Het moederschap van God: vrouwe Wijsheid of Maria


Perspectief 2019-46 - Spirituele oecumene, Nieuwsbrief
Perspectief is het Digitale Oecumenisch Theologische Tijdschrift (DOTT) van de Katholieke Vereniging voor Oecumene.

Artikel 2. Moederschap van God: vrouwe Wijsheid of Maria
Twee heilswegen bij Augustinus, door Dr. Kitty Bouwman

Kitty Bouwman buigt zich in haar artikel over een belangrijk onderwerp in het oecumenisch gesprek: Maria. In haar artikel gaat ze bij kerkvader Augustinus te rade bij wie ze een oude wijsheidstraditie ontdekte, waarin vrouwe Wijsheid op de voorgrond treedt. Volgens Bouwman heeft in de westerse katholieke traditie Maria deze plaats van vrouwe Wijsheid ingenomen. Ze doet een oproep om de plaats van Maria en vrouwe Wijsheid in ere te herstellen. De benadering van Wijsheid als goddelijke moeder en Maria als geestelijke moeder kan het oecumenisch gesprek een nieuwe impuls geven.

Inhoud

1. Moeder van Jezus - moeder van God
2. Wijsheid in de Bijbelse literatuur
3. De heilsweg van moeder Wijsheid bij Augustinus
4. De heilsweg van Maria bij Augustinus
5. Actualiteit van de twee heilswegen van Wijsheid en Maria
Literatuur

In het oecumenisch gesprek is Maria een belangrijk onderwerp. In de oosterse kerk is Maria zowel de moeder van God als een toevlucht voor christenen. De westerse katholieke kerk ziet Maria als de hemelse moeder die niet te scheiden is van haar zoon. Voor protestanten is Maria een aards mens, die net als wij in zonde geboren is uit ouders. Deze verschillende visies op Maria maken het oecumenische gesprek complex.

Bij de kerkvader Augustinus (354-430) vinden we deze complexiteit nog niet. Voor hem was Maria een aardse moeder en geen hemelse moeder. In zijn werken ontdekte ik een oude wijsheidstraditie, waarin vrouwe Wijsheid op de voorgrond treedt. Zij is de goddelijke moeder.
Aan de hand van vrouwe Wijsheid en Maria beschrijft hij twee heilswegen. Wellicht kan zijn visie het oecumenische gesprek over het moederschap van God een nieuwe richting geven.

1. Moeder van Jezus - moeder van God
Als er over het moederschap van God wordt gesproken, dan gaat het al gauw over Maria en niet over vrouwe Wijsheid. Dat is merkwaardig, omdat vrouwe Wijsheid de beste papieren heeft in de Bijbel als het gaat over het moederschap van God. In de Bijbelse wijsheidsliteratuur is Wijsheid prominent aanwezig en wordt zij gepersonifieerd als een goddelijke vrouw en moeder. Deze wijsheidstraditie was nog levend ten tijde van het leven van Jezus, die in zijn tijd op een kruispunt van meerdere tradities stond. Sporen van deze wijsheidstraditie vinden we terug in teksten van het Nieuwe Testament en ook bij Augustinus. Daarover straks meer.


Fra Angelico
Madonna van nederigheid
Bron: Rijksmuseum
Deze vroegchristelijke wijsheidstraditie is in de geschiedenis van het christendom ondergesneeuwd geraakt. De nadruk is komen te liggen op een christologie waarin Maria centraal is komen te staan.1 Zij had een belangrijke functie bij de incarnatie van het Woord. Zij werd immers geroepen om Gods Woord te dragen en te baren.
In de vroegchristelijke geloofsuitspraken over Jezus Christus in de Oecumenische Concilies verschoof het accent van moeder van Jezus naar moeder van God (theotokos): zij die God gebaard heeft (Concilie van Efeze, 431). Deze titel werd haar toegekend, opdat de goddelijkheid van Jezus Christus bevestigd zou worden.

