Jozef Rulof - Een blik in het hiernamaals



Jozef Rulof (1898-1952)
Jozef Rulof werd in 1898 geboren in 's-Heerenberg. Als klein kind is hij al buitengewoon gevoelig, hij voelt en ziet zaken die anderen niet zien en hij ziet de lichtende gestalte van zijn geestelijke begeleider die zich later bekend maakt als Alcar. Hij staat Jozef in alles bij en verklaart hem het leven in al zijn facetten. Jozef leert hem kennen als een hechte vriend op wie hij altijd kan rekenen.
Jozef kan niet goed leren doordat hij niet open staat voor de droge leerstof. Hij luistert liever naar Alcar, die hem met gevoel de schoonheid en de werking van de natuur laat zien. Later legt Alcar uit dat hij geen schoolse kennis mocht opnemen omdat dat storend zou werken op de wijsheid die zijn geestelijke begeleiders aan hem willen doorgeven. Het moeten leven in twee werelden is al moeilijk genoeg. Jozef krijgt zijn opleiding rechtstreeks van zijn geestelijke meester. Alcar doorschouwt de mens en laat Jozef zien hoe de mensen om hem heen leven, wat ze zeggen en verzwijgen, wat ze weten en vooral wat ze nog niet weten. Jozef krijgt daardoor een diepgaande scholing.

Schilderend mediumschap
Op volwassen leeftijd verhuist hij naar Den Haag, waar hij zich moet aanpassen aan het leven in de stad. Als taxichauffeur verdient hij zijn geld. Nu begint zijn werk voor de geestelijke wereld echt. Eerst gaat Alcar zijn schilderend mediumschap ontwikkelen. Dit schilderen is geen doel op zich, maar dient de opbouw van het schrijvend mediumschap. Hij brengt geestelijke schilders bij Jozef en vraagt hen hun astrale kunst op aarde te brengen door van het lichaam van Jozef gebruik te maken. Om dit te bereiken brengt Alcar hem in een diepe trancetoestand. Zoals de mens tijdens het inslapen de bewuste beheersing over het lichaam verliest, laat ook Jozef de beheersing over zijn stoffelijke lichaam los tijdens diepe trance. Dan kan de begeleider de beheersing van het zenuw- en spierstelsel van het lichaam overnemen en met zijn geestelijke wil beheersen. Zo kan de geest vanuit de geestelijke wereld opnieuw door stoffelijke ogen kijken en armen en handen in beweging brengen om te schilderen of op te schrijven wat hij als geestelijke persoon denkt en voelt.
Om de trance van Jozef dieper te maken wordt er eerst veel geschilderd. Daartoe nemen verschillende kunstenaars onder leiding van Alcar zijn lichaam over om hun schilderijen op aarde te brengen. Door de verdieping kunnen de schilders meer kleur en verfijning aan hun werk geven. Ondanks het feit dat Jozef geen kunstopleiding heeft gevolgd, vertonen de schilderijen die door hem heen tot stand komen een rijke verscheidenheid aan stijlen die elk afzonderlijk tot grote hoogte zijn uitgewerkt. Deze verscheidenheid en diepgang is terug te voeren tot de verschillende meesters die na hun dood door zijn schilderend mediumschap hun kunst opnieuw op aarde konden brengen.
Klik hier voor een diaserie van 19 schilderijen.
(gebruik de ↑ en ↓ of ← en → -toetsen, sluit af met esc)

Genezend mediumschap
In die periode treedt ook zijn genezend mediumschap naar voren en Jozef vestigt zich als magnetiseur. Tijdens het magnetiseren laat Alcar Jozef zien hoe de organen de magnetische kracht opnemen. Jozef leert wie hij wel, en wie niet kan helpen. Alcar toont hem hoe de liefde van de magnetiseur dit bepaalt; hij legt uit dat magnetisme gevoelskracht is en dat de mate van het vermogen lief te hebben de sterkte van deze gevoelskracht bepaalt. Jozef krijgt vaak mensen in behandeling van wie de gezondheidstoestand verslechterd was door andere magnetiseurs die geen geestelijke liefde uitstraalden. De vele aspecten van het genezend mediumschap staan beschreven in 'Een Blik in het Hiernamaals'.

Schrijvend mediumschap
Wanneer Jozef als medium ver genoeg is ontwikkeld, kan Alcar beginnen met zijn belangrijkste taak: het schrijven van de geestelijk-wetenschappelijke boeken. Door Jozef heen is Alcar als astraal-geestelijk wezen in staat opnieuw met het aardse bestaan verbonden te zijn en boeken te schrijven die niet door het aardse denken van Jozef worden beïnvloed. Tijdens het schrijven is Jozef zich namelijk niet bewust van wat er wordt geschreven. Wanneer hij naderhand uit de trance ontwaakt en het geschrevene leest, is het ook voor hem een wonder hoe die woorden op papier zijn gekomen. Door de diepe graad van trance is elke beïnvloeding door Jozef uitgeschakeld, zodat de wijsheid uit de geestelijke wereld zuiver op aarde kan komen. Deze hoogste graad van mediumschap komt slechts zelden voor. Dit loslaten van het lichaam is voor het medium echter moeilijker dan het natuurlijke inslapen. De persoon is immers volkomen met het zenuwstelsel verenigd. Voortdurend worden gedachten op de hersenschors afgedrukt en wordt het lichaam door de wil in beweging gebracht, waardoor het zenuwstelsel volkomen is ingesteld op de gedachten, de gevoelens en de wil van de persoon. Daardoor bestaat er een bewuste beheersing van en een onbewuste invloed op het zenuwstelsel; dat moet Jozef opgeven om het vrij te maken van zijn persoon, zodat Alcar het kan overnemen.

