Het ‘Woord’ is mens geworden.

Uit het 1e hoofdstuk van het Evangelie van Johannes hfdstk 1:1-33
Johannes is een mystiek evangelie, met hermetisch/gnostische woorden als ‘logos’, ‘licht’ en ‘pleroma’.

1. Johannes (NBV22, Ned. Bijbel Vert. 2022)
1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dat was in het begin bij God. 3 Alles is door het Woord ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat.

4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5 Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet begrepen.

6 Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. 7 Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 8 Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9 het ware licht, dat iedere mens verlicht en naar de wereld kwam.

10 Het Woord was in de wereld, de wereld is door Hem ontstaan en toch kende de wereld Hem niet.
11 Hij kwam naar wat van Hem was, maar wie van Hem waren, hebben Hem niet ontvangen.
12 Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13 Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man [en een vrouw, dus uit twee-geboren], maar uit de Ene God [uit één-geboren, uit de geest].

14 Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond, vol van genade en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.

15 Van Hem getuigde Johannes toen hij uitriep: “Hij is het over wie ik zei: ‘Die na mij komt is meer dan ik, want Hij was er vóór mij!’” 16 Uit zijn overvloed [pleroma, volheid] hebben wij allen opnieuw genade (welwillendheid) ontvangen: 17 de wet (eigenlijk, de ‘woorden’, ‘richtlijnen’) is door Mozes gegeven, genade en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen.
18 Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, [die in de schoot van de Vader rust] die heeft Hem doen kennen.

Getuigenissen
Dit is het getuigenis van Johannes. De Joden hadden vanuit Jeruzalem priesters en Levieten naar hem toe gestuurd om hem te vragen: “Wie bent u?” 20 Hij gaf zonder aarzelen antwoord en verklaarde ronduit: “Ik ben niet de messias.” Toen vroegen ze hem: “Wie dan? Bent u Elia?” Hij zei: “Die ben ik ook niet.” “Bent u de profeet?” “Nee,” antwoordde hij. 22 “Maar wie bent u dan?” vroegen ze hem. “Wij moeten antwoord kunnen geven aan degenen die ons gestuurd hebben - wie zegt u zelf dat u bent?”
23 Hij zei: “Ik ben de stem die roept in de woestijn: ‘Maak recht de weg van de Heer,’ zoals de profeet Jesaja gezegd heeft.” 24 De afgevaardigden die uit de kring van de farizeeën kwamen, 25 vroegen verder: “Waarom doopt u dan, als u niet de messias bent, en ook niet Elia of de profeet?” 26 “Ik doop met water,” antwoordde Johannes. “Maar in uw midden is iemand die u niet kent, 27 Hij die na mij komt - ik ben het niet eens waard om de riemen van zijn sandalen los te maken.”
28 Dit gebeurde in Betanië, aan de overkant van de Jordaan, waar Johannes doopte.

De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen, en hij zei: “Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.
30 Hij is het over wie ik zei: ‘Na mij komt iemand die meer is dan ik, want Hij was er vóór mij.’ 31 Ook ik wist niet wie Hij was, maar ik kwam met water dopen opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden.” 32 En Johannes getuigde: “Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten.
33 Nog wist ik niet wie Hij was, maar Hij die mij heeft gezonden om met water te dopen, zei tegen mij: ‘Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene, die doopt met de heilige Geest.’ 34 En dat heb ik gezien, en ik getuig dat Hij de Zoon van God is.”


2. Het ‘Woord’ dat in de tekst wordt gebruikt, is een vertaling van het Griekse ‘logos’, dat echter niet alleen: woord, maar o.a. ook: taal, denken, verstand en spreken betekent. Met het Griekse ‘logos’ komt het Hebreeuwse ‘dabar’ ongeveer overeen, maar dat is uitgebreider: woord, zaak én daad.
Het Hebreeuwse ‘dabar’ betekent naast ‘woord’ ook nog eens ‘ding’, ‘zaak’ of ‘daad’. Het Hebreeuwse ‘woord’ is daardoor een ‘dadenverrichtend’, scheppend woord, een woord dat kan worden aanschouwd als het na te zijn uitgesproken ook in vervulling gaat, als er een God is of als er mensen zijn, die een besluit nemen en dat dan ten uitvoer brengen.

De vertaling van ‘logos’ met alleen ‘woord’, is een ernstig betekenis verminderende vertaling; het is een ontoelaatbare verarming van de rijke, oorspronkelijke, Griekse betekenis.