In de Middeleeuwen kreeg Maria steeds meer goddelijke attributen en werd zij verheven tot een hemelse moeder die beroemd was om haar barmhartigheid. Omdat Christus als koning niet direct toegankelijk was, klopten de gelovigen bij haar aan als de hemelse moeder, met het verzoek om een goed woordje voor hen te doen. Zo werd zij de bemiddelaarster tussen Christus en de mensheid. Vanuit de hemel vertegenwoordigde zij de mensheid in het verlossingsgebeuren. Deze positie leidde uiteindelijk tot haar unieke hoogverhevenheid, die bekrachtigd werd in het dogma over haar Tenhemelopneming (1950).
Hieruit blijkt dat de westerse katholieke kerk Maria steeds meer vergoddelijkt heeft.

In het oosterse christendom en de Reformatie horen we een ander geluid. Beide tradities erkennen Maria als de Moeder van God zoals het Concilie van Efeze (431) heeft bepaald. In deze tradities vinden we geen goddelijk moederschap van Maria. In het Oosten ligt de nadruk op Maria die de dood van alle mensen volledig heeft ondergaan, waardoor zij niet kan worden losgemaakt van de ellende van de christenen. Zij is een toevlucht voor hen en blijft op hen betrokken. De Reformatie plaatst de menselijkheid van Maria inclusief haar erfzonde op de voorgrond. Haar visie op Maria baseert zij op de Bijbel. Deze Bijbelse benadering sluit aan bij het Tweede Vaticaans Concilie, waarin Maria als een geestelijke moeder gezien werd.2
Het Concilie ziet haar als een gelovige in de kerk en niet daar bovenuit als een hemelse moeder. Dankzij haar Magnificat, haar lied van hoop, verlossing en bevrijding, krijgt Maria weer een stem in deze aardse werkelijkheid. Vanuit deze visie is er weer ruimte gekomen voor Maria in het oecumenische gesprek. Bovenal krijgt vrouwe Wijsheid, als dé goddelijke moeder bij uitstek, nu een nieuwe kans om voor ons voetlicht te treden.3

terug naar de Inhoud

2. Wijsheid in de Bijbelse literatuur
In de joodse wijsheidstraditie is vrouwe Wijsheid prominent aanwezig. In het Hebreeuws is zij: chokma; in het Grieks: sophia; in het Latijn: sapientia.
Voor de goede verstaander wijst Wijsheid niet op inzicht, levenskunst en praktische kennis. Vrouwe Wijsheid is een lerares die ons levenswijsheid leert en ons voedt met levenschenkende kracht. Zij treedt op de voorgrond in Spreuken, Job, Baruch en in de wijsheidsboeken van Salomo en van Jezus Sirach.4
In het boek Wijsheid van Jezus Sirach toont zij zich als een moeder voor haar kinderen:
'Ik ben de moeder van ontzag en ware liefde van kennis en heilige hoop. Ik werd aan al mijn kinderen voor eeuwig geschonken, aan allen die de Heer heeft uitgekozen' (Sir. 24, 18, NBV).

In Spreuken vertelt ze over haar goddelijke oorsprong: "De Eeuwige verkreeg mij aan het begin van zijn weg" (Spr. 8, 22). Met haar als vertrouwelinge aan zijn zijde schiep hij de wereld. In het boek Wijsheid van Salomo wordt verteld dat haar woonplaats de hemel is waar ze de troon met God deelt (Wijsh. 9, 4).
Aan vrouwe Wijsheid worden eigenschappen toegeschreven als integriteit, zuiverheid, scherpzinnigheid, menslievendheid, standvastigheid (Wijsh. 7, 22-23). In haar wordt zichtbaar dat God ernaar verlangt dat het de wereld en de mensen goed gaat: "Zij is de onbeslagen spiegel van Gods werkzaamheid en het beeld van zijn goedheid" (Wijsh. 7, 26).

Bovenal is zij gastvrij. Bekend zijn de maaltijden die ze verschaft. Ze nodigt onervaren mensen uit het brood te eten, dat zij gebakken heeft en haar wijn te drinken (Spr. 9, 5). Haar maaltijden wekken verlangen naar haar: "Wie mij eet krijgt nog meer honger, wie mij drinkt krijgt nog meer dorst" (Sir. 24, 21). De laatstgenoemde tekst heeft de evangelist Johannes bijna letterlijk in de mond gelegd van Jezus: "Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben" (Joh. 6, 35).
In dit evangelie wordt de uitnodiging van vrouwe Wijsheid toegeschreven aan Jezus, die haar rol van gastvrouw heeft overgenomen.

