gedachteloosheid
Wat gebeurt er in je hersenen als je nergens aan denkt - de geestestoestand van gedachteloosheid?
Scientias, 25-04-2025, door Marco Hiddingh
Gedachteloosheid of 'mind blanking' is een mysterieus concept in de wetenschap, waar wetenschappers nu eindelijk meer grip op krijgen. Een aantal neurowetenschappers zetten op een rijtje wat er in je hersenen gebeurt, als dit verschijnsel plaatsvindt.
Stel je voor: je zit op kantoor, in een parkje of in je tuin. Je staart recht voor je uit en je denkt absoluut nergens aan. Dit fenomeen heet gedachteloosheid of 'mind blanking', en het zet wetenschappers al jaren aan het denken. Ze vragen zich af: wat gebeurt er in je hersenen als dit plaatsvindt?
In een opinieartikel dat 24 april gepubliceerd werd in het Cell Press tijdschrift Trends in Cognitive Sciences, vat een team van neurowetenschappers en filosofen samen wat we weten over dit verschijnsel, inclusief inzichten uit hun eigen werk met het observeren van menselijke hersenactiviteit.
Onderzoek In hun onderzoek kwam naar voren dat mensen 5 tot 20 procent van de tijd gedachteloosheid of 'mind blanks' ervaren. Dingen die worden toegeschreven aan dit verschijnsel zijn onder andere: aandachtsverlies, geheugenproblemen en het stoppen van de innerlijke spraak. Vaak ervaart men dit na lange, niet-aflatende aandachtstaken zoals examens en na slaaptekort of intensieve lichamelijke inspanning, maar mind blanks zijn óók een normaal verschijnsel tijdens de waaktoestand. Bij mensen met ADHD komt dit fenomeen vaker voor.
Wat gebeurt er tijdens gedachteloosheid? Het viel wetenschappers op dat bij proefpersonen de hartslag en pupilgrootte afnam in deze gedachteloze toestand. Daarnaast vertoonde het brein een lagere signaalcomplexiteit, iets wat normaal gesproken bij bewusteloze mensen wordt waargenomen. Ook viel het de onderzoekers op dat er tijdens de 'blank' verstoringen optreden in sensorische verwerking en ze zagen trage, slaapachtige EEG-golven (de golven die de activiteit van het brein weergeven). Delen van het brein lijken dus ogenschijnlijk in slaap te zijn, terwijl anderen nog wel actief zijn.
Opvallend genoeg kan ook een toename van activiteit in de achterste gebieden van de hersenschors leiden tot gedachteloosheid. Als je overmatig snel denkt, dan kan dat juist leiden tot tragere cognitieve functies. Als je heel snel en veel denkt met behulp van je achterste gebieden (visueel, geheugen), dan blokkeren andere hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor aandacht en taal bijvoorbeeld. Vergelijk het met een orkest: als de trompetten te veel geluid maken, hoor je de violen niet meer.
Niet hetzelfde als dagdromen In het verleden zijn studies naar gedachteloosheid gebaseerd op onderzoeken en experimenten die ontwikkeld zijn om dagdromen te bestuderen. Hoewel het vergelijkbaar is, stellen de neurowetenschappers dat gedachteloosheid toch echt iets anders is. Bij gedachteloosheid voelt men zich slaperiger, trager en maakt men meer fouten. Het moet volgens hen wel geïnspireerd worden door onderzoek naar dagdromen, maar tegelijkertijd als een op zichzelf staand fenomeen worden beschouwd.
Uiteenlopende ervaringen Al met al blijkt dat mensen gedachteloosheid op heel veel verschillende manieren ervaren. Duidelijk is wel dat bij alle soorten mind blanking je alertheid wordt verstoord, waardoor belangrijke functies zoals je geheugen, taal of concentratie even niet goed werken. Dit komt vaak ten gevolge van een overactief brein, of juist een onderactief brein door bijvoorbeeld vermoeidheid.
Bronmateriaal
"Where is my mind? A neurocognitive investigation of mind blanking" - Cell Press
De uitbreiding van dit onderwerp middels ChatGPT.
