Murdo McDonald-Bayne - Goddelijke heelmaking van ziel en lichaam


De geest is de eerste en enige, werkelijke grondslag. God is geest en geest is leven; leven is liefde en liefde is de levenskracht van alle dingen. Zij is de harmonie in alle dingen. De geest, die het lichaam leven geeft, is de enige levende macht die er is. Geest is in zichzelf volkomen. De ene oerbron van leven en liefde ligt ten grondslag aan elk bestaand levend wezen in het heelal en aan deze bron dankt alle bestaan, dat het is.
God is geest, niet één geest, maar geest. Geest is in zichzelf volkomen; hij heeft de macht om zich uit te drukken, om vormen te scheppen waarin hij zich kan uitdrukken. Weet, nu ik je heb leren zeggen: "Ik ben geest", dat alleen geest schept. Het is de geest 'in je', die alles schept (als 'ík de geest bén', dan kan de geest niet 'in mij' zijn). De geest, het onzichtbare, is de levengevende kracht, die alle vormen doet ontstaan. Geest maakt de dingen, door de dingen die hij maakt, te worden.
'Binnen jou zelf is de geest', die eeuwig in het nu is en aan jou ter verwerkelijking blijft. Je bewustzijn ontwikkelt zich, al naar je de kracht van de geest verwerkelijkt (m.a.w. de geest is een bewuste kracht). Voel in je hart de macht van de geest. De mensheid wordt volwassen en zal zich bewust worden van de inwonende geest als de enige werkelijkheid. Je wil, gedachten en verstand worden in hun geheel door de heilige, onzichtbare geest geleid naar de kennis van alle waarheid.
De geest van de Vader 'woont in jou'. Het is dezelfde geest (dan kan de geest niet 'in mij' wonen, maar bén ik die geest) en geest is ondeelbaar. De ene geest openbaart zich in de veelheid, de veelheid in de ene (er is m.a.w. een veelheid van uitdrukkingsvormen van dezelfde geest, die 'ík onder andere bén'). Het heelal is niet verdeeld, het is één geheel. Je leeft niet alleen. Je denkt dat je (geheel) uit jezelf leeft, maar dat is een illusie der zintuigen. Het leven is ondeelbaar. Aan de wortel is er dat ene leven, dat voortvloeit uit die ene bron, de ene geest, die zich in alles uitdrukt. De Heer je God is één en dat is de oneindige geest in heel de mensheid.

God is liefde en liefde is God, maar niemand weet wat dat is, we weten alleen, dat het is. Liefde is de kern van het heelal en vanuit die kern vloeit een onophoudelijke stroom van liefde door elke ziel en door alles wat leeft. God is oneindig zachtmoedig en nederig, maar ook groots en wonderbaarlijk. Liefde vloeit voort uit de oerbron van het oneindige en uit zich in alles. Er is geen andere kracht in de wereld dan liefde. Zij is de enige ware kracht in de hemel en op de aarde, want zij is eeuwig en alomtegenwoordig ... zij (liefde) is de alomtegenwoordigheid van God.
Alle bewegingen in de hemel zijn door God uitgedrukte gedachten. Ook jij bent Gods gedachte en je moet dan ook zijn liefde en helende kracht tot uitdrukking brengen. De gedachte is de rechtstreekse uitdrukking van het denken en staat nooit los van het denken. Het denken is het scheppende gebeuren, dat aan alle vorm en uitdrukking (gedachten) voorafgaat.
Het leven stroomt uit één bron en stroomt door alle vormen, die het heeft geschapen. Waar de rivier van het oneindige leven vloeit, is voortdurend helende kracht. Je moet je er dan ook zo voor openstellen, dat hij door je heen naar alle schepselen vloeit, dan zal ook daar overvloed zijn. Dit water stroomt uit het heiligdom van God en is spijs en drank voor alle zielen, de bron van levend water.

