G. Mayerhofer - 'Geheimen van de Schepping'


Uit: Nieuwsbrief Jakob Lorber Stichting, augustus 2023

Een terugblik op wat de Heer ons heeft laten zien en een boodschap van hoop.

In hoofdstuk 27 van het boek 'Geheimen van de Schepping' vat de Heer in enkele begrijpelijke woorden samen, wat Hij ons heeft willen laten zien in die wonderlijke, oneindige wereld rondom ons.
Nu is de tijd gekomen dat deze woorden van Liefde zullen worden begrepen en beoefend. Reeds waait de wind van geestelijk inzicht.

"In het laatste woord voerde Ik je mee naar die verten, waarvandaan pas na eeuwen een lichtstraal tot jullie doordringt en liet je in een sterrenbeeld een klein stuk van Mijn oneindige schepping zien. Ik toonde je de grote kosmische zonnen die, in nevelvlekken gegroepeerd, daar een rijk van schittering en kleurenpracht vormen, waarvan geen menselijke fantasie zich een voorstelling kan vormen of ooit een vastomlijnd beeld tot stand zal brengen.
Ik vertelde je hoeveel wonderen Ik in de ruimte heb geplaatst, alleen om voor geesten die Mij liefhebben en erkennen, zaligheden te bereiden, die ze na de behaalde overwinning zouden moeten ontvangen en genieten, als passende beloning voor hun leven vol strijd en zorgen.
Door alle wonderen die jou zelf omgeven op te sommen en door de inrichting van het lichaam dat Ik jou en ieder bewust wezen heb geschonken, toonde Ik je aan hoe ver jullie er allemaal van verwijderd zijn om, ondanks alle woorden en feitelijke bewijzen, je werkelijke geestelijke positie te beseffen [de geestestoestand van onbewuste vereenzelviging van de geest met dit bestaan].
Ik vertelde je dat de meesten van je broeders en zusters vaak nog onbewust en onnadenkend onder Mijn sterrenhemel rondlopen, zonder in het minst te vermoeden, laat staan te weten, wat er boven hun hoofden uitgespreid ligt en hoeveel leerzaams daar te lezen zou zijn, als ze in staat waren die grote schrifttekens van Mijn eeuwige liefde te ontcijferen!

Eeuwige oneindigheid
Ik liet je bij het laatste woord al de grootsheid van Mijn schepping vermoeden en daarnaast je eigen onmacht voelen. Ik sprak vermanende en troostende woorden tot jou en iedereen. En toch is wat Ik zei over de geestelijke blik die jij in Mijn schepping hebt geworpen, niet genoeg. Er moet nog veel, ja zeer veel worden gezegd, voordat ook voor anderen begrijpelijk zal zijn, wat die grote ether-ruimte [de algeest] is die zich boven hun hoofden schijnt te welven en welke plaats de mens midden in deze oneindige, onbegrensde ruimte eigenlijk inneemt.
Getallen zijn niet toereikend om Mijn werelden en hun afstanden te meten, woorden zijn niet in staat alle schoonheden van die scheppingen te schilderen en geen menselijke geest, hier noch daar, zal ooit een volkomen overzicht krijgen over Mijn gehele materiële en geestelijke rijk.
Oneindig strekt de ene wereld zich uit, maar de tweede is nog oneindiger, want terwijl het materiële gedeeltelijk door de ruimte beperkt lijkt te zijn, is de uitgestrektheid van de geestelijke wereld onbegrensd. Immers, de mensen die op alle tot nu toe bestaande werelden sterven, vullen al een heel geestenrijk, terwijl behalve hen nog een ontelbaar aantal geesten zich verheugen over hun bestaan, die nog nooit in een lichaam, een stoffelijk omhulsel ['lichaam' van 'lik-hamo': vlees-hemd], waren gekleed. Daar heersen echter andere wetten en leeft alles vanuit een andere ordening. Die erkent geen tijd en ruimte als maatstaf, maar behalve het eeuwige bestaan, draagt alles om hen heen nog duidelijker uitgedrukt het stempel van oneindigheid.

Licht
Je hebt een blik geworpen in een sterrenbeeld en daardoor in Mijn schepping. Je hebt gezien hoe miljoenen zonnen vanuit grote verte je de stralen van hun licht toezenden. Daar, uit die ruimten, kwam de lichtstraal eeuwen geleden voort die nu in je oog valt. En terwijl deze nu pas voor jou merkbaar wordt, hebben zich daar op die grote zonnen en in hun licht allang weer duizendvoudige veranderingen voorgedaan. En wel zodanig, dat bij alles wat je in die verten ziet, slechts een reeds lang vervlogen tijd voor je oplicht; je kunt daaruit alleen een verleden en geen heden of toekomst lezen.
Die grote geestelijke keten, die alles tot één geheel verbindt en zich tot in het kleinste vertakt, dient dus om het eeuwige heersen vast te leggen van al Mijn wetten, zoals Ik die van begin af aan vaststelde voor de zelfhandhaving van al het geschapene.