Deze wijsheidstraditie was nog levend in de tijd van Jezus. Hij werd gezien als een boodschapper van Wijsheid, die ernaar verlangde de mensen van Jeruzalem te verzamelen, zoals een kloek haar kuikens verzamelt onder haar vleugels (Mat, 23, 37; Luc. 13, 34).
Deze oude wijsheidstraditie vinden we terug in de werken van Augustinus.

terug naar de Inhoud

3. De heilsweg van moeder Wijsheid bij Augustinus

Sapientia
Bibl. Medicea Laurenziana
Florence
In het boek Wijsheid van Jezus Sirach komt Wijsheid als een moeder aan het licht (Sirach 24). Wellicht kende Augustinus dit boek, omdat het in de vroege kerk een bijzonder populair geschrift was, wat tot uiting kwam in de bijnaam ervan: 'ecclesiasticus' (kerkboek). Het zou deze naam te danken hebben aan het feit dat het vaak gebruikt werd bij het onderricht van de catechumenen.5
Als bisschop was hij verantwoordelijk voor de geloofsvorming. Doopleerlingen schreven zich aan het begin van de veertigdagentijd in met het verzoek om gedoopt te worden in de paasnacht. In deze periode werden ze daarop voorbereid. Ze kregen onderricht over het gebed het Onze Vader en de geloofsbelijdenis, die Augustinus als sacramenten opvatte. Door het toe-eigenen daarvan, kwamen de woorden binnen in hun hart en ervoeren ze genade die in deze woorden werkzaam was. Zo raakten ze vertrouwd met Jezus.
Deze genade drukt Augustinus symbolisch uit als 'voedzame melk'. Deze beeldspraak heeft Augustinus overgenomen van Paulus. Als een moeder moest Paulus de gemeenteleden van Korinthe met 'melk' voeden en kon hen nog geen vaste spijs geven (1 Kor. 3, 2). Augustinus koppelt deze beelden aan moeder Wijsheid.

Hij beschrijft haar als een eeuwige voedende, die continu bezig is leven te schenken. In de werkelijkheid van God openbaart ze zich door de engelen te verzadigen. Dit engelenbrood is voor de mensen, die gebonden zijn aan de aarde, niet te bevatten vanwege het goddelijke karakter ervan. Daarom transformeert moeder Wijsheid haar goddelijke gaven in 'melk'.6
Daarover vertelt Augustinus in een verhandeling:
"Moeder Wijsheid verzadigt in den hoge de engelen met vaste spijs. Zij heeft zich verwaardigd op een andere manier haar voeding om te vormen voor haar kinderen. Dit gebeurde, doordat het Woord vlees is geworden en onder ons heeft gewoond. Maar deze mens zelf, Christus, die door zijn echte vlees, door zijn echte kruis en dood en door zijn echte opstanding is zuivere melk voor de kinderen. Wanneer hij door de geestelijke mensen goed wordt ontvangen, wordt hij aangetroffen als de Heer van de engelen."7

Moeder Wijsheid presenteert niet zelf de door haar bereide gaven; dat doet Jezus. Hij is zuivere melk, zegt Augustinus. Hij is haar instrument en heeft haar taak als gastvrouw ['Sjechinah' (Freek)] overgenomen. Hij stelt de gaven van moeder Wijsheid present voor haar kinderen. Dat zijn degenen die bezig waren met de inwijding in het christelijke geloof. Zij worden gevoed met haar gaven, die bemiddeld worden tijdens het geloofsonderricht en de rituele handelingen. Daarin ervaren ze de voedende en leven gevende kracht van Gods woorden, die een groei in geloven bewerkstelligt. De eeuwige voeding van Wijsheid geeft mensen uiteindelijk de mogelijkheid deel te nemen aan het goddelijke leven. Dit leven wordt ervaren in een onmiddellijke ontmoeting met Christus, die geheimvol is.