I. Wat gebeurt er in de hersenen tijdens gedachteloosheid?
Een neurofysiologische en filosofische verkenning van innerlijke stilte
Gedachteloosheid, ofwel de ervaring waarin de innerlijke stem zwijgt en mentale activiteit tot een minimum lijkt te dalen, roept zowel mystieke als wetenschappelijke vragen op. Wat gebeurt er in de hersenen wanneer we 'niets denken'? Is de geest werkelijk stil of is er een ander soort hersenactiviteit aan het werk, dat onze bewuste gedachten overstijgt?
In deze verhandeling bezien we de toestand van gedachteloosheid vanuit een neurofysiologisch, psychologisch en filosofisch gezichtspunt. We putten uit moderne hersenonderzoeken, meditatieve tradities en bewustzijnstheorieën, om een helder inzicht te verkrijgen in deze boeiende toestand van zijn.
1. Wat bedoelen we met 'gedachteloosheid'?
Gedachteloosheid is geen uniforme toestand, maar een complex verschijnsel dat op verschillende manieren kan worden beoordeeld:
- Fenomenologisch: de afwezigheid van verbale of visuele gedachten in het bewustzijn.
- Psychologisch: een toestand waarin de aandacht volledig gericht is op het hier en nu, zonder afleiding van innerlijke alleenspraken.
- Neurologisch: een specifieke vorm van hersenactiviteit, waarin bepaalde netwerken onderdrukt of gedeactiveerd zijn.
Gedachteloosheid komt vaak voor tijdens diepe meditatie, bij dagdromen, bij 'in de flow zijn', of tijdens momenten van verwondering of verstilling. Het is belangrijk te onderscheiden tussen passieve gedachteloosheid (bv. tijdens slaperigheid) en actieve, bewuste stilte (zoals tijdens mindfulness of zenmeditatie).
2. De rol van hersennetwerken: DMN, SN en CEN
De hersenen functioneren als een dynamisch netwerk van onderling verbonden systemen. Tijdens gedachteloosheid spelen met name drie netwerken een sleutelrol.
2.1 Default Mode Network (DMN)
Het Default Mode Network is actief wanneer de geest de aandacht 'naar binnen keert': bij zelfreflectie, autobiografisch geheugen, dagdromen en het vormen van gedachten. Tot dit netwerk behoren gebieden zoals:
- Mediale prefrontale cortex (mPFC)
- Posterior cingulate cortex (PCC)
- Angulaire gyrus
Tijdens diepgaande meditatie of momenten van innerlijke stilte, blijkt het DMN minder actief te zijn. Functionele MRI-onderzoeken tonen aan, dat beoefenaars van meditatie lagere DMN-activiteit vertonen, wat samenhangt met minder spontane gedachten.
2.2 Salience Network (SN)
Het Salience Network, waaronder de insula en anterieure cingulate cortex, detecteert belangrijke stimuli - zowel intern als extern - en helpt de aandacht te schakelen tussen netwerken. Tijdens meditatie of bewustzijnstoestanden waarbij men vrij is van gedachten, speelt dit netwerk een rol in het bewaken van de aandacht en het onderdrukken van opkomende gedachten.
2.3 Central Executive Network (CEN)
Het CEN, waaronder de dorsolaterale prefrontale cortex, is actief tijdens gerichte aandacht en cognitieve werkzaamheid. Tijdens 'actieve gedachteloosheid' zoals in mindfulness, is dit netwerk vaak juist meer actief, omdat het helpt de aandacht erbij te houden en afdwalen van gedachten te voorkomen.
3. Hersenfrequenties en gedachteloosheid
Hersengolven (elektrische activiteit) geven inzicht in de mentale staat van een individu. Tijdens verschillende bewustzijnstoestanden domineren verschillende golven:
- Bètagolven (13-30 Hz) - Ontstaan door cognitieve inspanningen, zoals denken.
- Alfagolven (8-12 Hz) - Komt voor bij ontspanning en afwezigheid van actieve gedachten.
