Karel Douven - Het christendom op weg naar de 21e eeuw

Recensie door Henk Hogeboom van Buggenum
Verschenen in Gamma, jaargang 03, nr. 02 dec. 1995


Karel Douven, jezuïet
1920-1995
"Onconventionele gedachtegangen over mens en wereld" noemt prof. dr. J. Veenhof, hoogleraar in de dogmatiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, op de achterflap de inhoud van dit boek. Niet alleen christenen, maar ook gelovigen van andere godsdiensten en buitenkerkelijken zullen zich erdoor aangesproken voelen. Als zij tenminste tot lezen ervan overgaan. De titel zou velen ervan kunnen weerhouden.
Heeft het christendom door zijn verleden immers niet aan glans ingeboet? Zullen moslims, boeddhisten, hindoes en joden denken er een boodschap aan te hebben? Had het boek niet beter kunnen heten "De mens op weg naar de 21e eeuw"? Naar de intentieverklaring op blz. 178 te oordelen zeker. Ik citeer:

"Wij zijn opgenomen in een eenparig versnelde beweging van kennisvermeerdering, van technisch kunnen, van economische groei, van mensheidsontwikkeling en interactie van culturen, allemaal lijnen die snel naar een omslagpunt wijzen. Tegelijk verhevigen zich even overrompelend de tegenkrachten van geweld en misdaad, van milieubedreiging en rampen, van verharding en angst. Wie durft nog vijfentwintig jaar vooruit te zien?
Onze enige hoop is, dat zich onder dat alles een nieuw denken, een nieuw beleven baanbreekt, eerst bij enkelingen, bij actiegroepen en spirituele bewegingen, zich uitbreidend via pers en media, stap voor stap geïntegreerd in wetenschap, politiek en economisch handelen. Dat is het paradigma van eenheidsdenken en eerbied voor menswaardigheid, het perspectief van 'vrede, gerechtigheid en behoud van de schepping'. Alle krachten ten goede in de wereld zijn nodig om die hoop te versterken. Dat nieuwe denken moet prioriteit krijgen boven al het andere. Dat moge zeer dringend klinken. De onontkoombaarheid van de situatie vraagt erom. Hiermee hebben we de intentie en het uitgangspunt van het hele boek aangegeven."
Einde citaat.

"Een nieuw denken dus! Weer zo'n New-Agegeschrift!" zullen sommigen geneigd zijn te zeggen. En inderdaad, de boekwinkels liggen er vol mee. Het is eenvoudigweg niet bij te sloffen, wat er allemaal onder die noemer verschijnt. De schrijver zelf vergelijkt al die New-Ageaanbiedingen ruimgeestig met de vele materiële goederen waaruit wij kunnen kiezen en zegt: "Het goede zal zich wel uitkristalliseren" (blz.145).
Hij roept de Kerk op om de dialoog aan te gaan "met esoterische stromingen als theosofie, de Arcane-school, antroposofie, psychosofie, moderne soefi, de I Am-beweging, Sri Aurobindo en een heel breed scala van groepen, communes, tijdschriften die uit deze inspiratie putten" (blz. 173). Immers, de Christus is "Gods beeld in mensengestalte, niet alleen in de historische persoon van Jezus van Nazareth, doch in elke mens. De kosmische Christus, d.w.z. het oerbeeld van al het geschapene zal eens de hele mensheid doorstralen" (blz.179). Met deze visie sluit hij aan bij het gedachtegoed van Teilhard de Chardin, die hij ook meer dan eens in het boek citeert.

Met Teilhard is hij ervan overtuigd dat er een heilsplan aan de schepping ten grondslag ligt. De evolutie heeft een richting (orthogenese). Deze opvatting wordt niet gedeeld door de heersende biologische wetenschap, die zich als opvolger van Darwin in de stroming van het neodarwinisme heeft verenigd. Voor haar is er geen sprake van orthogenese, maar is alles onderworpen aan het toeval van de natuurlijke selectie.
Het is alleszins begrijpelijk, dat deze opvatting van evolutie met name op scholen met een christelijke signatuur niet zonder een wetenschappelijk gefundeerde tegenhanger als die van Teilhard de Chardin zal kunnen worden onderwezen. "Ze kan ook een synthese bieden, waarin wetenschap en godsdienst, het zichtbare, het goddelijke en de mens hun plaats hebben", aldus Douven, en hij vervolgt met een indringend beeld van de mensheidsontwikkeling (blz.38):
"In een druipsteengrot groeit de zuil beneden langzaam omhoog naar de erbovenhangende pegel. Die stalagmiet beneden kan groeien dankzij de voortdurende druppeling van de stalagtiet, die zich eerst heel hoog boven haar bevindt. Langzaam, eeuw na eeuw, naderen zij elkaar, druppel voor druppel, totdat de twee tenslotte één zuil geworden zijn, waarlangs het druipwater stroomt, eerst fijn en nog aarzelend en geleidelijk aan - in honderden jaren - zichzelf uitbouwend tot één stevige substantie [...] Zo kan de mens op aarde alleen evolueren dankzij de inspiratie, zacht en druppelsgewijs, van boven. Dat 'levende water' is zijn hele wezen en zijn groeikracht. Hij kan slechts in ontzag en nederig ontvangend opzien naar de hoge Bron, die hij niet kent, doch waarvan hij geheel en al afhankelijk is. Maar stilaan nadert het hoogheilige de aarde. De zich evoluerende mensheid beneden bouwt zichzelf met geleidelijkheid op om zo het indalend goddelijke te ontvangen. Zo ontdekt zij van dezelfde substantie te zijn als de hemel die op en in haar neerdaalt."

