Hieros gamos tussen JHWH en zijn Asjera?


Door Dr. John van Schaik
(Hieronder een samenvatting - met het oog op JHWH en Asjera - van een artikel, dat in zijn oorspronkelijke vorm op de website over esoterisch christendom van de schrijver is te vinden.)

Definitie hierogamie en theogamie
Allereerst de definitie van de 'hieros gamos' (heilig huwelijk). Men kan twee soorten onderscheiden, namelijk theogamie en hierogamie. Theogamie is een heilig huwelijk tussen de god en de godin, over het algemeen ritueel nagespeeld door de koning en de koningin. In dit geval vertegenwoordigen zowel de koning als de koningin de godheden. De andere vorm wordt hierogamie genoemd. In de hierogamie is er sprake van de koning die gemeenschap heeft met de godin of de koningin die gemeenschap heeft met de god. Maar ook in dit geval wordt de uitvoering de facto ritueel gedaan door de koning en de koningin. Misschien is er nog een derde soort: de koning heeft ritueel gemeenschap met de hogepriesteres van de tempel, waarbij de hogepriesteres de godin vertegenwoordigt.
In het geval van de koning (god) x koningin (godin) is het doel (waarschijnlijk) de vruchtbaarheid en roem van het land en het rijk te bevorderen. In het geval van de koning x koningin (godin) gaat het om de koninklijke nazaat - bijvoorbeeld een nieuwe farao - die door de rituele handeling als 'Zoon van God' geldt. [...]

Hieros gamos in Israël?
[...]
Het monotheïsme is pas een ontwikkeling die in de Babylonische ballingschap op gang komt en het zal de orthodoxe Judeese JHWH-aanhangers de grootste moeite kosten om het monotheïsme door te zetten. In zekere zin kun je het Oude Testament lezen als een beschrijving van de voortdurende strijd van het JHWH-monotheïsme tegen het veelgodendom in Israël - tot in de tempel aan toe dus.
Een van de aspecten die zichtbaar worden in die strijd is dat JHWH vóór de reformatorische hervorming van de profeten en priesters een vrouw had. Zij wordt genoemd in het Oude Testament: Asjera (1 Kon. 15:13). Maar ze komt er niet best af. In het Oude Testament lijken 'JHWH en zijn Asjera' een marginaal verschijnsel te zijn. Uit archeologische vondsten is gebleken dat dat niet klopt: er zijn nogal wat graffiti en beeldjes gevonden waarin Asjera wordt vereerd als de vrouw van JHWH. Bijvoorbeeld het volgende briefhoofd:
Bericht van [mijnh]eer de ko[nin]g. Zeg tot Yehal[el] en tot Yo'asah. [wel]nu, ik heb ulieden gezegend bij JHWH van Samaria en zijn Asjerah.1

Het Lied der Liederen
In Sumerische teksten wordt de god Tammuz afwisselend beschreven als een herder, een tuinman en een koning. Nogal wat van de amoureuze ontmoetingen tussen Tammuz en de godin Inanna spelen zich af in een tuin. Waar doet dat aan denken? Inderdaad, aan het Hooglied, het Lied der Liederen in het Oude Testament. Zoals de eerste strofe:
Overstelp mij met de kussen van uw mond,
Want uw liefkozingen zijn zoeter dan wijn.
Uw zalven zijn heerlijk om te ruiken,
De klank van uw naam is als rijk parfum;
Daarom hebben de meisjes u lief.
Trek mij mee, laat ons vluchten.
Neem mij mee, o koning, in uw vertrekken!

Het laat zich raden wat zich - gezien het bovenstaande - afspeelt in die vertrekken! Maar het Hooglied als een lyrische beschrijving van de hieros gamos!? Dáár moet je natuurlijk in de theologie maar beter niet mee aankomen. Hoewel de interpretatie van het Hooglied als het ware nog altijd als een hete aardappel in theologenland rondgaat. Want niemand heeft kunnen verklaren hoe deze erotische tekst ooit in het Oude Testament terecht is gekomen. En dus heeft men het of geprofaneerd (het is een gewoon liefdeslied) of gespiritualiseerd (de bruid is Christus, de bruidegom is de mystieke ziel). Nog vreemder is eigenlijk dat de eindredactie van het Oude Testament - bestaande uit de reformatoren van het monotheïsme - deze tekst hebben toegestaan.
Maar misschien past het Hooglied wel heel logisch in de praktijk van de hieros gamos. [...]

We kennen de heilige 'tempelprostitutie' van de Vestaalse maagden. Maar eigenlijk wordt er bedoeld 'tempelmaagden'. Via ingewikkelde vertaalexercities is van maagden prostituees gemaakt. Wat er in ieder geval op wijst dat men in de latere Griekse tijd niet meer zo gediend was van de hieros gamos in de tempel. Zo was het ook in Israël. In het Oude Testament is er nogal eens sprake van tempelprostituees. Maar het hebreeuwse qedēsā betekent niet prostituee, maar 'gewijd'. Het gaat dus om hierodules. Dat zijn tempelmaagden in dienst van de godin.

Besluit
Hieros gamos in zijn verschillende varianten is in de oudheid een veel voorkomend verschijnsel. Tot in het Oude Testament toe. Maar hoe patriarchaler een samenleving wordt, hoe minder plaats er is voor de godin en haar heilige maagden. Dan kan de god het kennelijk wel in zijn eentje af.

1. B. Becking en M. Dijkstra (red.), Een God alleen...? Over monotheïsme in Oud-Israël en de verering van de godin Asjera, Kampen 1998, blz. 18


terug naar God als man en vrouw

terug naar het weblog







^