Bijzondere godservaringen (Ruusbroec, Hadewijch), de eerste vorming van sterrenstelsels in het jonge heelal en zwarte gaten.


Bijzondere godservaringen (Ruusbroec, Hadewijch), de eerste vorming van sterrenstelsels in het jonge heelal en zwarte gaten.

De 14e-eeuwse Nederlandse mystici Ruusbroec (1) en Hadewijch (2) maakten bijzondere godservaringen mee in de vorm van een 'wieling' of draaikolk. Deze draaikolken of maalstromen waren 'grondeloos', oneindig diep en 'overdoncker', en hadden daardoor een kosmisch karakter.
In de stoffelijke wereld worden deze draaikolken op verschillende wijzen weergegeven in natuurkundige verschijnselen. Zo hebben astronomen gevonden dat de allereerste sterrenstelsels in het universum op een draaikolk leken (3); bij zwarte gaten valt gas dat door zo'n zwart gat wordt aangetrokken, daar niet rechtstreeks naartoe, maar volgt een spiraalbaan, waardoor een draaiende schijf van gas rond het zwarte gat ontstaat (4); en in het zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan hebben onderzoekers draaikolken ontdekt, die met zwarte gaten overeenkomen (5). De draaikolken in zee zijn wiskundig gezien gelijk aan de zwarte gaten in het heelal.

Inhoud
1. Ruusbroec
2. Hadewijch
3. De allereerste sterrenstelsels in het universum leken op een draaikolk
4. 'Harde' röntgenstraling van zwarte gaten ontstaat door magnetische turbulenties
5. Wetenschappers ontdekken 'zwart gat' in de Atlantische Oceaan

1. Ruusbroec
"Door de uitvloeiende en invloeiende beweging is het leven in God, naar de prachtige vergelijking van Ruusbroec, 'een grondeloze wieling'. Het is een draaikolk, een maalstroom van opstuwende en wegzinkende goddelijke overvloed. In die grondeloze wieling leven alle schepselen. Zij komen er uit voort en zo zij willen, zullen zij er in verzinken. Zij worden meegesleurd naar de duistere diepte en roerloze stilte van haar Grond, waar zij één zijn met God 'in de genotvolle omvanging van minnelijke ontvlotenheid'. Ruusbroec, de grote en onnavolgbare vertolker van de Nederlandse mystiek, mag de triomf van de Eenheid bezingen.
[…]
De mystieke vlucht heeft nu haar hoogtepunt bereikt. Opgerezen tot de sublieme en zeldzame genade van het Omvormende Leven schouwt en geniet de mens God in de Eenvuldigheid en Drievuldigheid van zijn Natuur. Hij vloeit weg in de 'wilde, zilte baren' van de goddelijke Levensstroom, verzinkt in de 'grondeloze wieling' van het wijzeloze wezen, verdwijnt in de 'afgrond van de Onbenoembaarheid'."
Bron: Smits van Waesberghe S.J. Katholieke Nederlandse Mystiek. Deel III Het godschouwende leven

terug naar de Inhoud

2. Hadewijch
"De passage waarmee het elfde visioen begint, geeft wel een heel bijzondere vorm van verlichten weer. Er wordt een diepe, wijde, donkere wieling beschreven, waarin alle dingen zijn besloten. Het stelt de macht, de hele mogendheid van de Geliefde voor. 'Dat donkere verlichte. ende dore sach alle dinc' (Visioen XI, 5-6).
De verbinding tussen 'licht' en 'doorzien' komt ook voor in het veertiende visioen (zie de bespreking van de term 'claerheit' hiervoor). Een soortgelijke beschrijving van een donkere wieling is te vinden in visioen I (191-216) en XII (1-31). In het eerste geval ontbreekt het beeld dat vanuit het donker alles wordt verlicht. In het twaalfde visioen wordt niet het beeld van het licht, maar wel dat van vlammen gebruikt.
[…]
De tweede keer dat de term 'doncker' wordt gebruikt, is halverwege het eerste visioen in een beschrijving van de godheid (zie voor deze passage de analyse van het adjectief 'claer'). De diepe, donkere wieling wordt hier gedefinieerd als de goddelijke genieting. In dit geval wordt het adjectief op dezelfde manier en in dezelfde betekenis gebruikt als het zelfstandige naamwoord 'doncker'.
Aan het begin van het twaalfde visioen komt dit adjectief twee maal voor, één keer in de overtreffende trap. Opnieuw gaat het om een beschrijving van de godheid en wel, zoals we al eerder hebben gezien, om de diepe wieling. Een bijzonder aspect van deze beschrijving is dat het donkerste deel van de draaiende kolk wordt vergeleken met vlammen: 'ende in die donckerste side daerse so vreselike liep. daer wasse ghelijc vreseliken vlammen' (Visioen XII, 14-16).
Dit is wel het laatste wat je je voorstelt bij het begrip 'donker'. Toch komt het niet zomaar uit het niets vallen, want in het elfde visioen komt een soortgelijke beschijving voor: het donker van de wieling verlicht alles. Blijkbaar komt uit de draaiende kolk, in het bijzonder het gedeelte waar de wieling het krachtigst beweegt, licht voort."
Bron: Doctoraalscriptie Rozemarijn van Leeuwen, 1996, Hoofdstuk 2, Lichtthematiek bij Hadewijch.
Ook in het heelal wordt sterren, die licht en warmte verspreiden, geboren uit donkere, koude gas en stofnevels. Klik hier voor een artikel over dat onderwerp.