De grote waarheid is, dat de almachtige God alles is, wat er is. Laat je hart en geest ongestoord rusten in het bewustzijn van de alomtegenwoordigheid van God. Jullie wonen allen in God en er is volstrekt niets buiten God. Het bewustzijn van God is niet in delen(!) opgesplitst. Je kunt niet zeggen, dat je een stukje(!) bent. God is één volledig geheel (de godheid) en drukt zich ook zo uit. Je leeft en gaat en hebt je bestaan in God en God leeft in jou. Je bewustzijn is het middel waardoor je dit beseft. In God is geen verdeeldheid; er is alleen één heelheid, die zich in veelheid (ook in jou) uitdrukt

De Christus is de voltooide mens in God en God in de mens. Hij is de eindtoestand. Heel de machtige kracht van God komt door hem tot uitdrukking. Hij is volkomen zichzelf. Hij is de Zoon van de Vader en draagt al diens eigenschappen met zich mee. Zo is het leven van de Vader ingevoerd in de Zoon en brengt de Zoon dat leven tot uitdrukking. Hij is de enige - de Vader binnen zijn eigen schepping. De Christus is de geest van de levende God.
De Christus is het verpersoonlijkte algemene (het algeestmiddelpunt) en dat moet ieder mens leren kennen. Dan zal het individu weten dat heelheid zijn achtergrond is en de grondslag van alle mensen. De volledige verwerkelijking hiervan openbaart God (de algeest) in de mens (het brandpunt in de algeest, algeestvonk). De grote, geestelijke kracht is in jou verpersoonlijkt als de Christus in je (die je bent). De Christus is de geest van God, die in jou is verpersoonlijkt. De Christus is de tot uitdrukking gebrachte persoonlijkheid van de Vader. De Vader, die in die persoonlijkheid wordt uitgedrukt, is nu de Christus in jou (die je bent). De Christus is God, die zich in het vlees uitdrukt.
Als je deze waarheid erkent en beseft, rijst een ontzaglijke kracht in je op: de Christus is God, die zich nú in jou uitdrukt. Ik ben één met jou.
Zou je bang zijn als je wist, dat de Christus 'je ware zelf' was? De Christus is de godskracht in jou, die zichzelf zal bevestigen (ontwikkelen, zelfopwekking). Het licht schijnt in iedere ziel. Dit licht in de mens is de Christus Gods. Dit is het Woord, dat woont in iedere levende ziel. Ik ben het leven. De geest in de mens ben ik, die eeuwig leeft. De Christus is de geest, ook in jou. Ik ben de geest, die in je binnenste woont. De geest in je is de Christus Gods en de geest kan niet minder zijn dan de grootste! Laat dus de Christus (de geest) bezit nemen van je ziel en lichaam. Ik ben de eeuwige Christus Gods, die leeft in het binnenste van elke ziel. Zie het leven van God als het Christusbewustzijn in je. Dan wordt "Ik ben het leven" een werkelijkheid. Het leven is bewustzijn. Het is God, die uitdrukking geeft aan zichzelf. De christus-mens leeft in iedere persoon. De Christus zal in je rijpen als de vrucht (het ongeboren kind) van God (door zelfopwekking).
In ieder (mens), die wordt geboren, wordt de Christus (de menselijke geest) geboren. Deze 'Christus', deze 'levende geest', is de Vader (de algeest), die zich uitdrukt in elk van zijn scheppingen (de algeestvonken). De Christus is de persoonlijke uitdrukking van de almachtige. Deze Christus woont in jou en in elke levende ziel. Omdat ik God (de algeest) volledig heb erkend en dit inzicht door niets laat verstoren, leef ik (als algeestvonk, als algeestbrandpunt) met en door God. God spreekt door mij en werkt door mij, terwijl ik God aan jullie openbaar. Daar er geen ander levend-zijn is dan God, moet God, om oneindig te zijn, de onbegrensde ruimte vullen (de algeest ís de onbegrensde ruimte), dan moet hij ook in mij leven en ik in hem en moet hij ook in jullie leven en jullie in mij en zijn wij tezamen één in God, die oneindig is (Joh. 13-17).
Het zinnebeeld van het kruis is de Christus, is de mens die de wereld overwint, het ontwaken in de tempel, de wijding, de verzoeking, de kruisiging, de opstanding en de hemelvaart. De Christus, de Zoon van God in het hart der mensheid, strekt zich uit naar de mens en spoort hem aan zijn eigen goddelijke bewustzijn te ontdekken (zich bewust te worden van zichzelf).
Laat de waarheid van de Christusgeest in jou duidelijk tot je doordringen en weet dat wat mij mogelijk is, ook jou mogelijk is, als je maar in mij wilt geloven. Vrede en rust zullen heersen in je hart, als je weet dat je door alle ontwikkelingstoestanden van de Christus heengaat, van de geboorte tot de hemelvaart (hereniging).
Dezelfde geest van God, die in mij woont, woont in jou. Als je je volledig tot mij wendt en je volledig aan mij overgeeft, zullen uit je innerlijkste wezen mijn leven, kracht (willen), wijsheid (denken) en liefde (voelen) vloeien. Je zult je verbazen over de dingen die je kunt doen; niets zal jou onmogelijk zijn, als je maar in mij wilt geloven (doorvoelen) en mij wilt verstaan (overdenken).
Het is nu mogelijk dit heerlijke geschenk (de liefde) van de Vader te ontvangen uit de eeuwig vloeiende stroom. Je kunt dat voor (in) jezelf ervaren door je ervoor open te stellen (de inwerking). Je ontvangt het niet van buitenaf. Het wacht verlangend om zich uit te drukken vanuit de kern van je eigen wezen.

