Je doet je best. Jan: En God doet de rest.
Martine: Ik wil graag even terugkomen op die paranormale dingen die bij ons in huis gebeuren, zoals die bel. Wat was dat met die washandjes voor de wasmachine, was dat een bovennatuurlijke gebeurtenis? (De wasmachine was dicht en 's morgens lagen een paar washandjes opeens ervóór op de grond). Alca: Ja. Martine: Waarom is dat gebeurd? Alca: Anders blijft een mens twijfelen. Martine: Dus het was een stukje bevestiging. En die klopgeest dan in de spouwmuur? Was dat echt zo? Alca: Ja. Martine: En het was inderdaad de moeder van de buurvrouw? Alca: Ja. Martine: Weer een raadsel uit mijn jeugd opgelost.

Bijeenkomst 37
Het kruis begroet ons zoals gebruikelijk om beurten.
Jan: Welkom, hebben jullie een boodschap voor ons?
Alca: Blijf elkaar trouw. Duister is hard aan het werk. Zelf zeggen jullie: licht wordt lichter en het duister sterker. Aanvallen naar jullie zijn voor ons ongegrond en triest. Liefde voor elkaar blijft.
Bescherm Jos, jullie steun heeft hij hard nodig. Tegen leugens en laster kan een mens zich niet weren, maar eigenlijk is het de antikracht die zich tegen Anne richt omdat de doorbraak bijna bereikt is en dit geldt ook voor Jan. Ze willen jullie goede werk verstoren. Ga door met jullie goede voornemens, er rust zegen op. Wij zullen die werkzaamheden ondersteunen.

Bijeenkomst 38
Jan: Heb je een boodschap voor ons, Alca? Alca: Ja, dit wordt een van de laatste avonden. Iedereen reageert verbaasd! De laatste avonden? Alca: Ja. Jan: Namens de groep wil ik vragen: verklaar je nader.
Alca: Er staan andere dingen te gebeuren. Jan: Dit is wel een heel verrassende opening. Freek: Dit is een negen dag in een negen jaar. Jan: En volgende maand is een negen maand.
Alca: Andere dingen komen, jullie zijn hard gegroeid. Jan: Dus deze avonden zijn overbodig voor ons geworden, Alca? Martine: Dat gevoel heb ik helemaal niet! Alca: Ja, deze bijeenkomsten zijn een hulpmiddel.
Anne: Ik krijg het er helemaal warm van. Freek: Dit is de 37e keer dat we bij elkaar zijn. Jan: Een nieuw begin dus. [Dit klopt niet: het is de 38e keer dat we bij elkaar zijn; dus een 11, geestelijke beproeving.]
Astrid: Laten we maar even stil zijn, dan barst Alca wel los. Alca: Nieuwe dingen komen voor jullie. Geestelijke groei gaat door. Wij blijven begeleiden. Vertrouw. Freek: Dat blijven we zeker doen.
Jan: Dat vertrouwen is de basis. Freek: Daar staat of valt alles mee. Alca: Jullie pad zal nog even samen gaan, dan zal ieder zijn taak gaan vervullen. Zal veel werk aan de winkel zijn.

Alca: Freek gaat nieuwe boeken schrijven. Freek: Hoera, geweldig! Dat wil ik heel graag gaan doen.
Alca: Maar ook vereenvoudigen voor breder publiek. Komen hierdoor ook meer lezingen. Freek: En hoe zal het met de gespreksgroepen gaan, Alca? Alca: Goed. Freek: Ik kan dus vol vertrouwen doorgaan op mijn pad. Martine: Moet hij niet eens een boek over de I Tjing gaan schrijven? Alca: Ja, makkelijker maken. Anne: En het vertalen voor de mensen van deze tijd. Freek: Langzamerhand kom ik achter de eigen denkwijze van de oude Chinezen.
Alca: Astrid stimuleert Freek en mag ook gaan doen wat ze zelf wil. Astrid: Dit is een cadeau, dit stelt me gerust. Ik ben in mijn element als stille kracht op de achtergrond.

