De ideeën van Pierre Teilhard de Chardin

Door Henk J. Hogeboom van Buggenum 1)
Samenvatting van de lezing voor de Comeniusleergangen, 15 maart 2007

Inclusief denken

Pierre Teilhard de Chardin
paleontoloog, filosoof, theoloog,
jezuïet, mysticus (1881-1955)
De reacties van de wetenschap, de politiek en de media op de boeken van Cees Dekker c.s. enerzijds en de reacties van het creationisme, de Intelligent Design-beweging en de islamiet Harun Yahya op het darwinisme anderzijds zijn net zo als de reacties van spraakmakende geleerden als Richard Dawkins, Piet Borst, Ronald Plasterk, Herman Philipse, Bas Haring enz. op de religie staaltjes van exclusief denken. Hierdoor roepen zij commotie en agressie op.
In dit media-tijdperk kunnen uitlatingen als "het geloof in God is een wetenschappelijk achterhaalde zaak" grote groepen onder de 3 miljard moslims en christenen bereiken. Het gevolg ervan kan zijn, dat men zich verschanst in de eigen groep en zijn eigen waarden gaat verdedigen door het bestrijden van die van de ander.

Wie was Teilhard de Chardin?
Hij studeerde af in natuurkunde en biologie. Als geoloog en paleontoloog verrichtte hij veel onderzoek en veldwerk (o.a. in China van 1923-1946). Daarnaast bleef hij het geloof, dat hij van thuis had meegekregen trouw. Hij werd priester en probeerde voor zichzelf de wetenschap te rijmen met zijn geloof. God werd immers door velen steeds meer als een projectie van de mens zelf gezien en tenslotte door Nietzsche (Die fröhliche Wissenschaft - 1882) dood verklaard. Het was logisch, dat de Kerk zich tegen dit denken ging beschermen. Paus Pius X liet daarom alle priesters in 1903 een verklaring tekenen, waarin zij het modernisme - het denken buiten de scholastiek, de door Rome aanvaarde filosofie - afwezen. Die verklaring staat bekend als de 'anti-modernisteneed'.

Teilhard de Chardin las in 1907 het werk van Henri Bergson L'évolution créatrice. Het maakte grote indruk op hem. Dat gold ook voor zijn ervaringen aan het front als hospitaal-soldaat in de eerste wereldoorlog van 1914-1918. Hij combineerde beide ervaringen met zijn kennis van het ontstaan van de aarde, de evolutie van de zoogdieren (waarop hij was gepromoveerd) en de gegevens van zijn onderzoek aan de fossielen. En toen - als in een visioen - zag hij de lijn in de evolutie voor zich. Deze sloot aan bij het denken en geloven van zijn Kerk, maar... door de verwerking erin van het moderne natuurwetenschappelijke wereldbeeld moest tegen het scheppings- en paradijsverhaal, de kwestie van de erfzonde én de persoon van Christus wel anders worden aangekeken.

De binnenkant
Kort en goed, Teilhard stelde vast dat alles vanaf de big bang zich oprolde volgens een wetmatigheid, die we kunnen omschrijven als de gelijktijdige toeneming van complexiteit en bewustzijn. Volgens deze is er van meet af aan in de deeltjes die zich na de oerknal waaiervormig verspreiden, sprake van een 'binnenkant', d.w.z. een radiale of middelpuntzoekende energie. Naarmate deeltjes zich meer aaneensluiten - zich tot grotere en meer ingewikkelde eenheden oprollen (s'envelopper) - neemt deze 'binnenkant' toe. Telkens als de structuur van een deeltje verzadigd is met energie, vindt er een omslag plaats naar een andere structuur. Zo ontstaan (door oprolling) vanuit de fotonen de quarks, de protonen en neutronen, de atomen en de moleculen. De moleculen vormen cellen, de cellen organen, de organen vormen de soorten levende wezens.
Het lijkt alsof alles wordt opgestuwd en zó - door toeneming van complexiteit en radiale energie - het leven tevoorschijn komt. Mèt het leven krijgt de 'binnenkant' iets weg van 'bewustzijn'. De plant wordt gevoelig voor zijn omgeving, reageert daarop, het dier doet dit nog meer en de mens krijgt er zelfs weet van, zijn bewustzijn wordt zélfbewustzijn. Met het bewustzijn neemt ook de vrijheid van de soort toe. Hoe groter het bewustzijn, hoe groter de vrijheid. Daarmee groeit ook de verantwoordelijkheid voor de omgeving, het milieu, het totaal, de wereld waarin wij leven. Wij gaan meer en meer beseffen dat onze individuele vrijheid beperkt wordt door onze verantwoordelijkheid voor elkaar.
In deze situatie bevinden wij ons nu. We zijn ons bewust geworden van onze mogelijkheden. Veel kennis omtrent onze wereld is opgerold en verzameld in het brein van de mensheid. Maar weten we ook individueel en als wereldsamen-leving wat we met die kennis aanmoeten? Kennen wij de richting van onze verdere ontwikkeling, zodat we deze kunnen sturen?