God als onze Vader-Moeder-God gaat de ruimste voorstelling, die de mens zich kan vormen, te boven. Maar wij zullen met een open innerlijk de heerlijkheid zien van onze Vader-Moeder-God en dit zal jullie omvormen tot hetzelfde beeld.
Hoe dichter je de liefde van de moeder benadert, des te dichter benader je de liefde van God, die zich in zijn schepping openbaart. Want in de moeder kan men de vader zien werken bij de vorming van zijn beeld en gelijkenis. Als de vader zich uitdrukt, schept hij in de moeder het beeld en de gelijkenis van zichzelf.
Jullie zijn de kinderen van mijn Vader. Hij heeft jullie lief, zoals een moeder haar kind liefheeft. In het hart van het kind is alleen plaats voor de moeder. Laat dan ook in jullie hart alleen plaats zijn voor jullie Vader, die in de hemel is. Je Vader in de hemel is een goede verzorger. Hij zorgt voor al zijn schepselen en jij bent veel meer, je bent zijn kind.
Ieder van jullie heeft een beschermengel; nooit word je voor één ogenblik alleen gelaten. Mijn Vader is volkomen; niet één kan ooit verloren gaan, allen zullen worden teruggevonden en teruggebracht bij de kudde (algeestvonken), tot de kudde voltallig is.
Het wezenlijke is het liefdesbeginsel. God heeft de schepping geschapen vanuit zijn zuiver opbouwende scheppingsgedachten, die de uitdrukking zijn van zijn wezen, de liefde. Liefde is de kracht en de waarachtige uitdrukking van het leven. Liefde vloeit in één voortdurende stroom uit haar bron en is de enige kracht, die werkelijk is. Liefde is de levenskracht die door het lichaam gaat. Liefde is een vuur van grote kracht in het hart. Liefde is de beschermende macht in elke levende ziel. Liefde is de grondslag van alle goddelijke handelen.
Vrijheid wordt een feit als het hemelse koninkrijk wordt aanvaard als de ware bewustzijnstoestand (de eenheid van de menselijke geest en de algeest) van de mens. De hemel is geen plaats, maar een zich van God (de algeest) bewust zijn. De hemel is een bewustzijnstoestand. Het bewustzijn van God is hetzelfde bewustzijn, zowel in mij als in jou. Het enige verschil is de mate van bewustzijn of de verwerkelijking ervan. De hemel is geen plaats; het is een innerlijk bewustzijn, een innerlijk kennen van de werkelijkheid. Het innerlijke bewustzijn is de hemel, die zich op aarde uitdrukt door het lichaam.

