Hypofyse: betekenis, functie en aandoeningen

Bron: de 'Hormoonfactor' - door Ir. Ralph Moorman

Wat is de hypofyse?
De hypofyse is een hormoonklier die een belangrijke koppeling tot stand brengt tussen het zenuwstelsel (de hersenen) en het hormonale systeem. Net als bij de hypothalamus komen hier allerlei signalen binnen uit het zenuwstelsel. Daarnaast krijgt de hypofyse ook hormonale opdrachten van de hypothalamus.
De hypofyse maakt hormonen die een directe werking hebben op organen en cellen, waardoor de homeostase in stand wordt gehouden (de eenwichtige samenwerking van alle organen), maar ook hormonen die bedoeld zijn om andere klieren aan het werk te zetten of af te remmen.

Waar zit de hypofyse?
Deze klier ter grootte van een erwt is vooraan met een steeltje aan de hersenen bevestigd en ligt veilig in een holte in de schedelbasis (het Turkse zadel), achter de neusrug. De ligging kun je vinden door een denkbeeldige lijn tussen je slapen te trekken en deze te laten kruisen met de lijn van de neusbrug.
Wat de anatomie betreft, is deze klier opgebouwd uit drie delen: de voorkwab (adenohypofyse), de achterkwab (neurohypofyse) en de middenkwab (pars intermedia). De aanmaak van verschillende hypofysehormonen vindt plaats in deze drie delen.
De hypofyse-achterkwab is met de hypothalamus verbonden door de hypofysesteel.
Op nevenstaande afbeelding kun je de locatie zien.

Welke hormoonklieren staan onder invloed van de hypofyse?
De hypofyse staat hormonaal in verbinding met: de bijnieren, de schildklier en de geslachtsklieren, die op hun beurt weer andere hormonen aanmaken. Zo staan het stresssysteem (HPA-as), de stofwisseling (HPT-as) en de voortplanting (HPG-as) onder regie van de hypofyse. De hypofyse noemt men ook wel ‘hersenaanhangsel’ en is een zeer belangrijke hormoonklier met een grote invloed in het hormonale of endocriene systeem.
Je zou de hypofyse ook de eerste viool van het hormonale orkest kunnen noemen.

Functie van de hypofyse
De functie van deze klier is zeer breed. Bijna alle hormonale processen staan onder invloed van deze klier. Daarbij staat de aansturing van de drie belangrijkste systemen: stress (bijnieren), stofwisseling (schildklier) en voortplanting (eierstokken, testikels) voorop.

De functies van de hypofyse op een rij:
Aanmaak van moedermelk (prolactine)
Bloeddruk (ACTH: aldosteron)
Geheugen (ACTH: pregnenelone)
Groei (groeihormoon)
Libido (FSH, LH: testosteron, oestrogeen, progesteron)
Ontstekingsremming (ACTH: cortisol)
Pijnbestrijding (endorfine)
Stofwisseling (TSH: schildklierhormoon)
Stress (ACTH: cortisol)
Temperatuurregeling (TSH: schildklierhormoon)
Voortplanting (FSH, LH: testosteron, oestrogeen, progesteron)
Waterbalans (ACTH: aldosteron)
Zouthuishouding (ACTH: aldosteron)

Welke hormonen maakt de hypofyse aan?
De hypofyse maakt een breed scala van hormonen aan. Een aantal hormonen heeft directe werking en andere hormonen zijn bedoeld om weer een andere hormoonklier te stimuleren.
Zo maakt de hypofyse groeihormoon en prolactine aan. Deze hormonen kunnen rechtstreeks hun functie uitoefenen in allerlei lichaamscellen.
De hypofyse hormonen ACTH, TSH, FSH en LH zijn echter bedoeld om andere hormoonklieren te stimuleren (of te remmen) om weer andere hormonen aan te maken. Dit worden ook wel de ‘hypofyse-assen’ genoemd.
ACTH stimuleert de bijnieren om bijnierhormonen aan te maken zoals pregnenelone, cortisol, DHEA en aldosteron; ook wel de HPA-as of bijnier-as genoemd.
FSH en LH stimuleren de eierstokken (ovaria) en testikels (teelballen) om de geslachtshormonen oestrogeen, progesteron en testosteron aan te maken; ook wel de HPG-as of voortplantings-as genoemd.
TSH stimuleert de schildklier om schildklierhormoon (T4, T3) aan te maken; ook wel de HPT-as of schildklier-as genoemd.