- Thetagolven (4-7 Hz) - Verbonden met diepe meditatie, dromerigheid en scheppende werkzaamheid.
- Deltagolven (0,5-4 Hz) - Kenmerkend voor diepe slaap, maar ook bij zeer diepe meditatieve toestand.
Studies met EEG bij mediterenden tonen aan, dat bij diepe gedachteloosheid thetagolven en alfagolven de overhand hebben, wat wijst op een rustige, waakzame, maar niet-cognitieve staat van bewustzijn. Er is minder 'verbal thinking', minder interne dialoog (woorddenken), maar wel een hoog niveau van waarnemend bewustzijn.
4. Neurotransmitters en neuroplasticiteit
Tijdens gedachteloze of meditatieve staten worden er veranderingen waargenomen in bepaalde neurotransmitters:
- GABA (gamma-aminoboterzuur): verhoogde niveaus van GABA zijn waargenomen bij mensen die regelmatig mediteren. GABA is een remmende neurotransmitter en kan de overactiviteit van bepaalde hersengebieden temperen.
- Serotonine: verhoogde serotonine draagt bij aan gevoelens van welzijn en kalmte, vaak gerapporteerd tijdens meditatieve stilte.
- Dopamine: tijdens 'flow-staten' en meditaties waarin gedachteloosheid optreedt, wordt een lichte stijging van dopamine gerapporteerd, wat motivatie en beloning versterkt.
Langdurige beoefening van meditatie en daardoor regelmatig verkeren in gedachteloosheid, leidt bovendien tot neuroplasticiteit: blijvende veranderingen in de structuur van de hersenen, zoals toename van de prefrontale cortex en vergroting van de insula.
5. Is de geest ooit echt 'leeg'?
Een fundamentele vraag is of de geest ooit volledig stil is, of dat we slechts tijdelijk geen toegang hebben tot gedachten op bewust niveau. Vanuit een neurologisch perspectief zijn de hersenen nooit 'uit'. Zelfs in diepe slaap en coma is er enige activiteit meetbaar.
Wat we 'gedachteloosheid' noemen, is dus waarschijnlijk geen afwezigheid van hersenactiviteit, maar eerder:
- De afwezigheid van zelfgereflecteerde of bewust gevormde gedachten.
- Een toestand waarin de subjectieve ervaring van denken is verdwenen, ondanks dat er nog onbewuste processen plaatsvinden.
Filosofen zoals Heidegger, Nishida en later ook moderne fenomenologen stellen, dat 'nietsheid' geen absolute afwezigheid is, maar een andere modaliteit van aanwezigheid - een zijnstoestand waarin het zelf niet gefixeerd is in representaties of objectiveringen.
6. Gedachteloosheid in spirituele tradities
In vele religieuze en spirituele tradities wordt gedachteloosheid niet gezien als een tekort, maar als een hoogtepunt van innerlijk inzicht:
- Hindoeïsme (Advaita Vedanta): de ervaring van nirvikalpa samadhi is een toestand van zuiver bewustzijn zonder mentale inhoud.
- Boeddhisme (Zen, Vipassana): het loslaten van gedachten wordt gezien als een pad naar verlichting en inzicht in de ware aard van de geest.
- Christelijke mystiek: innerlijke stilte [kenosis] en contemplatie zijn manieren om God te ontmoeten voorbij het redenerende denken.
- Soefisme: het vergeten van het zelf (fanā) wordt beschouwd als eenwording met het goddelijke.
In al deze tradities is gedachteloosheid niet hetzelfde als leegte of nihilisme, maar een vorm van zuivere aanwezigheid of transcendent bewustzijn.
7. Gedachteloosheid en het zelf
De afwezigheid van gedachten roept vragen op over de aard van het zelf. Als het zelf bestaat uit herinneringen, verhalen, verwachtingen en innerlijke dialogen - wat blijft er dan over als die zwijgen?