Na de pauze draait het kruis met grote kringen zeer krachtig rond. Jan: Aan energie geen gebrek in deze finale ronde. Anne: Het lijkt wel alsof er iemand anders aan het kruis is. Jan: Mogen we vragen wie er bij ons is? Alca: Alca, Rafaël, 249 zielen. Jan: Zijn die momenteel bij ons?
Freek: Heeft dat getal een bepaalde betekenis? Alca: Ja. Jij zoekt dat op. Jan: Hoeveel bladzijden heeft jouw boek? Wat staat er op bladzijde 249? Martine pakt Freeks boek uit de boekenkast van Anne. Martine: De eenzaamheid. Anne: Die zielen voelden zich eenzaam en mogen wij nu bewust laten worden.
Freek: Ik beschrijf de toestand hoe je eenzaam wordt als je aandacht uit jezelf als geest is uitgevloeid; het is de toestand van de onbewust vereenzelvigden, zoals de Tarotkaart Munten vijf toont. Jan: 249 is een zes. Jan krijgt door: De zielen die hier zijn, hebben er eeuwen op gewacht om dit mee te maken. Ze hebben zich er op verheugd en zich ervoor aangemeld. Deze avond is voor ons een eindpunt, voor hen een nieuw begin. Alca: Licht jullie zijn (Jullie zijn het licht). Deze gesprekken helpen de zielen.

Alca: Freek. Freek krijgt de kaartjes 'Gods wil spreekt door jouw hart' en 'Sluit uw ogen en luister naar de koren der engelen'. Freek: Dit kaartje slaat op het schema van de engelenreien, dat ik bij het bord heb gelegd. En verder 'Forgiveness'. Jan krijgt door: Vooral naar mensen die vastzitten in hun hoofd.
Jan krijgt door: Als groep krijgen we ook nog kaarten. Freek leest ze voor. 'Wij zijn een unieke expressie van het goddelijke'. Bij het tweede kaartje slaakt Freek een diepe zucht, zegt 'ongelooflijk' en begint te lachen als hij de gezichten van de anderen ziet. Iedereen is nieuwsgierig en lacht mee. Het is het kaartje 'Het is nu tijd voor een nieuw begin'.
Freek: Toen ik het kaartje las, was ik werkelijk even sprakeloos. Jan krijgt door: Het mooie van onze groep is dat we ons blijven verwonderen over alles, ondanks dat we al vijf jaar bij elkaar komen. Ten slotte het kaarje 'Transformation'.
Alca: Alca en Gods goede geestenwereld dankt jullie voor alle avonden. Jan: Die dank is wederzijds.
Alca: Ga in liefde jullie weg. Vertrouw dat we er altijd zijn. Help ieder met liefde, eerlijkheid en warmte, geduld en mededogen. Oordeel en veroordeel niet. Dank voor alle hulp. 249 zielen zijn thuisgekomen door jullie avonden. Tot ziens. Keer het kruis in één keer om.