De omschrijving van de betekenis van ‘woord’ met: woord, taal, denken, verstand, spreken en doen, heeft zo de betekenis van ‘geestelijke werkzaamheid’.
Het is Gods geestelijke werkzaamheid, die door te denken, te spreken en te doen, scheppende gevolgen heeft. Dat doet de goddelijke algeest - vanuit de ongevormde oertoestand - in de door verdichting gevormde toestand in een menselijke vorm. Deze vorm, Gods heilige geest, is als de mens Jezus bij ons op aarde geweest.
Als die werkzame geest zich tot de Vader richtte, dan richtte die zich tot God in de altijd ongevormde oertoestand, tot de algeest die in een geestestoestand van rust is, waaruit de werkzame, gevormde toestand - Gods heilige geest - door verdichting als de geestgedaante, de gevormde toestand, voortkomt.

Het woord ‘gedaante’ hangt samen met het voltooid deelwoord van ‘doen’, dat is: gedaan. Het achtervoegsel ‘te’ maakt van ‘gedaan’ een zelfstandig naamwoord, ‘gedaante’; en het is deze goddelijke geestgedaante, door verdichting uit God, de goddelijke algeest voortgekomen, die Gods uitvoerende, ‘geestelijke werkzaamheid’ is in een menselijke vorm.

3. De tekstverklaring van het bijzondere vers Johannes 1:18

Op de website van het Nederlands-Vlaams Bijbel Genootschap kunnen meerdere bijbelvertalingen naast elkaar worden geopend. Het blijkt dan hoezeer de bijbellezer voor wat hij of zij leest, afhankelijk is van de keuze van de vertalers (zie de lijst hieronder). Dat verschil wordt bovendien veroorzaakt, doordat er niet één Griekse oertekst is, maar meerdere, bijvoorbeeld uit Egypte of uit Griekenland, zodat ook daaruit eerst een woordkeuze moet worden gemaakt.
Hieronder volgt een kleine verzameling Nederlandse vertalingen van Johannes 1:18 (er zou ook nog naar vertalingen uit de andere moderne talen kunnen worden gekeken). Het blijkt dat er bij het vertalen door de vertalers verschillende keuzes zijn gemaakt. Daaruit blijkt ook dat het onmogelijk is de tekst van de Bijbel letterlijk te nemen. Ook hadden woorden uit de Griekse oertekst in die tijd zelf al meerdere betekenissen en onbekend is, welke betekenis de toenmalige schrijver in gedachten had.

Een Griekse tekst van Johannes 1:18
Θεὸν οὐδεὶς ἑώρακε πώποτε· ὁ μονογενὴς [monogenès] Υἱός [Zoon], ὁ ὢν εἰς τὸν κόλπον [kolpon] τοῦ Πατρός, ἐκεῖνος ἐξηγήσατο.

Staten Vertaling 1637
Niemant en heeft oyt Godt gesien: de eenichgeboren Sone, die in den schoot des Vaders is [Jezus], die heeft [hem ons] verklaert.

Herziene Staten Vertaling
Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.

Naardense Bijbelvertaling
God: niemand heeft hem ooit gezien; de eniggeboren God, die is in de schoot des Vaders, hij [Jezus] heeft (hem) uitgelegd.

Ned. Bijbel Genootschap 1951
Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen.

Ned. Bijbel Genootschap 2021
Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen.

Willibrord Vertaling 2021
Niemand heeft God ooit gezien, maar de eniggeboren God, die rust aan het hart van de Vader, Hij heeft Hem doen kennen.

Studiebijbel
Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.

4. Het Grieks/Nederlands Woordenboek Koenen geeft als vertaling van:
- monogenès: eniggeboren, een samengesteld woord dat alleen in het Nieuwe Testament voorkomt; maar het voorvoegsel ‘mono’ is ook te vertalen als: uit één geboren, m.a.w. uit God geboren.
- uios: de zoon
- kolpon: de welving, boezem, borst, moederschoot; ook: plooi, baai, dal, diepte

Door de keuze voor de woorden ‘monogenès’ en ‘kolpon’ wordt hier onmiskenbaar de vróuwelijke zijde van God aangegeven. Dit is geheel in overeenstemming met het hermetisme en de gnosis, waar God androgyn is, een hermafrodiet, met een mannelijke en een vrouwelijke zijde. Dit is ook in overeenstemming met de betekenis van God als de Hebreeuwse naam èlohim, die er immers toe overgingen de mens naar hun beeld en gelijkenis als man en vrouw te scheppen.
Zoals beschreven in onderwerp 1, kan ‘èlohim’ worden gelezen als een samenvoeging van de woorden ‘èloh’: godin en ‘èlim’: goden, tot: God als vrouw en man.
In de joodse traditie was ‘ha adam’: de mens, dan ook tweezijdig en had een mannelijk en een vrouwelijk hoofd. Het was de voorstelling van een verenigde tweelinggeest. Dat tweetal werd later door God in slaap gebracht en van elkaar gescheiden, om beiden de gelegenheid te geven zich op aarde te ontwikkelen tot persoonlijke zelfstandigheid en hereniging met God.
Het Hebreeuwse woord voor ‘zijde’, ‘tsela’ kan ook met ‘rib’ worden vertaald. Dat leidt echter tot een vreemde vertaling, die zeer nadelig is geweest voor de waardering van het vrouwelijke geslacht.

