DNA wijst op het bestaan van God



Symour Garte
Een voordracht van de Amerikaanse biochemicus Prof. Dr. Sy Garte
Bron: https://youtu.be/Hw7DG7L6Gsw?si=oRXpc075Z6R8W4YG

1. De biologische wereld wordt in al haar geledingen door het begrip 'ontwerp' gekenmerkt, alles lijkt op een vernuftige wijze te zijn ontworpen. Door dat ontwerp zijn er een aantal levensverrichtingen mogelijk, zoals voeding, spijsvertering, spierarbeid en voortplanting, waardoor levensvormen worden gekenmerkt. Door die levensverrichtingen heeft er een ontwikkeling van die levensvormen plaatsgevonden, de 'evolutie' genoemd.
Eenzijdig natuurwetenschappelijk gezien, wordt de evolutie gedreven door de eigenschappen van de natuur zelf. Evolutie is namelijk het gevolg van 'spontane mutaties' in de erfmassa, waarna een 'natuurlijke selectie' plaatsvindt: alleen bepaalde, goede mutaties 'overleven door aanpassing', met geen ander doel dan zich 'voort te planten', waardoor de goede mutatie behouden blijft. Deze ontwikkeling zou uitsluitend worden gestuurd door het 'toeval'.

2. Door die evolutie hebben levensvormen een aantal levensverrichtingen ontwikkeld en één daarvan is de vermenigvuldiging. Levensvormen zijn in staat zichzelf nauwkeurig te vermenigvuldiging door de eigenschap 'erfelijkheid': het overdragen van eigenschappen op het nageslacht, wat een unieke eigenschap van die biologische wereld is. Voorwerpen kunnen wel worden vermenigvuldigd door ze na te maken, maar het materiaal ervoor moet ergens anders vandaan komen; terwijl levensvormen zich zelfstandig, geheel uit zichzelf vermenigvuldigen, daartoe in staat gesteld door de andere levensverrichtingen, zoals het opnemen en verteren van voedsel.

De 4x4x4=64 codonen van de DNA-eiwitsynthese

Duizenden onderdelen van een cel en duizenden moleculen daarin worden daarbij volledig verdubbeld. Een deel van dit vermogen bevindt zich in het DNA, dat de genetische code is. Het DNA, Engelse afkorting van desoxyribonucleïnezuur, heeft een ingewikkelde chemische structuur. Het is een streng van 'nucleotiden', die bestaan uit fosforzuur, een suiker en een nucleobase (een stikstofverbinding). Er zijn in het DNA vier nucleobasen: adenosine (A); guanine (G); cytosine (C) en thymine (T).

3. Een groep van drie nucleotiden in de streng, een 'codon' genoemd, vormt samen een code voor één aminozuur, die ook de code voor zijn plaats in een keten van aminozuren is. Met die aminozuurketens wordt een eiwit gevormd. Bijvoorbeeld: ACT is een codon en veroorzaakt het inbouwen van het aminozuur threonine in een keten van een te vormen eiwit.

Kernpunt
Er is echter geen enkel biochemisch verband te vinden tussen het codon ACT op het DNA en het aminozuur threonine in de zich vormende keten van aminozuren, noch voor de andere codonen en hun aminozuren! Alles in de keten van het DNA en in de keten van het eiwit is bekend, maar hoe deze overdracht van informatie plaatsvindt, is onbekend.

Bekende biochemische leerboeken zeggen over dit vraagstuk het volgende:
"... de genetische code wordt ontcijferd door een 'complex apparaat' dat de volgorde van de nucleotiden vertaalt." 'Genes' VII door Lewin
en
"... de omzetting van de informatie (vanaf het DNA) op het boodschapper RNA is een weergave van de 'vertaling van de informatie in een andere taal' die 'geheel verschillende symbolen gebruikt'."
'The Molecular Biology of the Cell' door Alberts et al.

"De oplossing van het vraagstuk van de omzetting van nucleinezuur-biochemie naar de eiwitchemie is waarschijnlijk de wezenlijke grondslag van ... de doelgerichtheid van levensvormen."
Garte S. Teleology and the Origin of Evolution. Perspectives of Science and Christian Faith, 2017

Want het gaat hierbij om:
- de vermenigvuldiging van de genetische code op het DNA naar het messenger RNA,
- de eiwitsynthese volgens deze code, de overdracht van mRNA naar het eiwit,
- en het systeem dat hierbij optredende fouten herstelt(!).

Een deel van de eiwitten wordt gebruikt bij de opbouw van de onderdelen van de cel, een ander deel wordt gebruikt voor de vorming enzymen (fermenten). Enzymen zijn eiwitten met een actief gedeelte, het z.g.n. 'co-enzym', eiwitten die alle biochemische processen in de cel regelen.
Het hier beschrevene is daardoor de grondslag van heel het biologische leven op aarde!

4. De vraag is nu, welk biochemisch proces (welk 'complex apparaat') deze abstracte, biologische informatie vormt (de 'geheel verschillende symbolen') en die ook overdraagt?
Het antwoord is, dat dit onbekend is!
Alleen de mens kan middels de taal 'abstracte informatie' vormen en overbrengen op anderen. Dat moleculen dit ook zouden kunnen, is nog nooit waargenomen. Toch wijst alles erop, dat hier iets dergelijks moet gebeuren. Op abstracte, onstoffelijke wijze, wordt hier een doorslaggevende informatie overgedragen in wat toch een zuiver biochemisch gebeuren lijkt te zijn!

