verdringing


Verdringing is een onbewuste, innerlijke handeling, waarmee de geest tracht onaangename, kwetsende ervaringen te onderdrukken, van zich af te zetten door het bestaan ervan te ontkennen of de waarde ervan door redenering te verminderen.
Onaangename levenservaringen in de vorm van persoonlijke, gevoelsmatige kwetsingen, kunnen door de geest uit de bewustzijnsruimte worden verdrongen, doordat die tracht zich ervoor af te sluiten. De geest wil zich ervoor afschermen, vlucht ervoor weg door de aandacht krampachtig op een ander onderwerp te richten en er daardoor niet meer aan te hoeven denken.
Een goed beeld van verdringing is de poging een bal onder water te houden. Je weet dat als het mislukt de bal met kracht omhoog kan springen en dan onbeheerst alle kanten op kan gaan; je bent die toestand dan niet meer meester en dat boezemt angst in.
Er kan een poging worden ondernomen de herinnering te doven door zich als geest los te maken van het stoffelijke deel van het geheugen dat in de hersenschors aanwezig is; dit losmaken wordt bewerkstelligd door de hersenschors te vergiftigen met alcohol, drugs of harde muziek.

Aan het bééld van de ervaring wordt door de verdringing geestkracht onttrokken, waardoor het beeld langzaam vervaagt en op de rand van de bewustzijnsruimte terecht komt of erbuiten raakt. Toch kan een vaag gevoel van onlust dat er iets onaangenaams is gebeurd, blijven bestaan en de gemoedsgesteldheid ontstemmen. Het lukt alleen niet meer dat onlustgevoel onder woorden te brengen of de persoon voelt een weerstand dat te doen, veroorzaakt door de verdringing. Het humeur kan daardoor zonder aanwijsbare oorzaak bij tijden of blijvend somber worden.

De geest tracht die ervaringen van zich af te zetten of móet ze van zich afzetten, omdat het leven nu eenmaal verder gaat. Dat lukt het beste als de aandacht wordt gericht op afleidende bezigheden of redeneringen, of gebeurtenissen in de buitenwereld; maar doordat onderdrukking een wilshandeling is, kost dat geestkracht, wat de geest vermoeit.
Ook kan de ervaring worden vervangen door een min of meer met het voorval overeenkomende gedachte, die door algemene geldigheid wordt gekenmerkt, zodat het persoonlijke aanzicht van de kwetsende ervaring niet meer hoeft te worden gezien. Is de persoon bijvoorbeeld gekwetst door het gedrag van een leraar, dan wordt de aandacht gevestigd op de algemene gedachte dat leraren zich onopvoedkundig gedragen, waardoor de aandacht van de persoonlijke ervaring wordt afgeleid.

Afhankelijk van de kracht waarmee de verdringing wordt uitgeoefend, kan de verdrongen en daardoor onverwerkte, kwetsende ervaring een inhoud van het toegankelijke of van het ontoegankelijke geheugen worden. Al is de ervaring dan vergeten, verdwenen is ze niet. De geest blijft alle ervaringen onvermijdelijk met zich meedragen in de eigen uitstraling: de ziel (de aura) en ze blijven daardoor ook altijd met de geest verbonden.

Alle ervaringen behoren te worden verwerkt, wil de geest ervan los kunnen komen. Wordt een ervaring niet verwerkt, dan blijft die als een inhoud van de ziel min of meer bewust met de geest verbonden; die 'blijft er daardoor mee zitten' totdat later door een uitgestelde verwerking, maar dan vaak met hulp van anderen, de geest alsnog leert een bewuste houding tegenover die ervaring aan te nemen.
Doordat de verdrongen en daardoor onverwerkte ervaring met de geest verbonden blijft en op verwerking wacht, duikt die ervaring op onverwachte wijze altijd weer op, maar dan in de vorm van een zinnebeeldige afbeelding ervan in dromen, dagdromen, dwanggedachten en dwanghandelingen, of als regelmatig terugkerende, bijzondere ervaringen of ontmoetingen in de buitenwereld.

Het verschijnsel verdringing kan zich niet alleen voordoen bij kwetsende gebeurtenissen uit het verleden, maar ook als die in de toekomst zouden kunnen gebeuren. Dit is bijvoorbeeld te zien bij angst voor een bepaalde ziekte. De geest 'wil het niet weten' en kan daardoor besluiten niet naar een arts te gaan in een poging te ontkennen dat er er wat aan de hand is. De geest wil de waarheid niet onder ogen zien en sluit zich af voor de werkelijkheid door geruststellende redeneringen of de aandacht af te wenden.

In tegenstelling tot gevoelsmatig kwetsende ervaringen kunnen gedachten niet worden verdrongen. Het denken is er juist op gericht een onderwerp in de geest vást te houden tot het is verwerkt. Een kwetsende ervaring echter is een bedreiging voor het zelfgevoel, waar de geest zich door verdringing tegen wil beschermen door de aandacht op iets anders te richten om zo staande te kunnen blijven.


terug naar de woordenlijst V






^