perfectionisme


Het woord 'perfectionisme' komt van het Latijnse 'perfectio': volmaakt, foutloos, dat samenhangt met 'per-facere': 'door en door maken' of: door en door goed maken.

Het streven om een werk dat je onder handen hebt, meteen goed te doen, is op zich juist. Als je toch iets gaat ondernemen, tracht het dan maar meteen zo goed mogelijk te doen; dat geeft naderhand de meeste voldoening. Daarnaast is het jammer van de inspanning die je je hebt getroost en de tijd die je eraan hebt besteed, als je je werk maar half doet en het slordig afmaakt.

Ieder werk dat je onderneemt heeft een diepzinnige betekenis, want je kunt dat werk alleen maar doen door je geestelijke vermogens te gebruiken. Daardoor leer je ze iedere keer bewuster en met meer beheersing te gebruiken. Dat is in feite: persoonlijkheidsgroei, geestelijke ontwikkeling!
Als je bij alles wat je doet je werk eerst grondig waarneemt om te weten wat en hoe je het moet doen, en tijdens het werk goed overdenkt en doorvoelt wat je aan het doen bent, en vervolgens vastberaden doorgaat (willen) om je werk goed af te maken - dan bereik je dat je je vermogens steeds bewuster en beheerster leert gebruiken; en aangezien die ontwikkelde vermogens het enige is, wat je aan het einde van dit bestaan mee kunt nemen naar huis, in de geestelijke wereld, verwerf je daardoor een rijkdom voor de eeuwigheid.


Het kan echter ook voorkomen dat je je werk te goed wilt doen. Het kan zijn dat je bovenmatig je best doet, gedreven door faalangst: je bent bang fouten te maken. Je kunt daardoor zo kritisch worden naar jezelf toe, dat je nooit tevreden kunt zijn met je werk. Je werk is dan nooit goed genoeg en je meent altijd dat het beter moet.
Ook kan de angst voor het oordeel van de omgeving een rol spelen (je wilt het op school bijvoorbeeld goed doen om je leraar niet teleur te stellen).
Deze karaktertrek wordt 'perfectionisme' genoemd: een onmatig streven naar het beste, zonder voldaan te kunnen zijn over het bereikte resultaat.

Daardoor kan het niet tot ontspanning komen; je blijft jezelf maar onder druk zetten om het nog beter te doen, ontevreden als bent over jezelf, gedreven door je angst iets niet goed te doen en fouten te maken. Door de overdreven verwachtingen die je van jezelf hebt en die je daardoor niet waar kunt maken, wordt je je eigen slavendrijver.
Het wordt daardoor moeilijk jezelf te ontspannen en doordat je zo in een toestand van blijvende gespannenheid komt te verkeren, loop je de kans overspannen te raken, overwerkt, overbelast.
Ook kan die faalangst je verlammen: je bent bang aan iets te beginnen doordat je bang bent het niet goed af te kunnen maken.


Besef echter dat deze aarde een leerschool is en dat je alleen daarom op een school zit, omdat je nog wat moet leren. Als je volleerd en daardoor volmaakt zou zijn, zou het ook niet meer nodig zijn deze leerschool te doorlopen. Het is beter te aanvaarden dat je blijkbaar een leerling bent, wat inhoudt dat je nog onvolmaakt bent. Dat betekent dat niemand het je kwalijk zal nemen als je eens een fout maakt of als een werk eens niet goed verloopt. De meeste mensen hebben dat besef ook van zichzelf, men weet door eigen ervaring dat fouten maken bij dit aardse bestaan hoort.
Denk ook aan het woord van Jezus: "Niemand is goed dan God alleen!" (Marcus 10:18)

Daar komt nog bij dat je van fouten het meeste leert. Door een fout te maken, raak je innerlijk uit je evenwicht, waardoor je makkelijker in een aangedane gemoedstoestand komt te verkeren en gebeurtenissen je wat aan kunnen doen. Daardoor kunnen beschamende gebeurtenissen een diepere indruk op je maken. Als je eens iets fout hebt gedaan, vergeet je het nooit meer.

Als je perfectionistisch bent ingesteld, tracht dan te aanvaarden dat je iets onmogelijks nastreeft en dat het bestaan op aarde nu eenmaal door een zodanige vrijheidsgraad wordt gekenmerkt, dat fouten hier heel makkelijk worden gemaakt. Gebeurtenissen kunnen meestal maar op één manier goed gaan, maar op heel veel manieren verkeerd.
Streef het ook na om alles wat er gebeurt te zien in het licht van de eeuwigheid ... dat maakt alle gebeurtenissen - zij die al fout gingen, maar ook zij die nog fout zouden kunnen gaan - betrekkelijk.


terug naar de vragenlijst






^