psychische en emotionele klachten


Wat is de betekenis van de leenwoorden 'psychisch' en 'emotioneel' in de uitdrukking 'psychische en emotionele klachten'?


Amor ontvoert Psyche
William-Adolphe Bouguereau
bron: Wikipedia
Dat de begripsverwarring tussen 'geest' en 'ziel' ook al in het Grieks bestond, wordt duidelijk als de betekenis van deze woorden wordt opgezocht in het Griekse woordenboek.
Het Griekse woord 'psyche' betekent: ziel, geest, leven, bewustzijn, verstand, gemoed, stemming, moed, wilskracht, begeerte, neiging, schim, luchtstroom en wind ('psychros' betekent: koele wind); terwijl het bijvoeglijke naamwoord 'psychikos' (dus 'psychisch') betekent: van de ziel, natuurlijk, ongeestelijk.
Het Griekse woord voor 'geest' is 'pneuma', dat als betekenissen heeft: geest, ziel, leven, onstoffelijk wezen, bewustzijn, verstand, trots, toorn, gezindheid, lucht en wind; terwijl het bijvoeglijke naamwoord 'geestelijk' is 'pneumatikos' en dat betekent alleen: geestelijk.

Betekenisverwarring alom dus en alleen aan de bijvoeglijke naamwoorden is duidelijk te zien dat het woord 'psyche' ziel betekent en het woord 'pneuma' geest.
Daarnaast komt het woord 'emotie' van het Latijnse 'emotio', dat samenhangt met het werkwoord 'e-movere', dat betekent: eruit bewegen. Maar in die betekenis komt het 'gevoel' niet voor; voor het woord 'gevoel' wordt een leenwoord gebruikt, waarin het begrip 'gevoel' niet voorkomt(!).

Als de betekenissen van 'pneuma' en 'psyche' met elkaar worden vergeleken, zou ervoor kunnen worden gekozen om aan 'psyche' meer een gevoelsmatige betekenis toe te kennen en aan 'pneuma' meer een verstandelijke (Psyche was een Griekse godin). Dat is wat her en der ook in de literatuur ook is te lezen: men verbindt dan het denken met de geest en het voelen met de ziel.

De werkelijkheid over de vermogens 'denken' en 'voelen' die in de geestelijke wereld ervaarbaar is, is echter het volgende. De menselijke geest doet zich aan het geopende geestesoog voor als een bolvormige wolk van geestelijk licht en geestelijke warmte. Dat licht en die warmte kunnen zich binnen de geest in twee, tegenovergestelde toestanden bevinden, namelijk in een doordringbare en vormbare toestand, waarin dat licht en die warmte van buitenaf vormbaar is; en in een zelfvormende, doordringende toestand, waarin dat licht die warmte vanuit zichzelf vormend, scheppend werkzaam kunnen zijn.
Met die vormbare en zelfvormde eigenschappen van dat licht en die warmte hangen de geestelijke vermogens samen: als de geest waarneemt, dan stelt die het innerlijke licht vormbaar open voor inwerking van buitenaf, waardoor de buitenwereld zich als lichtbeelden in de geest kan afdrukken en de geest zich ervan bewust wordt; als de geest denkt dan is die in staat in zichzelf, zelfscheppend lichtbeelden te vormen, wat denkbeelden zijn; als de geest voelt dan stelt de geest de geestelijke warmte ook vormbaar open voor wat in de buitenwereld is waargenomen, waardoor de warmtetoestand, wat de gemoedsgesteldheid is, met de gebeurtenissen in de buitenwereld overeenkomt en de geest kan meevoelen met medemensen en met hen kan meeleven; als de geest wil dan is die zelfscheppend is staat de warmtetoestand, wat dan de krachtstoestand is, zo om te vormen, dat de geest in staat is de door het denken gevormde gedachten en de door het voelen gevormde gevoelens naar buiten toe uit te drukken in uitspraken en gedrag.
Deze vier gééstelijke vermogens: het waarnemen, denken, voelen en willen, zijn volstrekt gelijkwaardig en moeten binnen de geest evenwichtig met elkaar samenwerken wil er van een innerlijk evenwicht in de persoon sprake zijn.
Als deze vermogens binnen de geest werkzaam worden, stralen zij om de geest een lichtruimte uit waarin de geest zijn eigen geestelijke voortbrengselen (kennis, gedachten, gevoelens en wilsbesluiten) kan bewaren (het geestelijke geheugen). In déze ruimte 'woont' de geest als de kern en de bron ervan, en 'woning' is de oorspronkelijke betekenis van het woord 'ziel'.