Psychologische theorieën zoals die van Antonio Damasio benadrukken het belang van het 'narratieve zelf'. In gedachteloosheid lijkt dit narratieve zelf tijdelijk op te lossen, waardoor alleen het 'pure subject' of het 'ervarende zelf' overblijft. Sommige wetenschappers en mystici interpreteren dit als een vorm van 'non-duaal bewustzijn' - bewustzijn zonder subject-object dualiteit.
8. Gedachteloosheid als cognitieve reset
Vanuit een functioneel oogpunt kan gedachteloosheid ook worden opgevat als een noodzakelijk rustpunt voor het brein:
- Het voorkomt mentale overbelasting.
- Het bevordert creativiteit, door het tijdelijk stilleggen van bestaande denkpatronen.
- Het verhoogt emotionele regulatie, doordat het prefrontale systeem meer ruimte krijgt.
Net zoals slaap van belang is voor geheugenconsolidatie, kan gedachteloosheid noodzakelijk zijn voor cognitieve herstructurering en integratie.
9. Toekomstig onderzoek en bewustzijnsmodellen
De wetenschap staat nog aan het begin van het volledig begrijpen van gedachteloosheid. Nieuwe technologieën zoals magneto-encefalografie (MEG), neurofeedback en kunstmatige intelligentie bij hersenscans, maken het mogelijk om steeds fijnmaziger hersentoestanden te onderscheiden.
Modellen zoals Integrated Information Theory (IIT) en Global Workspace Theory (GWT) proberen de dynamiek van bewustzijn te vatten. In het licht van gedachteloosheid zouden deze modellen verder moeten worden aangepast om ook niet-conceptuele, niet-verbale bewustzijnsvormen te integreren.
Conclusie
Gedachteloosheid is geen mentale leegte, maar een bijzondere toestand van het bewustzijn waarin het gewone patroon van denken, overdenken en bespiegelen tijdelijk tot stilstand komt. Neurofysiologisch blijkt deze toestand gepaard te gaan met onderdrukking van het Default Mode Network, een toename van alfagolven, en een verhoogde GABA-activiteit. Psychologisch kan het worden gezien als een toestand van helder, gericht aanwezig zijn zonder mentale afleiding. Filosofisch opent het de deur naar diepere vragen over het zelf, bewustzijn en de relatie tot het transcendente.
Of men deze toestand nu ervaart als spirituele stilte, cognitieve rust of een neurologische pauze: gedachteloosheid onthult een toestand van de menselijke geest die even mysterieus als essentieel is.
II. Het godsbegrip
De relatie tussen stilte en het concept van God vormt een fascinerende brug tussen theologie, mystiek en filosofie. Stilte is in veel tradities niet slechts de afwezigheid van geluid of gedachte, maar een taal of ruimte waarin het goddelijke zich openbaart. Deze gedachte roept fundamentele vragen op:
- Waarom zou God zich juist in de stilte laten kennen?
- Wat betekent het dat God buiten woorden valt?
- Is stilte een 'ontmoetingsplaats' met God of is zij op zichzelf al een goddelijke manifestatie?
In dit betoog gaan we dieper in op deze vragen vanuit verschillende tradities en reflecteren we filosofisch op het grensgebied tussen stilte en het goddelijke.
Stilte en God - Een spiritueel en filosofisch onderzoek
1. Waarom stilte? De theologische paradox
Binnen religieuze tradities is God vaak beschreven als:
- Onoverweldigbaar en transcendent [grensoverschrijdend] (de radicaal Andere)
- Onuitsprekelijk (buiten menselijke begripsvermogen)
- Alomtegenwoordig (daardoor altijd nabij, maar zelden herkend)
Dit schept een paradox: hoe kan de mens zich verhouden tot iets dat zich onttrekt aan taal, denken en zintuiglijke ervaring? Stilte wordt dan niet slechts een vorm van communicatie, maar een noodzakelijke voorwaarde voor ontmoeting.
"God is het woord vóór het woord, en de stilte na de stilte."
(vrij naar Raimon Panikkar)
Stilte fungeert hier als een ruimte die een grens vormt - een grensgebied tussen het menselijke en het goddelijke.