terug naar de Inhoud

4. De heilsweg van Maria bij Augustinus
In de christelijke traditie wordt benadrukt dat Maria geroepen werd Gods Zoon te baren. Daardoor kon de mensheid worden verheven tot het kindschap van God. Deze gedachten vinden we ook bij Augustinus. Hij beschrijft Maria als de aardse moeder van haar kind Jezus. Vanaf zijn conceptie heeft Jezus een relatie tot zijn moeder, die hem gebaard heeft. Als kind is hij afhankelijk van zijn moeder, die hem gezoogd heeft.
Augustinus beschrijft niet alleen de geboorte van Jezus uit Maria, maar ook zijn goddelijke geboorte uit de Vader, wat overeenkomt met het gedachtegoed van het Concilie van Nicea (325). Deze tweevoudige geboorte past in de context van dit Concilie waar Jezus Christus uitgeroepen werd tot God en mens. Augustinus drukt de menselijkheid en de goddelijkheid van het kind Jezus uit in paradoxale taal. Als God omvat hij de wereld en als zuigeling ligt hij in een kribbe en kan hij niet spreken.
"Hij lag in een kribbe, terwijl hij de wereld omvatte: hij was zowel een nog woordeloos kind als het Woord. Hij die door de hemelen niet bevat kan worden, droeg de schoot van één vrouw. Zij leidde onze heerser; zij droeg degene in wie wij zijn. Aan ons brood gaf zij melk. O kennelijke zwakheid, en wonderbare nederigheid, waarin de gehele godheid verborgen was. De moeder aan wie hij als kind onderworpen was, leidde hij met macht. En met waarheid voedde hij degene aan wier borsten hij zoog. (…) Moge hij zelf ons tot kinderen van God maken, die voor ons mens heeft willen worden."8

Augustinus spreekt in paradoxale taal over de schoot van Maria. Hoewel een moederschoot normaliter een menselijke vrucht - dat een gevolg is van menselijk handelen - kan dragen, draagt haar schoot het alomvattende Woord, dat een gevolg is van goddelijk handelen. In het dragen is het Woord zowel transcendent - het overstijgt de hemelen -, als immanent - het vindt inwoning in haar schoot. Daar vindt het geheim van de menswording plaats.

In de handelingen die Maria voor haar baby Jezus verricht, is er een dubbele afhankelijkheid. Als zuigeling is hij afhankelijk van zijn moeder en zij is afhankelijk van Christus. Deze dubbele afhankelijkheid komt naar voren zowel in het leiden en als in het voeden. Bij het leiden is hij als zuigeling afhankelijk van zijn moeder, tegelijk is zij afhankelijk van Christus die haar leidt. Zijn leiderschap zit in zijn scheppingsvermogen. Als Schepper gaat Christus haar vooraf door haar in het bestaan te roepen. Vanuit deze scheppingsrelatie is Christus haar leider. Deze dubbele afhankelijkheid is er ook bij het zogen. Terwijl Maria haar baby Jezus zoogt, wordt zij door Christus verzadigd met de eeuwige voeding van waarheid. Daarmee schenkt Christus haar engelenbrood, een ervaring van contemplatie. Terwijl zij hem zoogde, ging de hemel voor haar open en ontving ze Gods liefde.

In de handeling 'dragen' komt het geestelijke moederschap van Maria tevoorschijn. Door het Woord in haar schoot te dragen, droeg zij niet alleen haar kind Jezus, maar ook God in wie de mensheid is: "in wie wij zijn". Augustinus kan hierbij gedacht hebben aan Hand. 17, 28, waarin op dezelfde wijze de relatie tussen God en de mensheid wordt aangeduid: "want in hem leven wij, bewegen wij en zijn wij".
Tijdens haar zwangerschap draagt Maria het Woord, dat haar is toevertrouwd. Door dit Woord te dragen kan zij mensen binnenvoeren in het contact met hun wezenlijke band met hun Schepper. Daarmee levert zij als geestelijke moeder een actieve bijdrage aan het verlossingswerk van de mensheid.

terug naar de Inhoud

5. Actualiteit van de twee heilswegen van Wijsheid en Maria
In de loop van de geschiedenis van het westerse katholieke christendom heeft Maria de plaats van vrouwe Wijsheid ingenomen. Daarvan getuigt een Marialied dat tijdens de completen, het avondgebed in kloosters, wordt gezongen:
"U groeten wij, Maria, Koningin en Moeder vol goedheid.
Bij u vinden we het leven, de vreugde en heel onze hoop."
Deze woorden zijn bijna letterlijk overgenomen uit het hooglied van vrouwe Wijsheid (Sir, 24, 18, NBV). Volgens de Vulgaat:
"Ik ben de moeder van de schone liefde, van de vrees en het inzicht en van de heilige hoop' (Sir. 24, 24).

