De bijzonder kenmerken van het transporteiwit kinesine


Samenvatting van het gesproken woord door apologeet Calvin Smith van de video:
https://youtu.be/Dn6i91NRMu8?si=rQpEoOrFgLyeYaLc, geplaatst door Answers in Genesis, Canada

De wondere wereld van de lichaamscel
Het transporteiwit kinesine is werkzaam in de lichaamscel, de bouwsteen van alle levensvormen op aarde. De geneticus dr. Michael Denton beschrijft de werking van de lichaamscel vanuit het gezichtspunt van de moleculaire biologie:
"Om de werkelijkheid van levensvormen te begrijpen, zoals die door de moleculaire biologie wordt beschreven, moeten we een cel een miljard keer vergroten tot die twintig km groot is en zo op een grote stad lijkt. Wat we dan zouden zien, is een ontwerp van een ongehoorde complexiteit en aanpassingsvermogen.
Op het oppervlak van de cel zouden we miljoenen openingen zien, die zich openen en sluiten om een voortdurende stroom van stoffen, naar binnen en naar buiten, door te laten. Als we door een van die poorten naar binnen zouden gaan, zouden we ons in een wereld bevinden van een buitengewone techniek en onvoorstelbare ingewikkeldheid."

Kinesines
Een van die buitengewone technieken is het molecuul kinesine (van Grieks 'kinesis': beweging, van 'kinein': bewegen). Kinesine vormt een familie van transporteiwitten binnen de levende cel, die daar 'vrachten' vervoeren op een manier, die er opmerkelijk mensachtig uitziet. De moleculen hebben namelijk twee 'benen' met 'voetjes' die hen in staat stellen over 'wegen' binnen de cel (microtubuli) te lopen en twee 'armen' met 'handjes', die hen in staat stellen pakketjes, gevuld met belangrijke moleculen, vast te pakken. Zij kunnen die pakketjes vervolgens in een zekere richting vervoeren en op bepaalde adressen afleveren, en dat alles op een verbazingwekkende, microscopisch kleine nanoschaal.
Er zijn veel soorten kinesines en daarmee samenhangende moleculen, ieder met een eigen, bijzondere functie, die in allerlei levensvormen zijn ontdekt, vanaf de eenvoudigste eencelligen zoals algen tot aan de mens. In de cel moeten heel veel verschillende stoffen worden gevormd en op het juiste tijdstip naar de juiste plaatsen worden vervoerd.
Die stoffen worden gevormd in 'organellen' (orgaantjes met een bijzondere taak in de cel).

Ribosoom
Een eiwitfabriekje bijvoorbeeld, een organel dat ribosoom wordt genoemd, ontvangt van het DNA in de kern de blauwdruk voor een bepaald eiwit, door informatie die afkomstig is uit strengen in het DNA in de vorm van mRNA (messengerRNA). Daarvoor moeten de twee verstrengelde DNA-strengen eerst los van elkaar komen en op de juiste plaats moet er een kopie van worden gemaakt, in de vorm van het mRNA. Dat wordt 'verpakt' en naar het ribosoom vervoerd door een kinesine, waar de eiwitcode van het mRNA wordt afgelezen door het ribosoom, dat er vervolgens een nieuw eiwitmolecuul mee vormt.

Golgi-apparaat
Daarna zorgt een ander orgaantje, het Golgi-apparaat, voor een verpakking in de vorm van een blaasje waarin dat eiwit wordt verpakt. Het Golgi-apparaat brengt vervolgens op het pakje een adres aan van de plaats in de cel, waar het eiwit naar toe moet. Daarna wordt een kinesine opgeroepen, dat met zijn twee voetjes over een weg (de microtubule) door de cel loopt. Het pakt het pakketje met zijn twee handjes op en loopt met twee voetjes snel over één van de microtubules naar het aangegeven adres, met de indrukwekkende snelheid van 2000 km/uur.

Herstel van fouten
Als er onderweg in het kinesine een fout optreedt, wordt dit door een ander daarvoor bestemd orgaantje opgemerkt, dat een bericht over de fout doorgeeft aan een volgend orgaantje, dat herstel werkzaamheden uitvoert. Dat orgaantje bevat gegevens over allerlei soorten eiwitten en andere moleculen in het inwendige van de gehele cel (een 'database'). Het voor het herstel noodzakelijke onderdeel wordt daar gemaakt, door kinesines aangevoerd en bij het gestrande kinesine toegepast, zodat het kinesine alsnog zijn weg kan vervolgen.

