De VR-bril als toonbeeld van de overdracht


De VR-bril als toonbeeld van de overdracht, die leidt tot de geestestoestand van onbewuste vereenzelviging met het aardse bestaan.

De betekenis van 'virtueel'
Het woord 'virtueel' in 'virtual reality' of 'virtuele werkelijkheid' hangt samen met het Latijnse 'virtus': innerlijke kracht of deugd. Het heeft echter de betekenis gekregen: alleen innerlijk aanwezig, slechts in gedachten bestaand.
Met het woord Virtual Reality-bril of VR-bril wordt een beeldschermpje benoemd, dat als een soort bril op het hoofd wordt gedragen. Het kan de vorm hebben van een naar voren uitgebouwde bril, maar ook in een helm zijn ingebouwd.

Zo'n VR-bril sluit de omgeving af, zodat voor een persoon die zo'n bril draagt, alleen het beeldschermpje zichtbaar is. De gebeurtenissen die vervolgens op dat beeldschermpje worden vertoond, nemen de aandacht van de waarnemende persoon volkomen in beslag, zodat die zich als persoonlijk aanwezig ervaart in de wereld, die door die gebeurtenissen wordt opgeroepen.
De ervaring ermee is levensecht en benadert de geestestoestand van iemand, die volkomen opgaat in het verhaal van het boek dat wordt gelezen, doordat die persoon de gebeurtenissen die in het boek worden beschreven, als een innerlijke voorstelling ziet en daardoor bewust meemaakt.

De gelijkenis
Als iemand een VR-bril opzet en naar de afgebeelde gebeurtenissen gaat kijken, dan gaat alle aandacht uit naar wat er zich voor de ogen van kijker afspeelt. Deze overdracht van aandacht van de persoon naar die gebeurtenissen op het schermpje, komt volkomen overeen met wat er met de aandacht en toewijding gebeurt van de menselijke geest, als die zich vanuit de geestelijke wereld met de hersenen verbindt.

De overdracht
De menselijke geest die in zichzelf met de geestelijke vermogens werkzaam is, vormt een etherische uitstraling om zich heen, de aura of ziel, waarin de voortbrengselen van die vermogens: kennis, gedachten, gevoelens en wilsbesluiten, in het geestelijke geheugen in die uitstraling worden bewaard. Daarnaast vormen ook werkzame hersencellen een uitstraling om zich heen, een magnetische uitstraling in de vorm van een (ruimtelijk) magneetveldje. Déze uitstralingen: de ziel en de magneetveldjes, kunnen zich met elkaar vermengen, wat overdracht van gegevens - van de geest naar de aarde en omgekeerd - mogelijk maakt.
Daardoor ontstaat de toestand, dat wat de menselijke geest vanuit zichzelf in zijn uitstraling of 'ziel' invoert, ook kan worden afgedrukt op de daartoe geschikte magneetveldjes van de hersenschors; maar omgekeerd wordt ook al datgene, wat de mens in de buitenwereld meemaakt, door de gewaarwordingszenuwen - van ogen, oren en tast - en de hersenschorscellen heen in bepaalde gebieden van de schors afgedrukt, waarna die afdruk door de magneetveldjes van de schorscellen heen ook in de ziel terechtkomt en daar door de geest als een beeld uit de buitenwereld wordt waargenomen.
De hersenen zijn een 'orgaan', een woord dat afkomstig is van het Latijnse 'organum', dat 'werktuig' betekent, wat wil aangeven dat de hersenen het werktuig zijn, waarmee de geest zichzelf in de buitenwereld tot uitdrukking kan brengen en waar doorheen de geest indrukken vanuit de buitenwereld ontvangt.

De onbewuste vereenzelviging met de aardse wereld
Zo vormen de zintuigen en de hersencellen een afbeelding van de gebeurtenissen in de buitenwereld - door de schors heen - in de ziel als uitstraling van de geest, die vervolgens met zijn waarnemingsvermogen die zielsgebeurtenissen waarneemt en zich zo bewust wordt van die uitwendige gebeurtenissen. Daar begint de overdracht van aandacht en toewijding vanuit de geest op die nu inwendig geworden gebeurtenissen.
Door de ziel heen verbindt de geest als het eeuwig levende zich echter met het tegendeel van zichzelf, de niet uit zichzelf levende, geestelijk als dode lichaamscellen van het lichaam, in het bijzonder die van de hersenen; maar daardoor kan de geest als het wel uit zichzelf levende hier zichzelf niet zijn en wordt zo onbewust van het eigen bestaan als menselijke geest. Daardoor kunnen aandacht en toewijding geheel opgaan in de beelden die de gebeurtenissen in de buitenwereld in de ziel tot leven roepen, waardoor de menselijke geest daar geheel in opgaat door de onbewuste vereenzelviging ermee en zelf als een schijnbare leegte achterblijft.
En zich daardoor de vraag kan gaan stellen: "Wie ben ik eigenlijk?"

De VR-bril
Wat er zich afspeelt in het inwendige van de mens in de verhouding tussen de menselijke geest en de inhouden van de ziel: de onbewuste vereenzelviging van de geest met die inhouden, datzelfde vindt ook plaats als de mens een VR-bril opzet. De toestand van de menselijke geest, die vanuit zichzelf in het midden van de ziel naar de beelden kijkt, die er door de zintuigen en de hersenschorscellen heen in de ziel worden gevormd, komt overeen met de mens die een VR-bril opzet en vervolgens helemaal opgaat in de beelden die daar op het schermpje worden getoond. Het is door de daarbij optredende overdracht dat het lijkt, alsof díe wereld op dat moment alles is, wat er is.

De geestestoestand in de VR-bril is als het ware een verdubbeling van de vereenzelviging, een vereenzelviging in het kwadraat.


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^