Licht als levenskracht
Aangezien een lichtstraal er niet alleen maar is om licht te geven, maar ook een drager van eeuwige levenskracht is, begrijp je wel dat hij ook een tot leven wekkende invloed moet hebben voor datgene, waar hij op valt. Want van een lichtstraal, zelfs als die afkomstig is van de verste zonnen en werelden, en pas na eeuwen op een voorwerp valt, gaat de oorspronkelijke kracht niet verloren; de kracht die hij echter pas tot uiting kan brengen zodra er een voorwerp op zijn weg komt. Zo kwamen er bijvoorbeeld nieuwe werelden tot leven, waarvan het maagdelijke licht jullie nog niet heeft bereikt en evenzo zien jullie zonnen schijnen, die allang als zon in de ruimte hebben opgehouden te bestaan.
Die zogeheten 'siderische' ('van de ster') inwerking van de omringende sterrenwereld op jullie lichamelijk en geestelijk leven, kunnen jullie allen niet begrijpen of voor jezelf duidelijk krijgen, aangezien deze te zacht en niet merkbaar is. Ze bestaan echter, die invloeden en ze werken voortdurend, dat kan Ik jullie verzekeren, ook al voelen jullie ze niet en ontkennen jullie geleerden ze. Er moet toch zo'n wisselwerking zijn, anders zou er niets als een samenhangend geheel tevoorschijn treden!


Licht en warmte
Hoe zou er, bij zulke afstanden en zulke grootheden, een wederzijdse verbinding mogelijk zijn, als naast de aantrekkingskracht niet ook de voortdurende uitwisseling van geestelijke en materiële bestanddelen door middel van het licht bevorderd en bewerkstelligd zou worden!
Licht is de drager en opwekker van al het leven. Zonder licht zou er geen bewegen en geen ontwikkeling van warmte mogelijk zijn en daarbij is het de warmte, als opwekker en ontbinder van al het geschapene, die datgene bewerkstelligt, wat jullie allemaal 'leven' noemen.

Vervolmaking door omvorming
Het proces van ontbinding en verbranding brengt alle elementen verder van trap naar trap; het vervolmaakt doordat het omvormt. En zo is eeuwige nieuwvorming het gevolg van het eenmaal geschapen grondbeginsel, waardoor het oneindige voortduren van alles wat materieel gevormd is, kon worden bepaald en vastgelegd!
Hetzelfde wat jullie dagelijks in de materiële wereld kunnen zien, vindt eveneens plaats in de geestenwereld. De geestelijke verbinding, de snelle vlucht der gedachten brengt ook hetzelfde resultaat voort als licht in de materiële schepping.

Gedachte een verdichte lichtvorm
De levende kracht die in het geestelijke licht woont, is de gedachte; en het materiële van het geestelijke licht, is het meegedeelde woord. Die kracht is immaterieel, doordat ze zich alleen door haar uitwerkingen doet kennen; zo is ook de gedachte pas door het gesproken woord of de uitgevoerde daad voor anderen ervaarbaar.
Het rijk der gedachten is oneindig, heeft geen grenzen en de gedachte zelf vliegt nog sneller dan licht. De gedachte brengt tot leven, net als de levenwekkende kracht die licht in zich draagt. Maar zoals licht pas begint te werken en zichtbaar wordt wanneer het tegen een voorwerp aanstoot en daarvan terugkaatst (reflecteert), is ook een gedachte pas merkbaar wanneer hij zich tot een vorm verdicht en zich in woorden voor anderen hoorbaar maakt.
En zoals in het licht van reeds lang verdwenen werelden de kracht die iets nieuws voortbrengt, toch nog aanwezig is, zal ook het woord, ook al is het eeuwen geleden gesproken, toch zijn uitwerking niet missen.

Warmte: liefde en werkzaamheid
Zie, wat Ik meer dan duizend jaar geleden gesproken heb; en over een paar dagen wordt bij jullie weer het feest gevierd om Mijn afdalen naar jullie kleine wereld in die tijd te herdenken, dat bezit nog steeds zijn gehele kracht! En net als licht, leidt het woord daar waar het valt en wortel kan schieten, tot hetzelfde als wat het licht voortbrengt, namelijk warmte ofwel geestelijke liefde en met de warmte van de liefde: werkzaamheid ofwel het uitscheiden van wat onbruikbaar is en vervolmaken van het betere.
Nooit heeft Mijn woord uit die tijd zijn macht verloren, maar, beter gezegd, het heeft sinds die tijd nog nooit zijn macht ontplooid.


Jezus' leer: goddelijke gedachte
Spoedig echter zal de tijd komen dat het er in zijn gehele glans zal staan in die hoedanigheid als Ik het eenmaal heb gegeven: als het enige bindmiddel tussen het geestelijke en materiële rijk. Spoedig zal de tijd komen dat van het ene uiteinde van de schepping tot het andere de lichtgedachte van de liefde zal worden begrepen en beoefend! Op jullie aarde waait reeds de wind van geestelijk inzicht. En net zoals de morgenwind aan iedere zonsopgang voorafgaat, wanneer de door de zon verwarmde lucht in aanraking komt met de koude lucht van de nacht en daarmee in evenwicht tracht te komen, zo zal ook Mijn goddelijke gedachte, die Ik destijds als zaad op deze kleine aarde bracht, licht en warmte verspreiden en de koude lucht van zelfzucht en dierlijke hartstochten beginnen te verdrijven.

Ontwikkeling en vervolmaking door licht en warmte: gedachte, liefde en daad
Altijd en overal hetzelfde beginsel: licht en warmte in het materiële, de gedachte en de uitdrukking ervan in woord en daad in het geestelijke. Dat zijn de verbindingsmiddelen die alles samenvoegen en ieder mens van een ander afhankelijk maken! Zo bestaat Mijn rijk in het eeuwig voortleven, het verder ontwikkelen en zich vervolmaken."

Uit: Gottfried Mayerhofer, 'Geheimen van de Schepping', hfdst. 27: 1-31
Opmerking: Citaten uit de Nieuwe Openbaringen worden in de Nieuwsbrief soms voor de leesbaarheid enigszins bewerkt. Meestal worden ze uit een groter geheel genomen en is aanpassing nodig om het voorafgaande erin te betrekken.


terug naar het overzicht

terug naar het weblog







^