De geest is de enige werkelijkheid. Deze geest geeft het leven aan het lichaam en is de enige kracht die er is. Jij leeft en gaat en hebt je zijn in God en God leeft in jou. Het is God zelf, die zich in jou uitdrukt. De geest, die je leven geeft, de geest die in je leeft, is de geest die spreekt in mij, want alleen de geest heeft zeggingskracht.
De geest in je is de Christus Gods en de geest kan niet minder zijn dan de grootste! Laat dus de Christus (jij als geest) bezit nemen van je ziel en lichaam. Je zou in de éérste plaats moeten inzien, dat geest de enige bron is van leven en kracht. Put eerst uit die geestelijke bron, dan zullen ziel en lichaam onderhouden en gevoed worden. Het leven (de geest) heeft de menselijke ziel en het lichaam geschapen om zich, in bewustzijn daarvan, zelf te kunnen uitdrukken. Als je dit ten volle beseft, stel je in je eigen leven de Christuskracht in werking.

Het lijkt velen van jullie aan kracht te ontbreken. Dat komt doordat je een onevenwichtig bestaan leidt op de drie niveaus der schepping: het 'spirituele', 'mentale' en fysieke niveau, ofwel de niveaus van geest, ziel en lichaam. Elke gedachte, beweging of handeling heeft op het lichaam een chemische (hormonale, neuronale) uitwerking. Maar liefde (geest) is harmonie en genezing voor ziel en lichaam. Mijn woord (geest) zal in je opwellen. Het is de bron van eeuwig leven (geest), het zal je ziel en lichaam drenken en wij zullen ademen en denken als één. Ik onthul geheimen, die al in je verborgen lagen voor de grondvesting der wereld. Deze grootse kracht (de liefde) wacht erop, om zich in je te ontplooien. Je bent het voertuig, dat zij heeft toegerust; je ziel is het voertuig waardoor zij (de geest, de liefde) zal stromen. Zich hiervan bewust te zijn is het geheim ven de godmens.
Mijn 'geestelijke lichaam' (geestgedaante) is de substantie en is volmaakt. Alleen het 'geestelijke lichaam' onderhoudt het vlees. Er is een natuurlijk lichaam en een geestelijk lichaam (geestgedaante, etherlichaam, levenslichaam, astraallichaam, vormenkrachtveld), maar de Christus is heerser over beide. Als je begrijpt dat het geestelijke lichaam de volmaakte substantie is (m.a.w. de uitstraling van de geest), dan zal elk deel van je lichaam werken in gehoorzaamheid aan de Christus (de geest), de enige werkelijkheid. De dood is slechts een verandering die plaatsvindt wanneer de geest, die in het aardse lichaam was gezaaid, in het geestelijke lichaam overgaat. Ik ben geest en de geest stijgt op naar waar hij vandaan kwam (je eigen geestelijke wereld). Het is de geest die leven geeft, het lichaam heeft geen leven van zichzelf.

Alle bewegingen in de hemel zijn door God uitgedrukte gedachten (denken). Ook jij bent Gods gedachte en je moet dan ook zijn liefde (voelen) en helende kracht (willen) tot uitdrukking brengen. De gedachte is de rechtstreekse uitdrukking van het denken en staat nooit los van het denken. Het denken is het scheppende gebeuren, dat aan alle vorm en uitdrukking (willen) vooraf gaat. God is het, die in en door je leeft, de Vader zelf, zijn bewustzijn, zijn leven, zijn denkvermogen. In zijn wijsheid (denken) drukt hij zich voortdurend in en door je uit. De wil van de Vader wordt gedaan in je eigen hart. Hoe meer je weet (waarnemen), des te groter wordt je eerbied (voelen) voor de wijsheid en orde (denken) in de schepping.
Als de Christus in het hart woont, heersen er liefde, wijsheid en kracht. Als je aan mij vasthoudt, ken (waarnemen) je de liefde (voelen) van God, de wijsheid (denken) en de macht (willen) en weet je, dat dit alles in je leeft als een werkelijkheid, die het werkelijke 'jij' is.
Als je je volledig tot mij wendt en je volledig aan mij overgeeft, zullen uit je innerlijkste wezen (de geest) mijn leven, kracht (willen), wijsheid (denken) en liefde (voelen) vloeien. Je zult je verbazen over de dingen die je kunt doen; niets zal je onmogelijk zijn, als je maar in mij wilt geloven (voelen) en mij wilt verstaan (denken).
Ik sprak vanuit de geest en kon daardoor in alles leven doen vloeien. Als je met mij kunt denken en voelen, zul je weten wat ik bedoel. Ik sta achter alle denken en spreken en ben alomtegenwoordig. Mijn liefde (voelen) is de sleutel tot alle kennis (waarnemen), wijsheid (denken) en macht (willen). Je wil, gedachten en verstand worden in hun geheel door de onzichtbare, heilige geest geleid naar de kennis van alle waarheid.