De evolutie van de mens individueel - en daarmee het voortbestaan van de totale mensheid - is afhankelijk van zijn wil tot opneming van het goddelijke. Het 'kleine ik' is namelijk begiftigd met de goddelijke gave van de vrije wil. Daardoor kan het bemiddelen tussen de drie lagen van zijn persoonlijkheid en van de ziel. Deze lagen zijn energievelden van het kennen, het voelen en het doen, die op de verschillende niveaus van de schepping steeds ijler, zuiverder en meer gelijkend op de goddelijke drieëenheid zelf terugkeren.
Op het niveau van de persoonlijkheid zijn het de lastige kinderen van het fysieke, het emotionele en mentale die hun eigen impulsen volgen en onder elkaar ruziën. Maar op het zieleniveau zijn deze energieën onpersoonlijker aanwezig. En daarmee belangelozer, niet zelf-bevestigend, zonder egoïsme, maar wel op het eigen zelf betrokken, gericht op zelfkennis, zelfliefde en zelfontplooiing. Als 'zielewezen' zijn we wel reeds ontvankelijk voor het goddelijke Licht, maar ook beladen met het duister van de persoonlijkheid. We zijn op weg naar een steeds vollediger zuivering.

Douven heeft zijn boek de ondertitel "Van Christusbelijdenis tot Christuservaring" meegegeven. In die woorden ligt mijns inziens vooral de nadruk op de energievelden van het 'kennen' en het 'voelen'. Daardoor wordt het uitdragen van het christenzijn in de praktijk, 'het doen', wat onderbelicht. Zeker, uit de activiteiten van vredes-, milieubewegingen en allerlei actiegroepen put de schrijver hoop voor de groei van de mensheid naar het omslagpunt van een groter zelfbewustzijn, een stap naar het hogere Zijn in het Licht van Christus. Maar hij wijst toch vooral op de betekenis van al die groeperingen die de kern van een nieuwe spiritualiteit, een nieuwe tijdsreligiositeit naderbij brengen langs de weg van a) de beleving van Gods immanentie, d.i. zijn aanwezigheid in ons, b) de transformatie van kwaad en lijden en c) de synthese van a en b in de geestelijke groei.
In dat kader wordt veel aandacht geschonken aan de interpretatie van bijvoorbeeld 'openbaring', 'reïncar-natie', 'bijna-dood-ervaringen' en 'karma'. Zijn theologische scholing in de orde van de jezuïeten, zijn praktische ervaring in het vormingswerk, in de charismatische beweging en als auteur van de schriftelijke cursus "Handreiking geestelijke groei, het leven als leerschool" vonden hun neerslag in dit boek vol hoop, wijsheid en ruimte voor dialoog. Wij bevelen het allen van harte aan.

Naschrift
Bij het schrijven van deze recensie bereikte ons het bericht van het overlijden van Karel Douven. In het dagblad Trouw stond kort daarna een artikel van prof. dr. J. Veenhof, waarin deze wees op de grote betekenis van deze jezuïet als pleitbezorger voor een vernieuwde christelijke spiritualiteit. In zijn Meditaties volgens de 'Geestelijke Oefeningen' van Ignatius van Loyola, de stichter van deze orde, legt hij een sterk verband tussen mystiek en het concrete leven van alledag. Schuld, frustratie, lijden en dood worden in de teksten nadrukkelijk verbonden met een visie van hoop. Het verwijt van kerkelijke zijde, als zou Douven in zijn mystiek te 'oosters' zijn, acht Veenhof dan ook niet terecht. U kunt hierover zelf oordelen door de teksten van de meditaties te bestellen bij de
Stichting Handreiking Geestelijke Groei,
Kerkstraat 5, 3764 CR, Soest
Ze zijn getiteld: dl. 1 "Een weg ten leven" (96 blzz. ƒ 13,50), dl.2 "Ik ben de weg" en dl. 3 "Een weg van licht en liefde" (beide voor ƒ 17,50).