Bijeenkomst 40
Anne klaagt erover dat ze pijn in haar nek krijgt. Het begon al tijdens het gebed. Martine: Ik heb begin deze week ernstige nekpijn gehad. Je neemt het vast van mij over. Ik was af en toe ook koortsig.
Jan: Die koorts wordt veroorzaakt doordat je in een verhoogde trilling wordt gebracht.
Freek: Door die nekpijn is iets onverwerkts tot uiting gekomen. Dat is nodig om je innerlijk vrij te maken in verband met je komende bezigheden. Zo heb ik steeds last van mijn rechter oog. Er zit een waas voor en het traant af en toe. Het is hinderlijk bij het lezen. Anne: Datzelfde heb ik ook! Ik wordt vaak wakker met dichte ogen en dan doen ze ook pijn, alsof ze droog zijn. Martine: Datzelfde heb ik ook een tijdje meegemaakt. Freek: Alca, wat heeft dat allemaal voor ons te betekenen? Alca: Anders dan je denkt. Jan: Kun je een tipje van de sluier oplichten? Alca: Ogen zijn de vensters van de ziel. Traan laat pijn en emotie zien. Vol oog ontvangt ook emotie van andere mensen.
Martine: Wat is daar aan te doen voor Freek en Anne? Alca: Voor Freek schoonspoelen, rust, minder lezen. Iedereen moet daar om lachen. Jan: Dat moet wel een straf voor je zijn. Freek: Alca heeft gevoel voor humor! Op een gegeven ogenblik besloot ik de dokter te raadplegen. Toen ik naar de balie liep om een afspraak te maken, kreeg ik duidelijk het gevoel dat het niet nodig was en deed het ook niet. Legde jij dat gevoel in mij, Alca? Alca: Ja. Alca: Anne is veel te gevoelig. Neemt ook dingen van het wereldgebeuren waar. Dus ook al emoties die nog plaats gaan vinden. Een zieneres ziet met geestelijke ogen en haar aardse (ogen) zuiveren.

Alca: Freek. Hij wijst voor Freek de kaartjes aan: 'Ik hoef niet anders te worden. Ik hoef me alleen maar te herinneren, wie ik werkelijk ben' en 'In plaats van de schuld bij de ander te leggen, ben ik bereid de pijn van mijn verlies te voelen'. Freek: Ik begrijp dat laatste kaartje niet goed. Kun je nog iets over dit kaartje zeggen, aan wie ik moet denken? Alca: Aan jezelf.
Freek: Ben ik het die de schuld bij een ander legt? Alca: Vader. Freek: Het heeft dus inderdaad nog met mijn vader te maken. Alca: Ja. Is niet belangrijk. Freek: Er is dus nog steeds iets, waardoor ik innerlijk wordt geremd. Alca: Ja. Freek: Ik moet inderdaad nog steeds werken aan de twijfel die mijn vader door zijn afwijzende gedrag in mij heeft gezaaid en waardoor ik nog steeds ook naar de aarde kijk vanuit zijn ongelovige gezichtspunt. Alca: Ja.
Verder: 'De kracht van het gebed zal helpen, waar al het andere faalt'. Freek: De kaartjes die ik krijg zijn heel toepasselijk! Ik zal weer opnieuw proberen op tijd op te staan voor mijn gebedsoefeningen, waar het door drukte de laatste tijd niet van is gekomen. Anne: Het is ook van belang voor de komende tijd. Tenslotte: 'Purification' (zuivering van de twijfel).

Bijeenkomst 41
Alca wijst het artikel aan over Jupiter en Saturnus in Vissen. Freek: Al het hele jaar 1999 bewegen Jupiter en Saturnus zich samen van de Vissen naar de Ram en weer terug (retrograde) naar de Vissen. Bij 'toeval' kwam ik er achter dat tijdens de geboorte van Jezus in het jaar 7 'voor Christus' er tot drie maal toe een soortgelijke conjunctie (de Grote Conjunctie genoemd) van Jupiter en Saturnus in Vissen heeft plaats gevonden. Dit was voor de drie wijzen het teken aan de hemel dat Jezus was geboren op aarde. Houdt wat toen gebeurde verband met wat nu aan de hemel en op aarde gebeurt? Alca: Ja. Millennium ook nieuwe geboorte. Freek: Wat wordt er nú nieuw geboren, Alca? Alca: De mens. Freek: Betekent dat dat de mensheid in een nieuwe geestesgesteldheid komt?
Alca: Ja.

