geestesoog


Het geestesoog is het waarnemingsvermogen van de geest. De geest kan in drie gebieden waarnemen: in de geestelijke wereld, in de binnenwereld van de ziel en - door de zintuigen heen - in de stoffelijke wereld, de aarde.
Verbonden met de geestelijke wereld ziet de geest met het geestesoog onmiddellijk de bewoners ervan en hun levensomstandigheden, wat een helderziende waarneming wordt genoemd.
In de binnenwereld van de ziel schouwt de geest met het geestesoog op buitenzintuiglijke wijze de inhouden van de ziel. De inhouden van de ziel zijn aan de ene kant de gedachten, kennis, ervaringen en herinneringen, die daar als lichtbeelden aanwezig zijn; aan de andere kant is er ook de natuurgetrouwe afbeelding van de indrukken uit de buitenwereld, die door de zintuigen heen in de ziel worden afgebeeld en daar door de geest met het geestesoog worden waargenomen.
In het lichaam verblijvend, kan de geest de voorwerpen in de stoffelijke wereld waarnemen door de zintuigen heen. De zintuigen vangen namelijk de indrukken van die voorwerpen op, die door de zenuwen worden doorgegeven aan de hersenschors. Doordat de geprikkelde cellen van de schors een trillende, magnetische krachtruimte om zich heen gaan uitstralen, gaat de ziel door 'resonantie' meetrillen, waardoor er een afbeelding van die voorwerpen in de vorm van een lichtbeeld in de ziel wordt gevormd. Vanuit het midden van de ziel neemt de geest die afbeelding waar met het geestesoog.
(Zie ook in het menu: Wisselwerking tussen geest en hersenen.)


terug naar de woordenlijst G






^