Samenwerking
Als dit kinesine onderweg een verkeersopstopping tegenkomt, dan kiest het een andere weg met minder hindernissen, zodanig, dat het pakketje toch zo snel mogelijk kan worden afgeleverd. Het pakketje kan ook aan een andere kinesine die op een gunstigere weg staat, worden overgegeven. Zij werken daarbij nauw met elkaar samen. Mocht een vrachtje bij nader inzien toch te zwaar zijn, dan komt er een tweede kinesine bij om te helpen.
Ze doen ook onmisbaar werk bij de celdeling en bij de overdracht van neurotransmitters. Ook leggen ze nieuwe microtubuli aan of breken ze andere weer af.
Kinesines ontlenen hun kracht aan de energiedrager van de cel, het ATP (adenosine-triphosphaat). Bij iedere stap zet kinesine ATP om in ADP (adenosinediphosphaat), waarbij voldoende energie vrijkomt voor een stap. Kinesines kunnen werkzaam zijn, maar op zijn tijd ook rusten, waarbij een ander die taak overneemt. In de rusttoestand laat het molecuul de armen naar beneden hangen.

Onzichtbare hand
Er moet een besturend orgaantje in de cel zijn, dat blijkbaar over een overzicht beschikt van snelle routes over de tubuli en van andere, vrij beschikbare kinesines en dat de taken verdeelt, dat hierover beslissingen neemt en die aan het bewuste kinesine laat weten; maar... dat orgaantje is tot nu toe onbekend. Een onzichtbare hand lijkt al die kinesines die in de cel met grote snelheid over tubuli onderweg zijn om taken uit te voeren, te ordenen en op het juiste pad te leiden.

Door toeval ontstaan(?)
Maar sommige natuurwetenschappers blijven van mening dat al deze eigenschappen in de natuur zelf besloten liggen en alleen door evolutie uit die natuur te voorschijn komen.
"Het is indrukwekkend hoe de natuur erin slaagt al deze functies in één molecuul samen te brengen. Wat dit betreft is de natuur superieur aan alle inspanningen van de moderne nanotechnologie en is zij een groot voorbeeld voor de mens." Mark Bates in 'Molecular Motors'

"Een groot deel van de eigenschappen van de kinesinefamilie moet al aanwezig zijn geweest in de voorlopers van de eukaryoten." [cellen met een centrale kern]
Artikel: Patterns of kinesin evolution reveal a complex ancestral eukaryote with a multifunctional cytoskeleton
Bill Wickstead, Keith Gull & Thomas A Richards
BMC Evolutionary Biology, volume 10, Article number: 110 (2010)

Kinesines waren al van het begin af aan in de meest eenvoudige levensvorm aanwezig: de blauwalg cyanobacterium.

Artikel: Kinesin Light Chain in a Eubacterium. The University of Western Ontario, Article Jul 1997
M. Celerin et al.
A eubacterial homolog of a kinesin light chain gene has been isolated and characterized from the cyanobacterium Plectonema boryanum.

Einde video.

De enige levensvormen die aan de eukaryoten voorafgingen, waren de archaeae (van Grieks archaia: oeroud):
"Het genetische materiaal van archaeae komt op een aantal punten sterk overeen met dat van eukaryoten [de daarop volgende eencelligen], evenals de manier waarop genexpressie plaatsvindt." en "Archaeae worden gekenmerkt door hun overlevingsvermogen in barre omgevingen." (bron: Wikipedia)
Met andere woorden, de kinesines als onmisbare transporteiwitten in de cel waren van het begin af aan al in de meest eenvoudige levensvormen werkzaam en zijn dat nu nog steeds. Zij hebben zelf géén evolutie meegemaakt, want zij bleven steeds hun werk in het inwendige van de cel doen, maar wel de levensvormen, die zij door hun werkzaamheid mogelijk maakten; die levensvormen maakten een evolutie door vanaf de archaeae tot aan de huidige mens.

De hand van God
Ook in het allereerste begin was er al 'een ordenende kracht' die de samenwerking van de kinesines in de cel mogelijk maakte om zo levensvormen tot stand te brengen en hun evolutie op aarde gedurende miljarden jaren mogelijk te maken: die ordenende kracht is de hand van God. God schiep die eerste cel en gaf die in het DNA de aanleg mee zich zodanig tot de menselijke levensvorm te ontwikkelen, dat de menselijke geest er - door middel van de hersenen - gebruik van kon maken om in de geestelijke leerschool van de aarde een leerling te zijn.


terug naar de serie 'godsaanwijzingen' in het Menu

terug naar het weblog







^