terug naar de Inhoud

3. De allereerste sterrenstelsels in het universum leken op een draaikolk
Scientias, 10 januari 2018, Caroline Kraaijvanger

Voor het eerst hebben onderzoekers gas zien bewegen in sterrenstelsels die 800 miljoen jaar na de oerknal het levenslicht zagen.
Een internationaal team van onderzoekers - waaronder ook astronomen uit Leiden - bestudeerden met behulp van het Atacama Large Millimeter/submilimeter Array twee sterrenstelsels op bijna 13 miljard lichtjaar afstand. Omdat het licht van deze sterrenstelsels er bijna 13 miljard jaar over doet om ons te bereiken, zien we deze sterrenstelsels zoals ze er slechts 800 miljoen jaar na de oerknal uitzagen. In feite keken de astronomen dus terug in de tijd.

Draaikolk
Wat ze zagen, waren twee pasgeboren sterrenstelsels in een piepjong heelal. En voor het eerst is het de astronomen gelukt om - middels een analyse van het licht van de sterrenstelsels - de beweging van het gas in deze stelsels waar te nemen. De observaties tonen aan dat het gas in een draaikolkbeweging om het hart van de sterrenstelsels heen slingert. Daarmee is de beweging van het gas vergelijkbaar met de spiraalbeweging van onze eigen Melkweg en andere (meer volwassen) stelsels die ontstonden toen het heelal al veel ouder was.

Helemaal niet chaotisch
Wat de onderzoekers met name verrast, is dat deze pasgeboren sterrenstelsels in een piepjong universum zo 'netjes' zijn. "In het jonge heelal stroomt gas als gevolg van de zwaartekracht snel de stelsels in die vervolgens een heleboel nieuwe sterren gaan produceren," vertelt onderzoeker Renske Smit. "Ook heftige supernova-explosies veroorzaken turbulentie in het gas. We verwachtten dat de jonge sterrenstelsels rommelig en chaotisch zouden zijn door deze explosies, maar de ministelsels blijken juist goed in staat om de orde te bewaren. Hoewel ze veel jonger zijn dan de Melkweg groeien ze blijkbaar snel uit tot de 'volwassen' stelsels zoals wij die nu kennen."

Het onderzoek vormt de opmaat naar meer, zo belooft astronoom Rychard Bouwens. "Deze resultaten openen de deur naar het vinden van meer sterrenstelsels in de vroegste geschiedenis van het heelal - en nog spannender - naar het met hogere resolutie kijken naar de gasdynamica van deze allereerste sterrenstelsels." In de nabije toekomst hopen de onderzoekers nog meer sterrenstelsels uit de eerste miljard jaar na de oerknal onder de loep te nemen.

Bronmateriaal: Nederlandse Onderzoeksschool voor Astronomie (NOVA)

terug naar de Inhoud

4. 'Harde' röntgenstraling van zwarte gaten ontstaat door magnetische turbulenties
14 juni 2013 National Aeronautics and Space Administration (NASA)
Bron: allesoversterrenkunde.nl

Computeranimatie van het centrale deel van de accretieschijf rond een zwart gat.
Bron: NASA's Goddard Space Flight Center/J. Schnittman, J. Krolik (JHU) and S. Noble (RIT)
Uit nieuw onderzoek door astronomen van een aantal Amerikaanse instituten blijkt dat de meest energierijke straling die stellaire zwarte gaten produceren het onvermijdelijke gevolg is van de manier waarop gas uit de omgeving naar het zwarte gat toe spiraalt. Zwarte gaten zijn de meest compacte objecten in het heelal. Een stellair zwart gat ontstaat wanneer een zware ster zonder brandstof komt te zitten en ineenstort. Daarbij worden vele zonsmassa's materie samengeperst tot iets dat minder dan 120 kilometer groot is.
De wetenschappers hebben met behulp van computersimulaties de complexe bewegingen, deeltjesinteracties en magnetische velden geanalyseerd die zich afspelen in het hete gas in de directe omgeving van zo'n zwart gat. De berekeningen kunnen de verschillende soorten röntgenstraling die actieve zwarte gaten uitzenden, goed reproduceren.