Uittredingen
Om dit mogelijk te maken is Alcar al tijdens de eerste jaren begonnen met het opbouwen van dit mediumschap. Hij moet voorkomen dat de persoon van het medium zich al te zeer met zijn lichaam verenigt. Als kind maakt Alcar Jozef daarom soms los van zijn lichaam en geeft hij hem de mogelijkheid als geest 'uit te treden'. Hierdoor kan Alcar de volwassen Jozef later de mogelijkheid geven regelmatig uit te treden en zich geestelijk te ontwikkelen. Tijdens de trance laat hij hem uit zijn lichaam treden zodat hij als geestelijke persoon kan kijken en handelen in de geestelijke wereld. Jozef vond deze gave van uittreden het mooiste aspect van zijn mediumschap.
Tijdens de uitgetreden toestand kan hij met eigen geestelijke ogen waarnemen waar Alcar over schrijft. Wanneer een priester hem een profeet noemt, wil Jozef daar niet van weten en verwijst hij naar het eerste deel van 'Een Blik in het Hiernamaals': Ik ben helderziend en helderhorend, schilderend, genezend en schrijvend medium, maar te mogen uittreden, dat is de mooiste van alle gaven. Het is heerlijk in de geestelijke wereld te mogen zijn en hun leven te zien.

In 'Een Blik in het Hiernamaals' legt Alcar aan Jozef uit waarom dit zo belangrijk is: "Wij zullen de mensen brengen op deze mooie weg, opdat ze zich zullen ontwikkelen om straks wanneer zij op aarde sterven het licht te zien in het hiernamaals. Dit is ons werk (...) De mens leeft in de stof, voor de stof en met de stof, waardoor het geestelijke, het mooie waardoor de mensenziel groeien moet, vergeten wordt. En het zal je verbazen te merken hoe deze in haar groei wordt belemmerd, omdat men de werkelijkheid van het bestaan van een leven na de dood niet aanvaarden wil."
Alcar laat Jozef eerst alles in de geest beleven en daarna wordt het beleefde op schrift vastgelegd. Hierdoor kan Jozef de boeken ook 'vertegenwoordigen', omdat hij alles zelf ervaren heeft. En wanneer Alcar en de leiders van Alcar hun universiteit van 27 boeken met geestelijk-wetenschappelijke kennis gaan opbouwen, kan Jozef meegroeien met de verdieping van elk nieuw boek. Dit verklaart ook waarom een volgend boek weer dieper ingaat op de geestelijke wetten die hun en ons aardse leven onderbouwen, want op deze manier houdt het gelijke tred met wat Jozef kan verwerken.

Boeken
In meer dan 11.000 pagina's universele kennis in de 27 boeken die door Jozef op aarde zijn gebracht, kan de lezer een alomvattend antwoord op vele levensvragen vinden. De universiteit aan kennis laat de innige samenhang zien van al het leven en de wonderlijke evolutie van mens en heelal van oorsprong tot kosmische bestemming. De boeken zijn geschreven als een reeks met een opbouw. Het niveau van beleving, analyse en bewustzijn wordt boek na boek verhoogd, zodat de lezer daarin kan meegroeien. Elk nieuw begrip dat wordt gebruikt, wordt steeds vergezeld van een beeldende omschrijving en een verklarend verhaal, zodat stap voor stap een wondere wereld kan worden betreden.
De eerste boeken voeren de lezer binnen in het hiernamaals: 'Een Blik in het Hiernamaals' en 'Zij die terugkeerden uit de dood'. Ze brengen een 'ooggetuigeverslag' van het leven na de dood.
Daarna wordt het geheim van de menselijke reïncarnatie beschreven in: 'De Kringloop der Ziel', 'Tussen Leven en Dood' en 'Door de Grebbelinie naar het Eeuwige Leven'.
Door het terugvolgen van de reïncarnaties in de studieboeken wordt het ontstaan van mens en kosmos ontrafeld: 'Het Ontstaan van het Heelal'.
De realiteit en aard van het contact tussen mensen en geesten vindt u in 'Geestelijke Gaven' en 'Zielsziekten van Gene Zijde bezien'.
In 'De Volkeren der Aarde door Gene Zijde bezien' zien we door wie en hoe de evolutie van de mensheid gestuwd wordt en wat de centrale rol van Christus hierin is.
Tenslotte veronderstellen de laatste boeken de voorafgaande lezing van alle vorige boeken: 'De Kosmologie' (5 boeken).
De biografie van Jozef Rulof: 'Jeus van Moeder Crisje', beslaat drie delen.

Bron: Geestes Wetenschappelijk Genootschap 'De Eeuw van Christus'.


terug naar het overzicht










^