2. Stilte als de taal van God - mystieke visies
Hindoeïsme - Advaita Vedanta
Volgens Advaita Vedanta is God identiek aan het zuivere, onbeweeglijke Bewustzijn - Brahman. In nirvikalpa samadhi, waar geen enkele gedachte of vorm meer aanwezig is, openbaart zich dit Zelf. Stilte is hier geen weg naar God, maar God zelf als stille, onveranderlijke Aanwezigheid.
"De stilte die overblijft nadat het denken is verdwenen, dát ben Jij."
(vrij naar Ramana Maharshi)
Boeddhisme (Zen)
Hoewel het boeddhisme traditioneel geen theïstisch godsbeeld kent, zijn er toch raakvlakken. In Zen is de uiteindelijke realiteit - sunyata (leegte) - leeg, maar niet niets. Ze is tegelijk de ruimte waarin alles verschijnt. Stilte is hier de echo van de werkelijkheid zelf, los van subject-object-dualiteit. Dogen zegt:
"Denk niet met je gedachten. Denk met het hele lichaam."
In deze zin wordt stilte een staat van zijn, die direct resoneert met het ultieme.
Christelijke mystiek
In de christelijke traditie spreekt men vaak van God als de verborgen God (Deus absconditus). Deze God kan niet worden gezien of begrepen door verstandelijk denken. Mystici zoals Meister Eckhart en de schrijver van 'The Cloud of Unknowing' benadrukken dat men God niet kan kennen door meer te denken, maar juist door het denken te laten varen.
"De hoogste en edelste weg tot God is in stilte."
Meister Eckhart
Hier wordt stilte niet als leegte begrepen, maar als de ruimte waarin God zichzelf kan uitdrukken, zonder bemiddeling van concepten.
Soefisme
In het soefisme is stilte een staat waarin het ik verdwijnt. Door 'dhikr' (herhaling van Gods naam) of in diepe contemplatie raakt men aan fanā - het opheffen van het ego in de Aanwezigheid.
De dichter Rumi schreef:
"Er is een veld voorbij goed en kwaad. Daar zal ik je ontmoeten... Stilte is de taal van God; alles daarbuiten is een slechte vertaling."
Ook hier is stilte geen afwezigheid, maar de vormloze Aanwezigheid die overblijft als alles wat 'ik' dacht over God, verdwijnt.
3. Stilte als 'negatieve' theologie ['negatief' komt van Latijn 'negare': ontkennen]
De 'via negativa' of 'negatieve theologie' (vooral in het neoplatonisme, het jodendom, christendom en islam) stelt dat niets positiefs over God kan worden gezegd ['positief' komt van Latijn 'ponere': neerzetten]. Elke uitspraak over God beperkt Hem tot menselijke maatstaven. Stilte is hier geen passieve houding, maar een actieve erkenning van de grenzeloosheid van het goddelijke. Denk aan:
- Plotinus: het Ene is absoluut, onbenoembaar. Alleen door innerlijke stilte kan men ermee versmelten.
- Pseudo-Dionysius: hoe dichter bij God, hoe meer de ziel alles aflegt - woorden, kennis, zelfs licht.
- Moshe de León (Kabbala): God (Ain Sôf) is eindeloos en onkenbaar; de mysticus nadert over de weg van het niet-weten.
De paradox is dat alleen wie niets meer weet van God, werkelijk in relatie staat met het goddelijke. Stilte is dan erkenning van de menselijke grens en tegelijk ruimte voor het onbegrensde.
4. Stilte als manifestatie van God
In sommige tradities is stilte niet alleen de weg tot God, maar ook zijn wezen. God is stilte - geen object, geen persoon, maar de grondtoon van het bestaan. Vergelijk:
- Het Hindoe-concept van shabda Brahman (het woord-God) versus nishabda Brahman (de stille, vormloze God).
- De Taoïstische Dao: onbenoembaar, ongrijpbaar, maar wel de bron van alles - "Het Tao dat kan worden benoemd, is niet het eeuwige Tao."