Met het oog gericht op de bron van liefde wordt het wezen van God ons wezen. Wat ik de Vader zie doen, doe ik evenzo. Mijn gedachten worden de helende kracht, die ziekte en dood omvormen tot gezondheid en leven. Door de kracht van de heilige gedachte zal ook je lichaam tot een geestelijke vorm worden veranderd. De genezingen zijn tot stand gekomen door de erkenning en verwerkelijking van de macht, die de heerschappij heeft over alle dingen.
Het hart is de toegang tot goddelijke wijsheid en dat kan alleen in het eigen hart worden begrepen. Het verstand (denken) maakt dat je redeneert, dat je weet wat waarachtig en onwaarachtig is. Het verstand is de toegang tot het hart, maar als het hart niet vol Christusliefde is, is de Christuskracht evenmin in je. Het aanhalen van uitspraken en leringen, zonder ze te begrijpen, is van heel weinig waarde bij de ontwikkeling van het vermogen van de Christuskracht, die liefde en wijsheid is. Al je gedachten van liefde en helende kracht worden, al zend je ze ook uit zonder een bepaalde richting, in de stroom opgevangen en ze helpen allen. Besef dat er niets verloren gaat in deze van liefde verzadigde wereld van gedachten. Als je je met je gedachten en gevoelens naar binnen keert, zul je innerlijk de warmte gaan voelen van de Christus Gods.

Zoek geen vergelding, want wat in je hart is, dat zal jou ook overkomen. Wat een mens denkt in zijn hart, zo is hij. Wat je over iemand anders denkt in je hart, breng je in jezelf teweeg. Wees zachtmoedig voor elkaar, vergeef elkaar. ... wat je voelt in je hart, zal naar buiten toe vorm krijgen. Het is het woord, dat in je hart leeft, dat vorm aanneemt. Je hart en je verbeeldingskracht (denken) zijn nauw verwant. Wat in je hart leeft, geeft je verbeeldingskracht weer.
In de gelijkenis van de verloren zoon wordt de liefde van de Vader getoond en de losbandigheid van de zoon, zijn inkeer, de herwinning van zichzelf, zijn ware geestestoestand. Eerst ondergaat hij beproeving en lijden, verkwist hij zijn erfdeel, dan keert hij uit eigen vrije wil (vrije keuze) terug om dienstbaar te zijn; maar daardoor wordt hij weer de zoon, die hij (in wezen) altijd al was.
Gods gedachte is zijn Woord en ik ben dat Woord; ik werd in het vlees geboren, kwam daarin tot bloei, ontgroeide het vlees om voor eeuwig met mijn Vader te leven en dit is de weg van alle mensen. Dit is de wet van de omvorming, die in jou in werking is; door middel van mijn woorden tot jou, vorm je 'het lagere' (de lagere geestestóestand, de geest is immers één) in 'het hogere' (de hogere geestestóestand) om. De overgang van de ene toestand in de andere is een wet. Ik ben in de wereld om de wereld om te vormen, om allen geestelijk te verheffen, opdat zij de waarheid, die in hun binnenste woont, kunnen zien, zodat alle mensen zich bewust worden van hun goddelijke wezen.
De bewustwording en de verwerkelijking doen zich niet plotseling voor. Je zult merken dat ze in je groeien. Je huidige toestand is er een van scholing en ontplooiing. Ontplooi op natuurlijke wijze de gaven (vermogens), die God je heeft geschonken. Je persoonlijkheid wordt steeds zuiverder, naarmate je je verwantschap met het geheel beter gaat beseffen. Wees niet ontmoedigd als er geen onmiddellijke gevolgen te zien zijn. Er wordt aan gewerkt overeenkomstig de wijze waarop je denkt. Die wet is onfeilbaar.
De goddelijke mens heeft zijn volkomenheid in God. Hij doorloopt alle trappen van groei, tot hij zich bewust wordt van zijn ware oorsprong. Dan verwerkelijkt de goddelijke mens zijn almacht in de werkelijkheid van God. Er zijn ontwikkelingstrappen van het leven naar de vorm, maar het leven op zichzelf is onpersoonlijk en drukt zich uit door de vorm, die het leven zelf heeft geschapen.

