22 Pi - De schoonheid; Bi - Verfraaiing
Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang Afdeling 1| Wilhelm | Huang |
| ䷕ 22 Pi - De schoonheid | ䷕ 22 Bi - Verfraaiing |
| De volgorde | Volgorde van de gua |
| De dingen mogen niet zondermeer, zonder enige consideratie, verenigen; | Dingen kunnen niet abrupt worden uitgeroeid of verenigd. |
| daarom is het volgende teken: de schoonheid. | Na verwijderen volgt derhalve verfraaiing. |
| Schoonheid is zoveel als sieraad. | |
|
Vermengde tekens Schoonheid beduidt natuurlijke kleur. |
|
| Het oordeel | Oordeel |
| Schoonheid heeft welslagen. | Verfraaien. Voorspoedig en probleemloos. |
| In het klein is het bevorderlijk iets te ondernemen. | Enigszins gunstig. Men kan ergens naar toe. |
| Commentaar op de beslissing | Commentaar op het oordeel |
| Schoonheid heeft welslagen. | Verfraaiing. Voorspoedig en probleemloos. |
| Het weke komt en vormt het vaste, daarom: welslagen. | De wijkende dalen af en verfraaien de vaste. Derhalve is er voorspoed en probleemloosheid. |
| Een losgeraakte vaste stijgt omhoog en vormt het weke, daarom: In het klein is het bevorderlijk iets te ondernemen. | De vaste stijgen op en verfraaien de wijkende. Derhalve, een kleine gunst; men kan ergens naar toe. |
| Dat is de vorm des hemels. | Dat is de verfraaiing van de hemel. |
| Welgevormd, klaar en rustig: dat is de vorm der mensen. | De helderheid helpt mensen te handelen. |
| Als men de vorm des hemels beschouwt, kan men de verandering der tijden eruit aflezen. | Wie de verfraaiing van de hemel beschouwt, kan de verandering van de vier seizoenen zien. |
| In overeenkomst met de juiste tijd en de juiste situatie. Dit is de verfraaiing van de mensheid. | |
| Als men de vormen der mensen beschouwt, kan men de wereld vorm geven. | Wie de verfraaiing van de mensheid beschouwt, kan iedereen onder de hemel opvoeden en transformeren. |
| Het beeld | Commentaar op het beeld |
| Beneden aan de berg is het vuur: het beeld van de Schoonheid. | Vuur schijnt aan de voet van de berg. Een beeld van prachtig verfraaien. |
| Zo gaat de edele te werk bij de opheldering van de lopende zaken. | In overeenstemming hiermee maakt de superieure mens regeringszaken duidelijk. |
| Maar hij waagt het niet op deze wijze grote strijdvragen te beslissen. | Maar durft hij niet lichtzinnig te vonnissen. |
| De afzonderlijke lijnen | Yao-tekst |
|
Beginnegen: a. Maakt zijn tenen bekoorlijk, verlaat het rijtuig en gaat te voet. |
1. Begin negen De tenen verfraaien, stapt uit het rijtuig en loopt. |
| b. Hij verlaat het rijtuig en gaat te voet. | Stapt uit het rijtuig en loopt. |
| Want de plicht brengt mee dat hij niet mag rijden. | Het is overeenkomstig zijn positie dat hij niet mag rijden. |
|
Zes op de tweede plaats: a. Maakt zijn kinbaard bekoorlijk. |
2. Tweede zes De baard verfraaien. |
| b. Maakt zijn kinbaard bekoorlijk, | De baard verfraaien. |
| dat wil zeggen hij stijgt omhoog met de hogere. | Hij moet handelen met die erboven. |
|
Negen op de derde plaats: a. Bekoorlijk en vochtig. Duurzame standvastigheid brengt heil. |
3. Derde negen Verfraaien en bevochtigen. Volhardend standvastig en rechtschapen zijn: voorspoed. |
| b. Het heil van de duurzame standvastigheid | Voorspoed door volhardend standvastig en rechtschapen te zijn. |
| kan uiteindelijk niet worden beschaamd. | Tot aan het einde zal niemand hem beledigen. |
|
Zes op de vierde plaats: a. Bekoorlijkheid of eenvoud? Een wit paard komt als gevlogen. |
4. Vierde zes Eenvoudig verfraaien. Als zuiver wit, zoals een gevleugeld wit paard in achtervolging. |
| Geen rover is hij, hij wil een aanzoek doen op de juiste tijd. | Geen rover, een vrijer. |
| b. De zes op de vierde plaats is, overeenkomstig haar plaats, in twijfel. | Vierde zes geeft grond tot twijfel. |
| Geen rover is hij, hij wil een aanzoek doen op de juiste tijd. | Geen rover, een vrijer. |
| Ten slotte blijft men vrij van blaam. | Uiteindelijk zonder blaam. |
|
Zes op de vijfde plaats: a. Bekoorlijkheid op heuvels en tuinen. Het zijden bundeltje is armelijk en klein. |
5. Vijfde zes Heuvels en tuinen verfraaien. Een rol zijde presenteren, weinig, weinig. |
| Beschaming, doch ten slotte heil. | Vernedering eindigt in voorspoed. |
| b. Het heil van de zes op de vijfde plaats biedt vreugde. | Voorspoed van de vijfde zes. Er is vreugde. |
|
Bovenste negen: a. Eenvoudige bekoorlijkheid. Geen blaam. |
Bovenste negen Verfraaien met zuiver wit. Zonder blaam. |
| b. Eenvoudige bekoorlijkheid. Geen blaam. De bovenste krijgt wat hij wil. | Verfraaien met zuiver wit. Zonder blaam. Hij vervult zijn wens. |
terug naar de hexagrammen
^