Zuidenwind oorzaak opwarming hier


Student Jippe Hoogeveen berekent: "Het is warmer door wind uit Zuiden, niet door CO2."

Vader Han en zoon Jippe Hoogeveen (beide wiskundigen) hebben een bijzonder onderzoek gedaan naar veranderende windrichtingen in Nederland en het effect op de temperatuur hier.

De Telegraaf, 27-08-2022
Door Edwin Timmer

Utrecht- Student wiskunde en informatica Jippe Hoogeveen verrichtte monnikenwerk door alle dagelijkse weerkaarten vanaf 1836 na te pluizen. De uitkomst is opmerkelijk: een toename van zuidwestelijke wind verklaart volgens hem grotendeels de stijging van de gemiddelde temperatuur in Nederland.

Het is weinig studenten gegeven: al tijdens je studie een artikel publiceren in een vooraanstaand wetenschappelijk tijdschrift. Toch is dat wat Jippe Hoogeveen, met een beetje hulp van zijn vader, afgelopen juni is gelukt. 'Winds are changing: An explanation for the warming of The Netherlands' verscheen in het International Journal of Climatology. Volgens vader Han viel het acceptatieproces, met strenge controle door collega-wetenschappers, achteraf best mee.

"Ik had verwacht dat het moeilijker zou zijn," zegt Hoogeveen senior, zelf werkzaam aan de Universiteit Utrecht. "Want onze conclusies bieden toch wel een afwijkend geluid." Wat heet. Officieel is onze opwarming vrijwel volledig te wijten aan de menselijke uitstoot van CO2. KNMI-coryfee Geert Jan van Oldenborgh oordeelde in 2003 al dat de 1 graad opwarming over de 20-eeuw voor 80% te verklaren zou zijn uit broeikasgassen.

Bijzonder gezin
Jippe wilde dat ook wel eens uitzoeken. De whizzkid uit Odijk komt uit een bijzonder gezin. Zowel vader Han als moeder Marjan zijn wiskundigen en werken, op fietsafstand, op de universiteit. In de woonkamer prijkt een rij bekers die Jippe heeft gewonnen op de Wiskunde Olympiade. En zelfs een gouden medaille van de Internationale Wiskunde Olympiade.
"Op de website klimaatgek.nl van Rob de Vos was ik al verhalen tegengekomen over de invloed van de veranderende windrichting op onze temperatuur," zegt Jippe. Toen augustus 2020 een nieuwe hittegolf bracht, begon de bolleboos zijn eigen speurtocht. Uiteindelijk stuitte hij op een digitaal archief met dagelijkse weerkaarten van de Duitse Wetterzentrale. Die gaan terug tot 1836. Het stelde Jippe in staat een stap verder te gaan dan De Vos en het KNMI.

Teveel ruis
"Zij bestudeerden alleen de veranderende windrichting aan de grond bij het weerstation De Bilt. Maar dat zegt niet genoeg en geeft teveel ruis. Het zegt namelijk niets over het echte brongebied van de windstroming. De luchtstroming kan best vanuit het zuiden komen en dan vlak boven Nederland toch nog een draai maken, waardoor het lokaal oostenwind lijkt te zijn."

Aan tafel toont Jippe op zijn laptop twee voorbeelden. Op een oude weerkaart komt de luchtstroming vanuit Spitsbergen - vanuit het Noorden - maar boven Nederland neemt de wind een draai en komt bij De Bilt aan als westenwind. Idem met een kaartje uit de winter van 2021. Het lijkt oostenwind in De Bilt, wat dus voor flinke kou had kunnen zorgen. Maar de daadwerkelijke luchtstroming arriveerde vanuit het zuiden. Ergo: geen koude winterdag.
Zes maanden lang bladerde Jippe door de oude weerkaarten en noteerde voor elke dag het brongebied. Hij rangschikte ze en stopte ze in een eigen computerprogramma. Uitkomst: de windrichting is inderdaad veranderd: onze lucht komt veel vaker uit warme windrichtingen, zoals het zuidwesten en minder uit het noorden. "Met regressieanalyse, dat is een statistische techniek, berekende ik de samenhang tussen die veranderde windrichting en de stijgende temperaturen hier."