De richting van de evolutie
Teilhard laat ons in Het verschijnsel mens de lijn zien vanuit het verre verleden naar ons heden. Ons heelal en alles erop en eraan ontstonden 13,7 miljard jaar geleden vanuit één punt. Dit was niets anders dan samengebalde energie. De explosie daarvan, de big bang, vond plaats bij een hitte van 1039 graad Kelvin 2). Sindsdien is er een veelheid van elementen die tot eenheid oprolt zonder iets van haar energie te verliezen. Het weefsel van het heelal krijgt telkens een ander aanzien. Het duurde echter nog circa 1,5 miljard jaar voordat de laag zuurstof om onze aarde (de atmosfeer) dik genoeg was om het leven mogelijk te maken, zoals we dat thans kennen. Na de atmosfeer verscheen daarmee de biosfeer, de levende laag rond onze planeet.

Uit deze biosfeer kwam door toeneming van complexiteit-bewustzijn ongeveer 7 miljoen jaar geleden een soort voort met een zeker zelfreflecterend vermogen. Deze australopithecus was het begin van een reeks hominiden of mensachtigen, waaruit zich door toenemende schedelinhoud van 400 tot 1600 cm³ de huidige homo sapiens ontwikkelde. Ook dit proces van cerebralisatie wordt gekenmerkt door oprolling. De mens vormt een nieuwe laag rond onze planeet, die Teilhard de Chardin de noösfeer 3) noemt, de laag van denkende korrels, bewustzijns-partikels, de mensheid.
Het woord oprollen speelt in dit verhaal een cruciale rol. Immers, geen enkele trap in het proces kan bestaan zonder de daaraan voorafgaande. Met elke soort ontstaat iets nieuws, maar alle elementen uit de voorafgaande stadia zijn erin vervat. Elk stadium is belangrijk voor het gehele proces. Het proces laat zien welke lijn de mens zou moeten volgen om de evolutie van 15 miljard jaar voort te zetten: de lijn van convergentie. Convergentie is toenadering tot de ander teneinde een grotere eenheid te vormen zonder prijsgave van de eigen identiteit. In elke groter samenwerkingsverband behouden de delen hun specifieke karakter.

Teilhard stierf in 1955. De houding van de Kerk die uit angst voor het modernisme nog tot in de jaren zestig een publicatie over de evolutie als Het verschijnsel mens verbood, lijkt ons zo'n 65 jaar later volkomen onwerkelijk. Toch zien wij ook nu overal om ons heen het tegenovergestelde van wat Teilhard zag als de lijn van de evolutie. Niet het oprollen ofwel het inclusieve denken 4) lijkt het te winnen, maar de gerichtheid op de eigen persoon, de eigen groep. In plaats van het denken in grotere gehelen, viert het uitsluiten van groepen (discriminatie) en het bestrijden van anderen tot behoud van eigen zekerheden hoogtij. De gevolgen ervan zien wij in het geweld om ons heen.
Teilhard wijst echter als bioloog vanuit zijn wetenschap, als denker vanuit zijn filosofie, als priester vanuit zijn geloof en als gevoelsmens en mysticus via zijn dichterlijk en visionair taalgebruik een andere weg. De mens zal pas drager van de evolutie worden, als hij de eigen richting dienstbaar weet te maken aan het geheel. Zo niet, dan richt hij zijn wereld ten gronde. Het is van wezenlijk belang, dat hij leert om niets en niemand uit te sluiten, maar te blijven zoeken naar wegen om grotere eenheid te vormen. Waar men elkaar negeert of ontkent ontstaat verdeeldheid, uiteenval, destructie. Waar men naar elkaar luistert, elkaar in eigenheid of uniciteit bevordert, ontstaan hogere verbanden. Zo wordt de verplichting tot het op ons nemen van verantwoordelijkheid voor het geheel, het welslagen van de evolutie.

1 Dit is de ingekorte versie van een Commeniuslezing, die ik in 2007 zou houden. Deze lezing kan in zijn geheel via e-mailadres >teilhard@planet.nl< bij de Stichting Teilhard de Chardin gratis worden aangevraagd. Deze stichting heeft trouwens een sterke behoefte aan nieuwe bestuursleden of medewerkers. Dus...
2 1039 moet worden gelezen als een 1 met 39 nullen. Ter vergelijking: de massa van onze zon is groot genoeg om een temperatuur te leveren van 15 000 000 graden Kelvin (dat is 15 maal een 1 met 6 nullen). [gegevens ontleend aan prof. dr. S.L. Bonting Schepping en evolutie - Uitg. Kok, Kampen, 1996]
3 Het woord noösfeer komt van het Griekse nous, dat denken, geest, bewustzijn betekent.
4 Vgl. in dit verband het boek van Feitse Boerwinkel Inclusief denken (1' druk 1966, 14' druk 1971)


terug naar het literatuuroverzicht






^