Plotinos’ neo-platonistische kosmologie



Plotinos (Alexandrië, Rome)
Hij beschrijft hoe de mens een kringloop doormaakt: een afdalen naar de aarde, het bestaan aldaar en een weer opstijgen naar de geestelijke wereld.
- Uit de Ene, het ‘eerste beginsel’ [de goddelijke algeest als de ongevormde oertoestand], kwam door het goddelijke denken een volmaakt beeld van het Ene voort, de Geest [de heilige geest als de gevormde toestand in de algeest].
- Het goddelijke denken in de heilige geest brengt [door verdichting van de geest] de menselijke geest voort, zelf ook een volmaakt beeld van dat denken.
- Het goddelijke denken is ook de schepper van de stoffelijke wereld en bemiddelt tussen de geestelijke en stoffelijke wereld.
- De menselijke geest is [door verdichting] een deel van de Geest, maar vergeet zijn goddelijke afkomst door in het lichaam af te dalen, dat uit de stoffelijke wereld is voortgekomen.
- Door in dit bestaan de deugden te ontwikkelen kan de menselijke geest in zijn geestelijke lichaam [de geestgedaante] terugkeren naar zijn geestelijke oorsprong.
- Het hoogste wat de menselijke geest kan bereiken, is het Ene weer terug te zien [de hereniging].

Zijn leerling Porphyrius voegde al zijn aantekingen samen tot het boek Enneaden (Negental). Plotinos' laatste woorden waren: "Streef ernaar het goddelijke in jezelf terug te geven aan het goddelijke in het alomvattende."


terug naar Pythagoras' getallenleer

terug naar het weblog







^