Als vanuit deze kennis wordt gekeken naar de uitdrukking 'psychische en emotionele klachten' dan wordt duidelijk dat hier in feite wordt bedoeld: 'gevoelsmatige klachten'. De uitdrukking 'psychisch en emotioneel' is dubbel en wijst alleen maar op het gebrek aan inzicht in de werkelijke verhoudingen van geestelijke eigenschappen. In dit geval: het voelen als geestelijk vermogen en de ziel als geestelijke uitstraling, die ontstaat door de werkzaamheid van de geestelijke vermogens, waaronder het voelen.

Door het gebrek aan inzicht wordt gekozen voor leenwoorden, waarvan de betekenis vaag is, maar die wel een wetenschappelijke indruk wekken, waardoor het eigen gebrek aan inzicht wordt verdoezeld (vervolgens legt niemand uit wat er met deze woorden wordt bedoeld en niemand durft ernaar te vragen, bang dom te worden gevonden; niemand neemt het besluit het eens in het vreemde woordenboek op te zoeken om de ongerijmdheden te ontdekken).
Het kan bij de uitdrukking 'psychische en emotionele klachten' echter alleen om 'gevoelsmatige klachten' gaan, want alles speelt zich af binnen de bolvormige wolk van licht en warmte die de geest is en een gemoedsgesteldheid die met klachten gepaard gaat, is een bepaalde geestestoestand van het gevoel, een geestestoestand waarin het gevoelsleven zich bevindt.


Het voelen is niet alleen het vermogen om met je medemensen te kunnen meeleven, maar je bevindt je als de menselijke geest altijd in een toestand waarin je een gevoel over jezelf ervaart.
Als mens bevindt je je in feite altijd in een toestand die je de grondtoestand van het gevoel zou kunnen noemen, een gemoedstoestand die het gevolg is van alles wat je in dit bestaan hebt meegemaakt. Al die ervaringen, in het bijzonder de gevoelservaringen, bevinden zich in je eigen uitstraling (de ziel). Aangezien zij ook zelf een bepaalde gevoelslading bezitten doordat jij die ervaringen hebt meegemaakt, hebben zij ook een bepaalde uitstraling. In die uitstraling bevindt jij als geest je, waardoor de sfeer van de binnenwereld waarin jij verblijft, het gevolg is van alles wat je ooit hebt meegemaakt (ook ervaringen uit vorige levens kunnen daartoe behoren als die onverwerkt zijn). Die sfeer in je binnenwereld heeft een wisselwerking met jouw gemoedsgesteldheid, waardoor die er mede door wordt gevormd. Je gemoedsgesteldheid wordt gevormd door alles wat je ooit hebt meegemaakt.

Als je erin slaagt onverwerkte gevoelservaringen alsnog te verwerken, dan ‘houd je opruiming in je binnenwereld’, waardoor die sfeer verbetert. Datzelfde gebeurt als je kennis tot je neemt die je nieuwe inzichten geeft en daardoor je geestkracht versterkt, waardoor je meer vertrouwen krijgt in jezelf. Daardoor komen onverwerkte ervaringen van vroeger in je binnenwereld in een ander licht te staan, waardoor zij beheersbaar worden en hun invloed kan afnemen.


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^