Laten we Maria en vrouwe Wijsheid in ere herstellen, door aan Maria haar plaats op aarde terug te geven en aan vrouwe Wijsheid opnieuw haar hemelse plaats toe te bedelen die zij Schriftuurlijk heeft. De benadering van Wijsheid als goddelijke moeder en Maria als geestelijke moeder kan het oecumenische gesprek over deze bijzondere vrouwen in onze geschiedenis bevorderen.

terug naar de Inhoud

Literatuur
Beentjes, De wijsheid van Jesus Sirach, Budel 2006.
Kitty Bouwman, Mater Sapientia, de mystagogische functie van het moederschap van God en het geestelijke moederschap bij Augustinus, Vught 2015 (proefschrift).
Kitty Bouwman, Spiritueel moederschap, twee vrouwen in het leven van Augustinus, Heeswijk 2019.
E. Eynikel e.a. (red.), Internationaal Commentaar op de Bijbel, band 2, Kampen 2001.
W. Logister, Maria, een uitdaging, Baarn 1995. Hoofdstuk vijf beschrijft de ontwikkeling van het Mariaverhaal (139-180).

Afbeeldingen
Afb. pag. 4 Madonna van nederigheid, Fra Angelico, ca. 1440, Rijksmuseum Amsterdam
Afb. pag. 9 Sapientia, Biblioteca Medicea Laurenziana, Florence

Noten
1 W. Logister, Maria, een uitdaging, Baarn 1995. Hoofdstuk vijf beschrijft de ontwikkeling van het Mariaverhaal (139-180).
2 I. Eggemann, Die 'ekklesiologische Wende' in der Mariologie des II. Vatikanums, Altenberge 1993, 66. Geciteerd in: W. Logister, Maria, een uitdaging, a.w. 174.
3 Dit artikel is gebaseerd op mijn proefschrift: Mater Sapientia, de mystagogische functie van het moederschap van God en het geestelijke moederschap bij Augustinus, Vught 2015.
4 Spreuken 8,1-9, 9, 1-12; Baruch 3,9-4,4; Job 28; Wijsheid 6,12-10,21; Jezus Sirach 24.
5 P. Beentjes, De wijsheid van Jesus Sirach, Budel 2006, 59-60. Het boek Jezus Sirach werd in het vroege christendom vanuit het Grieks in het Latijn vertaald, waardoor het verspreid raakte. Griekse schrijvers zoals Clemens van Alexandrië en Origenes, en Latijnse schrijvers zoals Tertullianus en Augustinus, citeerden uit het Boek Wijsheid van Jezus Sirach. D. Harrington, Wijsheid van Jezus Sirach. In: E. Eynikel e.a. (red.), Internationaal Commentaar op de Bijbel, Kampen 2001, 1069.
6 De verwantschap tussen Wijsheid en genade is gebaseerd op het boek Wijsheid van Jezus Sirach (Vulgaat). Daarin wordt genade in verband gebracht met moeder Wijsheid: "in mij is de genade van heel het leven en de waarheid" (Sirach 24, 25, Vulgaat). Genade en waarheid heeft de evangelist Johannes overgeheveld naar Jezus Christus (Joh. 1, 17).
7 Deze tekst is uit Io.eu.tr. 98, 6, een verhandeling over een passage uit het evangelie volgens Johannes 16, 1213. Deze vertaling is gebaseerd op de Latijnse tekst (CCL 36, 579).
8 Deze vertaling is gebaseerd op sermo 184, 3 (PL 38, 997).

Dr. Kitty Bouwman is werkzaam als geestelijk verzorger en geestelijk begeleider, docente spiritualiteitstudies aan verschillende opleidingen, hoofdredacteur van Herademing, oecumenisch tijdschrift voor mystiek en spiritualiteit. Daarnaast is ze bezig met postdoc onderzoek naar het goddelijke moederschap en het geestelijke moederschap bij Hildegard van Bingen aan het Titus Brandsma Instituut in Nijmegen.


terug naar God als man en vrouw

terug naar het weblog







^