De hermetici zeiden weliswaar ook ‘vader’ als ze God bedoelden, maar wísten dat dat woord in hun spraakgebruik zowel een vader als een moeder inhield. Dit is in overeenstemming met bijvoorbeeld het huidige Spaans, waarin ‘el padre’, de vader en ‘la madre’, de moeder samen als de ouders worden aangeduid met ‘los padres’, de ‘vaders’.

Het Griekse woord 'pleroma' betekent: de volle maat, het volle getal, voltooiing (van Christus), vervulling (van Christus), volkomenheid, volmaaktheid, het alomvattend zijn, vervolmaking.

5. Samengestelde woorden in het Hebreeuws
In het Hebreeuws kunnen eenvoudig samengestelde woorden worden gevormd.

Het woord ‘èlohim’ is zoals boven beschreven zo’n samengesteld woord.

De joodse bijbel (bij de christenen het OT) heet de ‘tenach’, een woord dat is samengesteld uit de woorden: t van thora (wet); n van neviim (profeten) en ch van ketoevim (geschriften).

Het Hebreeuwse woord voor zoon is ‘ben’, dat niet alleen ‘zoon’ maar ook: ‘hij die iemand toebehoort’ betekent. Van een leerling bijvoorbeeld werd gezegd, dat hij ‘de zoon van de meester’ was. In die betekenis heeft Jezus als joodse leermeester het ook gebruikt. De uitspraak “Ik ben de zoon van God” betekent ook: “Ik behoor God toe.” Maar dat geldt voor iedereen, die door verdichting uit God is geboren en zich daarvan bewust is geworden.

6. De Wijsheid van Jezus ben Sirach
In de 3e eeuw voor Jezus' geboorte wordt de komst van God tot de mensen voorgesteld als de Wijsheid, die op een persoonlijke manier alles komt leiden ten dienste van de mensheid. Dit staat beschreven in het boek Ecclesiasticus, anders genaamd: Jezus ben Sirach of de Wijsheid van Jezus, de zoon van Sirach.
Hierin beschrijft deze wijsgeer dat de geest die van God uitgaat Gods heilige geest is als Gods Wijsheid.

Wijsheid van Jezus ben Sirach 1:1-7
Heb de gerechtigheid lief, heersers van de aarde. Koester zuivere gedachten over God en zoek Hem [hereniging] met een zuiver geweten [zelfverwerkelijking]. Wie Hem niet tart zal Hem vinden en wie Hem niet wantrouwt zal Hem zien. Misvattingen houden een mens bij God vandaan. Dwazen kunnen zijn macht alleen tot hun eigen schande op de proef stellen.
De wijsheid zoekt geen onderkomen in een geest die sluw is, ze woont niet in een lichaam dat door zonde wordt beheerst. Als Gods heilige geest onderwijst ze mensen. Bedrog ontvlucht ze, onverstandig denken gaat ze uit de weg, waar onrecht opdoemt trekt ze zich terug.
De wijsheid is een geest die mensen liefheeft. Maar godslasteraars houdt ze verantwoordelijk voor hun woorden. God weet wat er in hun binnenste leeft, Hij ziet feilloos wat ze in gedachten hebben en hoort wat er uit hun mond komt.
De geest van God vervult immers de hele wereld; Hij die alles omvat, weet wat er wordt gezegd.

Wijsheid van Jezus ben Sirach 2:6
Bewandel rechte wegen [zelfverwerkelijking] en vestig je hoop op God [hereniging].

Wijsheid van Jezus ben Sirach 2:23
God heeft de mens geschapen voor de eeuwigheid,
als afspiegeling van zijn eigen wezen
.

Wijsheid van Jezus ben Sirach 9:13-18
Welke mens kent Gods bedoeling? Wie kan doorgronden wat God wil? Armzalig is het denken van sterfelijke mensen, wisselvallig zijn onze overwegingen.
Ons vergankelijke lichaam drukt zwaar op de ziel, de aardse tent is een last voor de ruim denkende geest. En als we al nauwelijks kunnen bevatten wat er op aarde omgaat en zelfs moeite hebben om te ontdekken wat onder handbereik is, wie kan dan doorgronden wat er in de hemel is?
Wie kan uw bedoelingen kennen als u niet zelf wijsheid geeft en uw heilige Geest naar beneden zendt?
Zo is het gegaan: de mensen op aarde werden op het rechte spoor geleid en ontvingen onderricht over wat U, God, goed vindt. De wijsheid heeft hen gered.


terug naar het literatuuroverzicht






^