Gas dat door een zwart gat wordt aangetrokken, valt daar niet rechtstreeks naartoe, maar volgt een spiraalbaan. Hierdoor ontstaat een schijf van gas rond het zwarte gat, waarin dichtheid en temperatuur naar binnen toe sterk oplopen. Uiteindelijk worden temperaturen tot twaalf miljoen graden bereikt - ongeveer tweeduizend keer zo heet als het zonsoppervlak. Bij die temperatuur zendt het gas betrekkelijk energiearme oftewel 'zachte' röntgenstraling uit.
De afgelopen veertig jaar is echter gebleken dat zwarte gaten ook een sterke bron van 'harde' röntgenstraling zijn. Deze is tientallen of honderden keren zo energierijk als zachte röntgenstraling en daarbij horen temperaturen van miljarden graden.

Het nieuwe onderzoek heeft nu laten zien dat de toenemende temperatuur, dichtheid en snelheid van het naar binnen stromende gas gepaard gaat met een sterke toename van de magnetische velden in de schijf. Hierdoor ontstaat een turbulent 'schuim' dat met bijna de lichtsnelheid rond het zwarte gat cirkelt.
De magnetische turbulenties hebben tot gevolg dat zich boven (en onder) de accretieschijf rond het zwarte gat een corona van ijl gas vormt, die vergelijkbaar is met de hete buitenste atmosfeer van de zon. In die corona wemelt het van de snelle, geladen deeltjes. En bij botsingen met zulke deeltjes veranderen 'zachte' röntgenfotonen in 'harde' röntgenfotonen. (EE)

terug naar de Inhoud

5. Wetenschappers ontdekken 'zwart gat' in de Atlantische Oceaan
Scientias. Geschreven op 19 augustus 2013 door Caroline Kraaijvanger

Wetenschappers hebben in het zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan de equivalent van een zwart gat ontdekt. Volgens de onderzoekers zijn de draaikolken die we hier zien, wiskundig gezien gelijk aan de zwarte gaten in het heelal. Dat schrijven de onderzoekers in hun paper 'Coherent Lagrangian vortices: The black holes of turbulence'.
Ze starten hun uiteenzetting met een beschrijving van de draaikolken in de Atlantische Oceaan. En daarvoor roepen ze de hulp in van Edgar Alle Poe. Hij beschrijft in zijn verhaal 'A Descent into a Maelstrom' ['maelstrom' van Ned. 'maalstroom', molenstroom] de draaikolk als volgt: "De rand van de draaikolk bestond uit een brede gordel van glimmend schuim: maar geen enkel deel ervan gleed in de mond van de enorme trechter." Wat Poe hier duidelijk probeert te maken, is dat een draaikolk eigenlijk een eilandje in een wilde oceaan is dat zich dankzij die kolkende rand van de rest van het water scheidt. Ondertussen kan iets wat reeds in de kolk zit daar niet meer aan ontsnappen.
Een andere suggestie die de wetenschappers doen is dat we deze draaikolken op nog andere plaatsen kunnen tegenkomen.

Zwart gat

Als we de draaikolken zo beschrijven, doet dat al een beetje denken aan een zwart gat. Een zwart gat is een gebied in de ruimte waaraan niets - zelfs licht niet - kan ontsnappen. Rond een zwart gat bevindt zich ook een grens: de waarnemingshorizon. Licht dat zich boven deze grens bevindt, kan aan de greep van het zwarte gat ontkomen, net zoals het schuim rond een draaikolk deze niet binnengaat.

Singulariteit

Zo op het eerste gezicht zijn er dus al overeenkomsten. Maar in hun paper tonen de onderzoekers aan dat het meer dan enkele overeenkomsten zijn. De draaikolken in het zuidelijke deel van de oceaan zijn wiskundig gezien equivalent aan zwarte gaten. Volgens de onderzoekers omvat elke rand rondom een draaikolk net als een zwart gat in de ruimte een singulariteit, oftewel een punt met een oneindig klein volume en een oneindige grote dichtheid.
Maar wat kunnen we met die wijsheid? De ontdekking maakt het onder meer makkelijker om draaikolken op te sporen. We moeten op zoek naar die singulariteit en de rand eromheen. En door draaikolken die hun materie vasthouden, op te sporen, kunnen we wellicht ook meer te weten komen over hoe afval zich door de zeeën verplaatst. Een andere interessante suggestie die de wetenschappers in hun paper doen, is dat we de equivalent van zwarte gaten nog op meer plekken kunnen tegenkomen. Ze denken dan bijvoorbeeld aan orkanen op aarde of de Grote Rode Vlek op Jupiter.

Bronmateriaal: "Coherent Lagrangian vortices: The black holes of turbulence" - arxiv.org


terug naar Zo boven, zo beneden






^