De wetenschappelijke aanname dat het leven begon door een complexe serie van chemische reacties, die zich toevallig ontwikkelde tot een levende cel, mist daardoor iedere redelijke grondslag. De oorsprong van het leven moet iets anders zijn, dat naast die chemische reacties stond en waardoor de evolutie begon. Dat andere is 'teleologie': doelgerichtheid!
(Maar voor doelgerichtheid zijn geestelijke vermogens noodzakelijk die in staat zijn een denkbeeld, een nastrevenswaardig plan te vormen.
Dat er in dit zo belangrijke gebeuren een stap plaatsvindt, die stoffelijk niet is te verklaren, wijst erop dat er naast het stoffelijke gebeuren ook een geestelijke invloed aanwezig is, die het stoffelijke begeleid. Freek)

Garte: "Het universum dat wij waarnemen, heeft de eigenschappen die we zouden verwachten, indien er als de grondslag ervan een groots ontwerp is, een bedoeling is, zoals het bestaan van levende wezens die hun schepper aanbidden en alles wat voor die wezens nodig is om in God te geloven." (einde toespraak)
———————

Volgens Aristoteles kan uit niets niet iets voortkomen, wat iets is, want uit niets komt alleen niets voort. Als er iets is, dan kan dat alleen uit iets anders voortkomen dat er de oorzaak van is; dat is het causaliteitsbeginsel, het oorzakelijke verband of de oorzakelijkheid. De wereld is er en moet daarom een oorsprong hebben, moet dus zijn veroorzaakt.
Als we de reeks van oorzaken terugredeneren, moet er uiteindelijk een grondoorzaak zijn, vanwaaruit de reeks van oorzaken en gevolgen in beweging is gezet. Die grondoorzaak moet het tegendeel ervan zijn en moet zelf in rust zijn geweest. Anders kan er geen begin van beweging zijn geweest.
(Een 'oorzaak' is etymologisch een 'eerste zaak', een 'oorsprong' is een 'eerste sprong'. De woorden 'eerste', 'aarts-', 'oer-' en 'oor-' hangen etymologisch met elkaar samen. Een 'eerste sprong' moet dus zelf voortkomen uit een aanvankelijke toestand van rust.)
Zie hiervoor In de rust ligt de kracht.

Beweging is een verandering van plaats of toestand, waardoor er een tweeheid, een dualiteit ontstaat: een toestand van toen en een toestand van nu, van eerst en later. Alles in deze wereld wordt door dualiteit, door tegendelen gekenmerkt, voor alles is een tegendeel aanwezig. Deze wereld is in beweging, wat betekent dat deze beweging moet zijn ontstaan uit zijn tegendeel, de rust, uit datgene, wat zelf 'onbewogen' is en wat Aristoteles de 'onbewogen beweger' noemde: datgene, wat alles in beweging brengt, is zelf in rust.
Het feit dat deze wereld in beweging is gezet, houdt in dat er een bedoeling is geweest om dat te doen: de scheppping is doelbewust en doelgericht in beweging gezet.

Het godsbewijs van Thomas van Aquino
Volgens Thomas van Aquino is alles wat in beweging is aan verandering onderhevig en kan daarom niet het eeuwige zijn, kan niet God zelf zijn, God moet daarom het onveranderlijke, het onbewogene zijn. God is de zelf onbewogen beweger van al het andere en staat daardoor zelf buiten deze beweeglijke wereld. God is het Zijn in de betekenis van Parmenides, het Zijn dat altijd aan zichzelf gelijk blijft.

Sy (Seymour) Garte, PhD in biochemie, is de auteur van het bekroonde boek 'The Works of His Hands' - A Scientist's Journey from Atheism to Faith (Kregel Publications, 2019). Hij was hoogleraar aan de New York University, Rutgers University en de University of Pittsburgh, divisiedirecteur bij het Center for Scientific Review van de National Institutes of Health en interim vice-president voor onderzoek aan de Uniformed Services University of the Health Sciences. Momenteel is hij gasthoogleraar farmacologie en toxicologie aan de Rutgers Universiteit. Hij heeft meer dan tweehonderd peer-reviewed wetenschappelijke artikelen en vijf boeken gepubliceerd, evenals artikelen over wetenschap en het christelijke geloof in tijdschriften als Perspectives in Science and Christian Faith, More to Life en Christianity Today. Hij is op talloze podcasts en YouTube-kanalen verschenen.
Momenteel is Dr. Garte hoofdredacteur van het online kwartaalmagazine God and Nature van de American Scientific Affiliation (ASA), en tevens vice-president van de Washington, DC, metroafdeling van de ASA. Hij was lid van de raad van adviseurs van de John Templeton Foundation. Dr. Garte werd later in zijn leven christen en is nu een gecertificeerde lekendienaar van de United Methodist Church in Rockville, MD.

Toevoeging
De Chinese I Tjing bestaat ook uit 64 eenheden, de hexagrammen, maar de opbouw daarvan is een andere dan bij het schema van de codonen.
Er lijkt een verband te bestaan, maar de hexagrammen zijn opgebouwd uit twee trigrammen, waarvan er acht zijn en 8x8 is weliswaar ook 64, maar toch is de opbouw ervan - voor zover ik het nu zie - anders dan bij de codonen.


terug naar de viereenheid

terug naar het weblog







^