Dagblad Trouw, De verdieping, Archief 09-10-1995

Van onze kerkredactie
Amsterdam - Iedere mens is op aarde om zijn goddelijke binnenkant naar buiten te brengen. "God in jezelf zoeken en naar buiten laten schijnen als een spiegel, dat is onze levenstaak." Dat vormde ook de boodschap van de jezuïet en 'nieuwe-tijdsprofeet' Karel Douven, die zaterdag op 75-jarige leeftijd overleed.

Karel Douven, 1920-1995

Douven schreef diverse boeken over zijn toekomstvisie, waarin het steeds draaide om de innerlijke bewustwording van de mens. Het begon allemaal met de schriftelijke cursus 'Handreiking voor geestelijke groei'. Later formuleerde hij zijn ideeën in het bekende geschrift 'Het Christendom op weg naar de 21e eeuw. Van Christusbelijdenis naar Christuservaring'.
Dit werk mocht echter geen boek heten en was, net als de cursus, niet in de boekhandels te krijgen. De provinciaal van de jezuïetenorde gaf namelijk geen toestemming voor publicatie. Maar Douven mocht het van de provinciaal wel als manuscript laten circuleren onder de mensen met wie hij werkte. Douven was jezuïet geworden, zo verklaarde hij enige jaren geleden in een interview met deze krant, "omdat ik van jongsaf aan iets voor God en de mensen wilde doen." Als zware astma-patiënt kwam hij op een gegeven moment in aanraking met alternatieve geneeswijzen en de filosofie daarachter. "Daardoor werd het beperkte katholieke denken voor mij doorbroken."
Wel zou hij de mystieke, geestelijke oefeningen van de stichter van zijn orde, Ignatius Loyola, bewerken in het driedelige 'Meditaties volgens de geestelijke oefeningen - eigentijdse vormgeving'. Hij probeerde daarin het denken van de Spaanse heilige voor leken toegankelijk te maken en de diepere inspiratie vrij te maken.

De mensen maken een overgang in bewustzijn door, zo schreef hij. Het gaat om verbinding in plaats van splitsing, om onderhandelen in plaats van vijanddenken, om eenheid in plaats van gescheidenheid. Eenheid, ook van God en mens, wat wil zeggen dat Christus in ons aanwezig is. De 'Christus-kracht' kan door ieder mens gaan stromen.
Om zijn ideeën bekendheid te geven richtte pater Douven in de jaren tachtig samen met onder meer theologe Joanne Klink, ds. Jan Veenhof en de voormalige Ikon-pastor Hans Stolp de werkgroep Theologie en Spiritualiteit op.
Deze groep was bedoeld voor theologen, dominees en priesters, maar de open dagen werden door duizenden belangstellenden bezocht. Vandaaruit verspeiden zijn ideeën zich als een olievlek door de verschillende kerken. Maar ook velen die de kerk verlaten hadden en naar nieuwe wegen zochten, voelden zich aangesproken.

Tot zijn grote verdriet moest Douven wel constateren dat veel mensen nog niet klaar waren voor zijn boodschap. "Er moeten altijd voorlopers zijn die uiten wat de massa nog niet in zich draagt. Zij worden aanvankelijk belachelijk gemaakt en gekruisigd."

Ondanks het voortwoekerende materialisme, etnisch geweld en nationalistisch sentiment in de wereld zag hij de mensen naar mondiale verantwoordelijkheid toegroeien. "Alle catastrofes en menselijke wreedheid roepen ondanks alles betrokkenheid en innerlijke rijping op. De mensen beginnen in te zien waar het om draait. Dat mag je het goddelijke heilsplan noemen. De mensheid wordt door alle moeite heen naar een nieuw tijdperk geloodst. Dat gaat niet rechtlijnig. Het hemelse Jeruzalem daalt langs een zigzaglijn op aarde neer."

Met de New Age-beweging had hij niet veel meer op. "De tijd van New Age als aparte beweging is voorbij. Ze heeft zich de afgelopen vijftien jaar over de hele wereld in duizenden verschijningsvormen uitgebreid, maar aan inspirerende kracht ingeboet. Het nieuwe denken zet zich overal door, ook in de kerken."


terug naar het literatuuroverzicht






^