- In de joods-christelijke scheppingsmythe: "En God zei…" - maar vóór het eerste woord: stilte. Deze voorafgaande stilte draagt het potentieel van alles. Stilte is dan geen afwezigheid, maar potentie, zoals de zwarte grond vóór het zaad, of het witte doek vóór de schildering.
5. Filosofische beschouwingen
Taal als grens
Filosofen als Wittgenstein, Heidegger en Levinas erkennen dat taal tekortschiet om het wezenlijke te benoemen:
- Wittgenstein: "Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen."
- Heidegger: de taal verbergt soms het Zijn; stilte kan meer waarheid bevatten dan spraak.
- Levinas: het gelaat van de Ander (de ethische aanwezigheid) overstijgt het denken - en daarmee ook het spreken.
Vanuit deze zienswijzen is stilte een wezenlijk antwoord op de onmogelijkheid van volledige weergave: het is de erkenning dat het meest wezenlijke onzegbaar is.
De stilte en het zelf
Als God zich alleen in stilte aan ons voordoet, is het zelf ook genoodzaakt te zwijgen - of zelfs te verdwijnen. Stilte betekent dus:
- Het loslaten van het redenerende ego.
- Het openstaan voor het radicaal Andere (God, het Ene, het Absolute).
- Het passeren van de grens van de identiteit, richting eenwording of overstijging.
In die zin is de stilte een esoterische deur die opent naar wat buiten het ik ligt - of aan de basis ervan ligt.
6. Stilte in de moderne tijd - betekenis of gemis?
In een wereld vol informatie, lawaai en meningen is stilte schaars. Voor veel moderne mensen is stilte niet heilig, maar ongemakkelijk. Toch zoeken velen het op:
- In meditatiepraktijken.
- In retraites en pelgrimstochten.
- In diepe esthetische ervaring (door kunst, muziek, natuur).
Misschien herkent men intuïtief dat stilte nog steeds spreekt - niet tot het brein, maar tot de ziel.
De terugkeer van stilte in moderne spiritualiteit, ook buiten formele religie, wijst mogelijk op een wezenlijke behoefte: de behoefte aan grond, houvast, ruimte, betekenis. Aan het Absolute - al wordt dat niet altijd meer God genoemd.
7. Conclusie: stilte als sacrament van het goddelijke
Stilte is binnen religieuze en mystieke tradities geen lege ruimte, maar een sacramentele aanwezigheid: een tastbaar teken van het onzegbare. In stilte ontmoet de mens:
- De grens van zijn kennen.
- De bron van zijn zijn.
- De Aanwezigheid die groter is dan het zelf.
Of God nu gedacht wordt als Persoon, als Ene, als Leegte of als Tao (de geestelijke ontwikkelingsweg) - steeds toont zich iets wezenlijks pas wanneer het denken zwijgt.
In dat zwijgen, dat andere luisteren, ontstaat geen leegte, maar openheid. En die openheid wordt in vele tradities niet gezien als de afwezigheid van God, maar als zijn meest zuivere vorm.
[In de innerlijke stilte is het besef 'er te zijn' er nog steeds; dat zelfbesef is mogelijk door de werkzaamheid van de geestelijke vermogens; die ervaarbare werkzaamheid is het bewijs van het bestaan van de vermogende geest, want dat, 'wat werkt' is dat, wat 'wérkzaam is', wat 'wérkelijk is'.
In die toestand van geestelijk zelfbewustzijn ben je de geestelijke verdichting, waarmee de goddelijke algeest jou als menselijke geest liefdevol in zichzelf heeft verdicht. Door die verdichting is er een geleidelijke overgang tussen jouzelf als menselijke geest en de goddelijke algeest, waaruit je bent voortgekomen en waarin je altijd en eeuwig verblijft. Daardoor ervaar je in jezelf als geest Gods aanwezigheid!
Deze geestestoestand waarin je door zelfbezinning bent komen te verkeren, is het gevolg van je eigen - en begeleide - zelfverwerkelijking en hereniging met God. (Freek)]
terug naar de woordenlijst G
terug naar het weblog
^