Zeestroming
Het verband blijkt sterk. En dat werd nog groter toen Jippe in zijn analyse de periodieke verandering van de zeestroming van de Atlantische Oceaan (de Atlantische Multidecadale Oscillatie - AMO) en de wisseling van zonne-intensiteit meenam. "Luchtcirculatie verklaart het grootste deel van onze opwarming, met een kleine rol voor de AMO en de zon," concludeert Jippe.
Hoogeveen senior: "We hebben ook naar CO2 gekeken, maar die lijkt geen rol te spelen bij de verklaring van de opwarming." Wie hieraan twijfelt, kan het onderzoek zelf opnieuw doen. "Het mooie aan ons model is, dat het zo transparant is. Alle data is gewoon bekend. Regressie is een standaardtechniek. Ons experiment kan iedereen gewoon herhalen. Op de universiteit bevestigde een professor statistiek dat we alles goed hebben gedaan."

Broeikasgassen
Critici opperen dat het CO2-signaal en dus de invloed van menselijke uitstoot van broeikasgassen, verstopt zit in de warmere lucht uit het zuiden. Hoogeveen senior: "Nee. Ook voor de opwarming van de brongebieden hebben we gecorrigeerd. Het kan best zijn dat CO2 invloed heeft, maar wij zien het niet. In 1988 zit er ineens een sprong in de gemiddelde temperatuur; die kunnen we goed verklaren met de windrichtingen, maar we weten niet waarom die wind is veranderd.
We begrijpen nog zoveel niet van het klimaat. Een tunnelvisie gaat daarbij niet helpen."

In een reactie laat het KNMI weten dat het de dataset van Jippe over waar de wind vandaan komt 'zeer waardevol' vindt. Klimaatonderzoeker Peter Siegmund antwoordt dat ook het instituut geen verklaring heeft voor 'de sprong' in 1988. "We zien dit als een natuurlijke variatie." Vader en zoon zijn in elk geval van harte welkom bij het KNMI voor een gesprek. Han en Jippe staan daar open voor, maar hebben nog geen uitnodiging ontvangen. Han: "Het is voor ons op fietsafstand."

Hieronder een uittreksel uit hun artikel in:

International Journal of Climatology Research article Open Access
Winds are changing: An explanation for the warming of the Netherlands
Jippe Hoogeveen, Han Hoogeveen
First published: 17 June 2022

Uittreksel
West-Europa warmt snel op, veel sneller dan het wereldgemiddelde. Om dit fenomeen voor Nederland te verklaren, kijken we naar de regio waar de luchtstroom vandaan komt in plaats van naar de wind op de grond. Daarbij bekijken we 24 zogenaamde weerpatronen, die de oorsprong van de luchtstroom beschrijven (noord, noordoost, etc.) en of de luchtstroom recht op ons af komt, of met isobarenbuiging (cyclonaal of anticyclonaal).
Voor elke dag vanaf 1 januari 1836 hebben we het bijbehorende weerpatroon bepaald op basis van de weerkaarten uit de archieven van Reanalysis op wettercentrale.de. Met behulp van een statistische test kunnen we zien dat er een verschuiving is opgetreden in de weerpatronen, wat heeft geresulteerd in een aanzienlijke toename van de luchtstroom uit warmere richtingen.
Verder hebben we lineaire regressie toegepast om de daggemiddelde temperaturen te verklaren op basis van de weerpatronen voor de periode 1961–2020. Op deze manier vinden we voor het dagmodel een R2-waarde van 0,60 en voor het jaarmodel vinden we op basis van de geaggregeerde gemiddelde dagwaarden een R2 van 0,81, die wordt verhoogd tot 0,85 wanneer we de invloed van de Atlantische Multidecadal Oscillation (AMO) meenemen en met de Total Solar Irradiance (TSI) rekening houden.
Deze waarden suggereren sterk dat de opwarming in Nederland wordt veroorzaakt door een verschuiving van de oorsprong van de luchtstroom naar warmere richtingen.


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^