De hypofysehormonen met hun functies op een rij:
ACTH (adrenocorticotroop hormoon): aansturing van de bijnieren
TSH (thyroïd stimulerend hormoon): aansturing van de schildklier
FSH (aansturing geslachtsklieren): aansturing van eierstokken en testikels
LH (aansturing geslachtsklieren): aansturing van eierstokken en testikels
GH (Groeihormoon of IGF-1): groei en ontwikkeling
Prolactine: productie moedermelk
ADH (anti diuretisch hormoon of vasopressine): waterhuishouding en bloeddruk.
Nb: De afgifte aan het bloed wordt gedaan door de hypofyse, de productie zelf door de hypothalamus.

Aandoeningen en symptomen
Als de hypofyse niet goed functioneert, heeft dat een ongunstige invloed op een groot deel van het hormonale systeem en veel belangrijke lichamelijke functies.
Zo bestaan er verschillende hypofyseaandoeningen waarbij medisch ingrijpen nodig is en soms het levenslang toedienen van een scala aan hormonen of medicijnen een vereiste is.

Voorbeelden van medische ontregeling zijn hypofyse adenomen (gezwel, tumor of macro-adenoom), prolactinomen, TSH producerende adenomen, hypofysitis (ontstoken hypofyse), hypofyse apoplexie, acromegalie of een beschadigde hypofyse. Diagnose kan gedaan worden met bijvoorbeeld bloedtest, MRI en oogonderzoek. Klachten en symptomen zijn afhankelijk van het hormonale deel van de hypofyse dat is aangedaan. Oogklachten en hoofdpijn komen ook veel voor. Sommige hypofyseproblemen zijn deels erfelijk.
Als de hypofyse zijn functie niet meer kan doen en de hormoonspiegels afhankelijk worden van de doseringen van de toegediende medicijn, dan betekent dit niet automatisch dat de leefstijl en adviezen in het boek de ‘Hormoonfactor’ nutteloos zijn. Er zijn namelijk veel hormonen die niet onder de invloed staan van de hypofyse, maar wel van belang zijn in de totale hormonale balans, zoals bijvoorbeeld insuline of melatonine.
Verder is leefstijl ook van invloed op:
De hoeveelheid transporteiwitten van hormonen.
De gevoeligheid van de hormonale receptor.
De omzetting in andere hormonen.
Het activeren van hormonen.

De uiteindelijk afbraak van hormonen in de lever.
Ook zal de dosering door de leefstijl soms omlaag kunnen, zoals de hoeveelheid potentieel verouderend cortisol (hydrocortison, prednison). Als je stressniveau omlaag gaat en wanneer de ontstekingsactiviteit in het lichaam lager wordt, heb je hier namelijk minder van nodig.
De hypofyse kan ook juist te hard werken en een overfunctie hebben. Door medisch ingrijpen in deze gevallen wordt een hypofyse soms (deels) verwijderd, waardoor deze juist een onderfunctie gaat krijgen.

Wat is het verschil tussen de hypofyse en hypothalamus?
De hypothalamus en hypofyse zitten beiden in de hersenen en staan in nauw contact met het zenuwstelsel. De hypothalamus anticipeert meer op informatie uit onze buitenwereld en de hypofyse uit het interne milieu. De hypofyse staat in verbinding met de belangrijkste hormoonklieren en middels de hypofyse kan de hypothalamus een groot deel van het hormonale systeem activeren.

Wat is de relatie tussen de hypofyse en hypothalamus?
De hypofyse maakt de koppeling met het zenuwstelsel niet alleen, maar doet dat samen met de hypothalamus. De hypothalamus krijgt veel informatie vanuit meerdere hersengebieden en kan het hormonale systeem aanzetten door de hypofyse hormonale opdrachten te geven. Belangrijke samenwerkingen daarbij zijn op het gebied van stress, stofwisseling en voorplanting waarbij de hypothalamus de hypofyse kan activeren.
De relatie op het gebied van stress heet de HPA-as of bijnier-as, op het gebied van stofwisseling de HPT-as of schildklier-as en op het gebied van voortplanting de HPG-as of voortplantings-as (hypothalamus hypofyse gonaden as).

Naast allerlei zenuwprikkels krijgen de hypothalamus en hypofyse ook de hormoonwaardes door. Als er teveel van een bepaald hormoon is aangemaakt dan op dat moment nodig is, dan zullen de hypothalamus en hypofyse dit gaan afremmen. Dit proces heet ook wel negatieve terugkoppeling. De hormoonspiegels zullen dan weer gaan dalen.

Wat is verschil en relatie met de pijnappelklier?
Naast de hypofyse en hypothalamus is er nog een derde hormonale klier in de hersenen, namelijk de pijnappelklier of epifyse. Deze klier wordt niet aangestuurd door de hypothalamus en hypofyse, en heeft een eigen functie, namelijk het regelen van het slaap-waaksysteem. De pijnappelklier krijgt vooral vanuit onze ogen lichtsterkte als informatiebron en anticipeert daar op door de aanmaak van serotonine of melatonine.


terug naar de chakra's

terug naar het weblog







^