Anne: Hebben al die rampen met de mensen op aarde daar ook mee te maken? Zijn het zuiveringen?
Alca: Ja. Freek: Wij waren toen ook op aarde en hebben ook de samenstanden van die planeten meegemaakt, net als nu. Martine: En jij bent nu een 'wijze', die de sterren in de gaten houdt. Iedereen moet lachen. Freek: Ik zou niet durven beweren dat ik zo'n wijze ben. Martine: Er zijn allemaal tekenen aan de hemel, de beide kometen, de zonsverduistering en nu weer dit. Freek: Het is ooit voorspeld dat bij de wederkomst van Jezus er tekenen aan de hemel zouden zijn.
Jan: Dit was de laatste bijeenkomst van deze eeuw. Misschien mogen we nog een kaartje voor ons allemaal. Alca trekt voor ons de kaartjes: 'Waar je je tegen verzet, blijft. Wat je accepteert, kan losgelaten worden', 'Een ander kan jou niet vertellen wat je moet doen. De antwoorden die je zoekt, zijn alleen in jezelf te vinden'. Anne: Dat is precies wat ik in het begin van de avond heb gezegd. Tenslotte trekt Alca voor ons allen nog het blanco engelenkaartje.
Alca: Bid(t) voor de wereld en ga in liefde jullie weg. Gods plan is voor jullie in werking. Vertrouw, gidsen helpen op jullie weg. Ga in vrede en vertrouwen de nieuwe weg tegemoet.

terug naar de Inhoud

3. Nabeschouwing

Parapsychologie
Er bleken zich door deze kruisbord-gesprekken een aantal verschijnselen voor te doen, die tot de parapsychologie worden gerekend. De academische wetenschap verwerpt die op grond van het feit, dat parapsychologische verschijnselen niet herhaalbaar zijn, waardoor de mogelijkheid van wetenschappelijk onderzoek door gerichte proefneming en onafhankelijk onderzoek door anderen, ontbreekt.
Dit oordeel wordt echter geveld door hen, die zich tot de stoffelijke helft van Gods schepping beperken en aan het bestaan van de geest geen waarde hechten. Een vooroordeel dat onvermijdelijk samenhangt met de geestestoestand van onbewuste vereenzelviging met het stoffelijke bestaan - een geestestoestand die een kenmerk is van iemands aanwezigheid in dit bestaan.

Ook de beschreven kruisbord-gesprekken zijn niet op wetenschappelijk verantwoorde wijze te herhalen en om plaats te kunnen vinden, is een medium vereist. Echter, vijf personen waren vijf jaar lang getuige van deze uiterst leerzame, parapsychologische gebeurtenissen en waren dankbaar, dit te hebben mogen meemaken.

Telekinese
Wat zich voordeed was bijvoorbeeld telekinese, het vermogen van de menselijke geest om stoffelijke voorwerpen te bewegen. Het stoffelijke kruis werd door geestelijke begeleiders vanuit de geestelijke wereld vastgehouden en bewust gebruikt om er letters mee aan te tikken. Daarvoor moest het aardse medium Anne wel aanwezig zijn.

Reïncarnatie
Reïncarnatie of wedergeboorte kwam uitgebreid ter sprake. Vorige levens werden besproken en door mij persoonlijk ook herkend als ook weer voorkomend in dit huidige bestaan.

Telepathie
Telepathie of de overdracht van gedachten of gevoelens tussen personen op buitenzintuiglijke wijze blijkt in de geestelijke wereld de gebruikelijke manier om met elkaar in verbinding te staan.

Proscopie
Proscopie of voorschouw en voorkennis (precognitie) van gebeurtenissen in de toekomst bleek door middel van dromen aanwezig.

Helderziendheid en helderhorendheid
De deelnemer Jan was duidelijk helderhorend en ook ikzelf heb helderhorende ervaringen mogen meemaken waarbij zinvolle uitspraken van begeleiders vanuit de geestelijke wereld mij op aarde bereikten.


terug naar de geestelijke hereniging

terug naar de serie 'godsaanwijzingen' in het Menu

terug naar het weblog







^