God heeft alle volken gemaakt uit één bloed, om op de aarde te wonen, zodat zij naar God zouden streven en zoeken (de aarde is een leerschool) en hem vinden door middel van zijn liefde en schepping. Als de mens zich deze waarheid bewust wordt, zal de mens in zichzelf weerspiegelingen (overeenkomstige denkbeelden) scheppen van die volmaakte goddelijkheid die zijn hemel op aarde zal bewerkstelligen. De ontplooiing van de geest (zelfopwekking) ligt aan heel de mensheid ten grondslag. Het innerlijke zal uiterlijke vorm krijgen en het uiterlijke zal als het innerlijke worden. Hiervoor ben je op de wereld geboren: om de wereld te overwinnen door de zege van de Christus in je.
Je aard is goddelijk; maak je dan nu die aard eigen, want nu is de eeuwigheid, elk moment van het leven is nu. De goddelijke kracht die in je is, is dezelfde als die in mij en naarmate je bewustzijn zich ontvouwt naar het godsbewustzijn, zult je mij ook beter leren kennen.

Houd je innerlijk in een volmaakt evenwicht (gemoedsrust), zorg dat nooit een storende invloed van buitenaf je binnenste bereikt. Het is niet je lichaam dat je bindt, maar jouw manier van denken, jouw geloof (voelen) in de macht van het kwaad. De mens schept zijn eigen gevangenis door zijn eigen gedachten. Al naar zijn denkbeelden legt hij zich beperkingen op. In je denken is veel van de Christuskracht ingekapseld en niet in staat zich uit te drukken, wegens de starheid van je overtuigingen (onbewuste vereenzelviging). Het innerlijk kan pas vrij zijn, als het ontwaakt voor het inzicht in zijn eigen kracht.
Ik ben in de wereld gekomen om je te bevrijden van de boeien van de bekrompenheid. Het is zo moeilijk voor hen, die zich blindelings bij hun overtuigingen hebben neergelegd, om hun gebondenheid (onbewuste vereenzelviging) van zich af te werpen. Als je aan overtuigingen van anderen bent gebonden, dan ben je gebonden (gehecht). Als je eens in je geest zou zien, welke gedachten, beelden en opvattingen je daar schept. Al die begrenzingen nemen vaste vormen aan in je geest. Laat al die begrenzingen die je tot last zijn, onmiddellijk van je afvallen, dan zul je in de hemel zijn. Je brengt de hemel met je mee, als je je geest bevrijdt van alle begrenzingen (gehechtheden).

Je bent de gedachte van God. Haar bestemming is te ontluiken, tot rijpheid te komen. Niets kan haar groei belemmeren. Wat ogenschijnlijk de uitdrukking van de goddelijke gedachte in de weg staat, is geen belemmering, maar een (leer)middel om ervaring op te doen. Alle moeilijkheden moeten als een (te verwerken) ervaring worden gezien. Dan zul je er sterker uit tevoorschijn komen (heb je geleerd) en ook weten, dat je kracht van binnenuit komt.
Zelfkennis (kennis van jezelf als geest) komt het eerst aan de orde. Dan zal de kracht (de vermogende levenskracht), die alle moeilijkheden (door verwerking) overwint, zich doen gelden. Dit is het geheim van waarachtig inzicht: wanneer het bewustzijn zich van zichzelf bewust wordt, zich van zichzelf bewust wordt als de geest van God, die alle dingen heeft geschapen en die zich uitdrukt zoals hij in den beginne was en eeuwig zal zijn. Doorgrond in de eerste plaats dat je bent en voor altijd zult zijn. Je zult je geleidelijk bewust worden van je goddelijke wezen, dat volmaaktheid is in zichzelf. Je moet je bewust worden van de waarheid van de éne, eeuwige, levende geest, die zich in jou en mij openbaart.

Als het bewustzijn zich van zichzelf bewust is (m.a.w. zelfbewust is), weet het, wat het is. Het bewustzijn geeft uiting aan datgene, waarvan het zich bewust is. Dat is een onwrikbare wet van het leven. Het bewustzijn moet zich van zichzelf bewust worden (zelfbewustzijn) als uitdrukking van het bewustzijn van God (albewustzijn). Het bewustzijn bepaalt de mate, waarin het leven zich uitdrukt. Alleen het leven heeft bewustzijn (bewustzijn is een eigenschap van de geest). Ik ben het leven. Het leven schept de vorm (niet het bewustzijn doet dat), maar is niet van de vorm afhankelijk.
De erkenning en verwerkelijking van Gods leven in je eigen bewustzijn worden het middel, waardoor het leven zich uitdrukt. Jouw bewustzijn (jij als geest) is het punt waardoor God zich uitdrukt en is het punt waardoor je God, de Christus in je, tot uitdrukking brengt. Je bent de levende uitdrukking van de almachtige. Naarmate het bewustzijn in de mens deze onmetelijke kracht in zijn binnenste meer bewust wordt, gaat het die kracht tot uitdrukking brengen. Als je uitsluitend werkzaam bent vanuit het bewustzijn van de geest, zal je lichaam verfijnen. Als je een beroep doet op de Christuskracht en je de bron (de algeest) beseft, waaruit je voortkomt, zul je een kracht in werking stellen, die ver boven het bereik van de stoffelijke zintuigen is verheven.
De weg naar mij gaat door je eigen hart, want ik woon in je binnenste. Stem je op mij af, ik ben eenvoudig te bereiken. God, jouw wezen is in ons allen vastgelegd. God is in je en het gebed en het antwoord zijn als één. Ik spreek vanuit het leven binnenin (de geest brengt zichzelf tot klinken).

Wanneer je bidt, moet er een gevoel van diepe eerbied zijn en moet je je afsluiten van het uiterlijke. Zo betreed je het innerlijke rijk. Voel als je bidt je eenheid met God, die jou in zichzelf heeft geschapen. Als je bidt tot je Vader in de hemel, moet je de hemel binnengaan door de deuren der zintuigen af te sluiten die naar buiten leiden. Want alleen in het innerlijkste hart, waar de stilte van de liefde heerst, kan je gebed werkelijk worden verhoord.
Betreed het hart van God door je eigen hart, met zuivere gedachten, onbaatzuchtig en onbevangen, en sluit alles buiten wat te maken heeft met het uiterlijke. De stilte moet eerst in je hart zijn, door de erkenning van de Vader, want alleen God mag je hart en geest vullen. Je kunt slechts doen wat hem behaagt, als je je hart te allen tijde voor God openhoudt. De enige voorwaarde is dat je je voor God openstelt, zodat hij je kan vullen met zijn eeuwigdurende liefde.

Als je in vertrouwen vraagt, in de wetenschap dat de plaats der schepping in je is, dan is er niets wat de Vader niet voor je zal doen, als je hem in mijn naam daarom vraagt. Met mij kun je alles, zonder mij niets. Geloof wanneer je bidt dat je hebt ontvangen waarom je hebt gevraagd en je zult het verkrijgen. Vraag in de geest van God, dan ligt het vast in de geest en moet het naar buiten vorm krijgen, op voorwaarde dat je begrijpend gelooft.

De eenheid van de geest met God! Hoe heerlijk en volmaakt is deze waarheid, hoe eenvoudig is deze waarheid, maar hoe moeilijk is zij grijpbaar voor hen, die zich ophouden in (die zich vereenzelvigen met) tijd en ruimte.


terug naar het literatuuroverzicht






^